De balans: Brussels malgoverno blijft maar aanhouden

Fabrice Cumps (PS), burgemeester van Anderlecht | Foto: Belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Onterecht toegekende leeflonen, het Rekenhof dat weigert de gewestelijke rekeningen te valideren. Het Brussels Gewest heeft dezer dagen veel weg van een grote knoeiboel, en dat is niet nieuw. Evenmin nieuw is dat het gros van de Brusselse politici maar één oplossing ziet voor hun malgoverno: meer geld krijgen van de andere overheden.

De PANO-reportage over het toekennen van leeflonen in Anderlecht veroorzaakte heel wat ophef. Blijkbaar worden in de Brusselse gemeente uitkeringen betaald aan personen die er niet wonen. Er wordt ook zelden een onderzoek gedaan naar de bestaansmiddelen. Een huisbezoek door een sociaal assistent is een uitzondering. Sommige personen die wél in Anderlecht wonen krijgen de steun door een systeem van cliëntelisme dat door de Parti Socialiste – die aan de macht is in de gemeente – in stand wordt gehouden. In de uitzending is Mustapha Akouz, oud-voorzitter van het OCMW van Anderlecht, zich van geen kwaad bewust: “Ik ben socialist en ik ben er trots op. Als men denkt dat ik cliëntelisme doe, dan ben ik trots mensen te hebben geholpen.”

Altijd die bedeltocht om geld

Ook veelzeggend was de reactie van burgemeester Fabrice Cumps (PS): men moet duidelijkheid brengen over eventuele disfuncties bij de behandeling van bepaalde dossier, maar tegelijk pleit hij voor “een adequate financiering van de OCMW’s van grote steden.” Het klopt dat sociaal assistenten in onder andere Anderlecht elk 200 dossiers of meer moeten behandelen, terwijl dat in andere steden en gemeenten 50 of 60 is. In de grootsteden heerst nu eenmaal meer armoede. Maar we hebben hier te maken met wanbeleid en dat kan niet zomaar worden opgelost door er miljoenen euro’s tegenaan te gooien.

Het is het eeuwige probleem van Brussel, zowel van het gewest als van de gemeenten. Het malgoverno is er op vele vlakken structureel en dus is de enige oplossing voor de politici blijkbaar op bedeltocht gaan naar andere beleidsniveaus.

Feit is dat de verschillende Brusselse regeringen de voorbije jaren niets of weinig gedaan hebben om die dalende fiscale capaciteit te keren.

Een reactie die deels is ingegeven door de ervaring van de staatshervormingen. Die waren vaak een afruil waarbij extra bevoegdheden voor Vlaanderen werden gecompenseerd door meer middelen voor armlastige overheden, de Brusselse voorop. Een pijnlijk voorbeeld waren de Lambermontakkoorden van 2001. Toen kreeg niet alleen het Franstalig onderwijs meer geld. Ook de Brusselse gemeenten die een Vlaamse schepen aanstelden, konden rekenen of een financiële bonus. Vijf jaar later bleek dat Schaarbeek dankzij die Vlaamse schepen 4,6 miljoen euro kreeg. Watermaal-Bosvoorde moet zich tevreden stellen met 304.000 euro. Waarom dat verschil? Niet het aantal Vlamingen telt – want hun aantal is niet bekend – wel het totaal aantal inwoners, scholen en steuntrekkers.

Dalende fiscale capaciteit

Brussel is een schoolvoorbeeld van wat een gebrek aan financiële verantwoordelijkheid kan veroorzaken. Waarom een beleid voeren dat de regionale economische groei ondersteunt en de fiscale capaciteit van de bevolking verhoogt als er toch ergens een financiële reddingsboei klaarligt? In 1989, bij de oprichting van het Brussels Gewest, lag het inkomen per inwoner rond het Belgische gemiddelde. Vandaag is dat 21 procent onder het gemiddelde. Uiteraard zijn de tijden veranderd. Er is een toenemende migratie en veel nieuwkomers die geen inkomen hebben komen eerst in Brussel terecht. Maar feit is dat de verschillende Brusselse regeringen de voorbije jaren niets of weinig gedaan hebben om die dalende fiscale capaciteit te keren. Men verwacht blijkbaar wel ergens een bail-out van een andere beleidsniveau.

Dat verklaart waarom er de voorbije jaren een beleid werd gevoerd van stijgende uitgaven en oplopende schulden. De uitgaven van het gewest stijgen jaarlijks met 7,4 procent, de inkomsten met 4,9 procent. Gevolg: de Brusselse schuld is geëxplodeerd naar maar liefst 13,3 miljard euro. Een onhoudbare financiële toestand die het malgoverno pijnlijk illustreert. Daar komt nog bij dat de Brusselse rekeningen allesbehalve transparant zijn. Het Rekenhof weigerde daarom de rekeningen voor 2023 van het Brussels Gewest te valideren, voor het vierde jaar op rij. De voorbije jaren was de reactie van de Brusselse politici op de kritiek van het Rekenhof steevast dezelfde: het gewest moet geherfinancierd worden. Nochtans is dat na de zesde staatshervorming van 2011 al eens gebeurd.

Doorzichtig communautair spel

Het feit dat het Rekenhof kritiek heeft op de weinig transparante Brusselse begroting zou de partijen die nu onderhandelen over een nieuwe regering ertoe moeten aanzetten haast te maken. En een regeerakkoord af te sluiten dat breekt met onverantwoordelijk budgettair beleid van het verleden. Dat gebeurt niet. Eerst was er de ruzie tussen MR en de Vlaamse groenen over de aanpassingen van het mobiliteitsplan Good Move. Nu heeft de Brusselse PS een veto gesteld tegen de deelname van de N-VA aan de Brusselse regering. Een doorzichtig communautair spelletje. Het is immers zo dat de Franstalige en Nederlandstalige partijen in Brussel elk apart coalitiegesprekken voeren en elkaar dan vinden. Zonder wederzijdse exclusieven tussen beleidspartijen.

Partner Content