De balans: Brusselse stadsvlucht heeft negatieve economische gevolgen

Brussels minister van Begroting Sven Gatz (Open Vld) © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Een toenemend aantal Brusselaars verlaat het gewest en gaat in Vlaanderen en Wallonië wonen. Dat heeft een niet onderschatten impact op de fiscale capaciteit van het gewest, want ook middenklassers vertrekken. De stadsvlucht dreigt de Brusselse financiën nog te bezwaren. De vaak verongelijkte reacties van de Brusselse politici beloven weinig goeds.

Vorig jaar hebben 44.905 inwoners het Brussels Gewest verlaten, meestal om in Vlaanderen en Wallonië te gaan wonen. Dat maakte het Belgisch statistiekbureau Statbel deze week bekend. Een record sinds deze cijfers in 1992 werden bijgehouden. 28.201 Brusselaars vestigden zich in Vlaanderen en 16.704 in Wallonië. De oorzaak zou liggen bij de hoge woningprijzen. In Brussel betaal je gemiddeld 565.000 euro voor een woning, in Vlaanderen kun je met dat geld een stuk meer doen. Daarnaast zou de coronacrisis Brusselaars ertoe hebben aangezet een woning met tuin te zoeken.

Een eenmalig feit dus? Toch niet. Het klopt dat het aantal verhuizingen uit Brussel vorig jaar met 12 procent gestegen is, en dat is uitzonderlijk. Maar de jaren voordien was er al sprake van een weliswaar beperktere stadsvlucht, met een jaarlijkse stijging van 2 tot soms 5 procent op jaarbasis. Overigens zijn in de eerste vijf maanden van 2022 alleen al 10.000 Brusselaars naar Vlaanderen verhuisd.

Betekent dat dat er op termijn in sommige Brusselse wijken enkel nog rijke eurocraten en expats zullen wonen? Neen, want ondanks de stadsvlucht blijft de bevolking van het gewest netto toenemen. In 2021 telde Statbel 1.220.000 inwoners in onze hoofdstad, een toename met 2.667 mensen tegenover 2020. Die stijging is in hoofdzaak te verklaren door de internationale migratie. Daar zitten de expats ook in, maar er komen vooral meer en meer mensen naar Brussel ten gevolge van de stijgende migratiestromen. Zij komen in de lagere inkomensklassen terecht.

Te laat

Recente analyses over de Brusselse stadsvlucht tonen aan dat het voor het gewest almaar moeilijker wordt de middenklasse vast te houden. In 2020 onderzocht het onderzoeksagentschap Innoviris de binnenlandse migratie in het project Bruxodus. De financiële draagkracht van wie van Brussel naar Vlaanderen verhuist, blijkt gemiddeld groter te zijn dan die van wie de omgekeerde beweging maakt. Brussel is voor nieuwkomers weliswaar nog altijd een motor van sociale en financiële mobiliteit. Het gewest creëert dus nieuwe middenklassers. Maar eenmaal ze een goede baan hebben gevonden, vertrekken ze vaak uit het gewest.

Ere wie ere toekomt: de Brusselse regering probeert optimaal gebruik te maken van haar fiscale autonomie, onder andere op het gebied van vastgoedbelastingen en registratierechten, om de middenklasse aan zich te binden en de trend te keren. Zo verlaagde ze de registratierechten, waardoor op de eerste 175.000 euro niets hoeft te worden betaald. Vanaf 2023 geldt dat voor de eerste 200.000 euro, als het pand niet meer dan 600.000 euro kost. Daarmee moet Brussel kunnen concurreren met Vlaanderen, waar de registratierechten verlaagd zijn van 6 naar 3 procent. Maar het lijkt erop dat die maatregel te laat komt om de exodus naar Vlaanderen en Wallonië te stoppen.

Negatieve fiscale impact

Het gevolg is dat Brussel met 11 procent van de Belgische bevolking weliswaar 20 procent van het nationale bruto binnenlands product (bbp) genereert, maar dat de welvaart van de inwoners van het gewest afneemt. In 1989, toen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd opgericht, bedroeg het inkomen van de Brusselaars per capita evenveel als het Belgische gemiddelde. Ondertussen is dat meer dan 25 procent minder dan het nationaal gemiddelde.

De fiscale capaciteit van het gewest daalt dus, en dat blijft niet zonder gevolgen voor zijn overheidsfinanciën. Want sinds de zesde staatshervorming wordt een groter deel van de personenbelasting overgeheveld naar de regio’s. Alleen: als de fiscale draagkracht van de inwoners lager is, betekent dat ook dat er minder geld in de kas komt. De stadsvlucht bezwaart de staatskas van het gewest nog meer dan vroeger. Ondanks solidariteits- en compensatiemechanismen zit de Brusselse begroting al jaren in zwaar weer, met een begrotingstekort van 1,5 miljard euro en een verhouding schuld/inkomsten die de kaap van 150 procent zal overschrijven. https://trends.knack.be/economie/beleid/budgettaire-kloof-tussen-vlaanderen-en-wallonie-wordt-onhoudbaar/article-longread-1883253.html

De reactie van de Brusselse politici op die precaire situatie is weinig hoopgevend. Minister van Financiën Sven Gatz (Open Vld) herhaalt altijd hetzelfde liedje: meer geld voor Brussel. En voor de rest moeten Vlaanderen en Wallonië zich niet te veel moeien. Over de echte oorzaken van de stadsvlucht van de middenklasse – volgens het Innoviris-onderzoek in 2020 zijn dat naast de woningprijzen, “het gebrek aan parkeerplaatsen, de onveiligheid, de verloedering en de slechte kwaliteit van het leefmilieu (gebrek aan groen, luchtvervuiling en geluidsoverlast)” – wordt in de Brusselse regering amper gesproken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content