Gilles Suply

Brexit: ‘Lessen trekken uit de Franse politiek van de lege stoel’

Gilles Suply Expert Europese Zaken en Internationaal Ondernemen Voka, Vlaams Netwerk van Ondernemingen

Het VK heeft in een referendum beslist om de EU te verlaten. Dat doet denken aan de zogenaamde’ politiek van de lege stoel’. Een politiek statement van de voormalige Franse president De Gaulle uit onvrede met de Europese Gemeenschap.

Bovenstaand conflict stelde de toenmalige Europese Gemeenschap ook voor existentiële vragen, maar er werd een oplossing gevonden. Die moeilijke episode uit de geschiedenis van de EU biedt dan ook waardevolle lessen voor de regeringsleiders die vrijdag samenkomen in Bratislava om de toekomst van een post-brexit EU te bespreken.

We schrijven 6 juli 1965. De toenmalige Franse president Charles De Gaulle roept de hele Franse diplomatieke vertegenwoordiging terug uit de Raad van de Europese Unie, en katapulteert als dusdanig Frankrijk de facto uit het Europese project. De oorzaak is de dreigende overgang naar meerderheidsbesluitvorming die vanaf 1 januari 1966 zou moeten ingaan en die De Gaulle wil blokkeren.

Bom

Met die ‘politiek van de lege stoel’ legde De Gaulle een bom onder het Europese project. De overige vijf stichtende leden (West-Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg) stelden zich echter als een blok op, en bleven tegen de expliciete wens van Frankrijk in verder vergaderen als de Raad van de Europese Gemeenschap. De Europese Gemeenschap bleef dus functioneren en De Gaulle riskeerde met zijn zet Frankrijk aan de zijlijn te zetten van de Europese besluitvorming.

De terugtrekking was dan ook van korte duur: na zeven maanden ging Frankrijk opnieuw om de tafel zitten. Naar goede Europese traditie werd vervolgens een uitgekiend compromis onderhandeld. De essentie van het compromis was dat meerderheidsbesluitvorming enkel gebruikt zou worden indien geen wezenlijke belangen van de lidstaten op het spel stonden.

De vergelijking van die passage in de Europese geschiedenis met de recente brexit biedt interessante inzichten.

Eerst de oorzaak: de essentie van beide conflicten is een wezenlijke botsing tussen twee verschillende visies op Europa: een intergouvernementeel Europa waarbij de lidstaten sterk de touwtjes in handen houden vs. een supranationaal Europa waarbij overkoepelende Europese organen het voor het zeggen hebben.

Coup

Omdat Frankrijk vreesde voor een ‘Europese coup’, trok het land zich terug uit het Europese project. Het negatieve brexitreferendum ontstond grotendeels uit dezelfde vrees. Zo was bijvoorbeeld een prominente slogan van het brexit kamp ‘we want our country back’.

Die breuklijn is vandaag nog een stuk belangrijker geworden: vele nieuwe Oost-Europese lidstaten zijn hier zeer gevoelig voor, omdat ze in hun recente geschiedenis onderworpen waren aan een ander supranationaal lichaam, met name de Sovjet-Unie. Die was echter veel dictatorialer van aard, waardoor de schrik om bevoegdheid af te staan er bij die landen nog stevig in zit.

Als het VK zich verder van de EU verwijdert, zal Vlaanderen zwaar in de klappen delen

Lessen trekken

Dat is dan ook de eerste les die getrokken kan worden uit deze belangrijke passage in de Europese geschiedenis: om de toekomst van het Europees project te verzekeren is het van essentie rekening te houden met het spanningsveld tussen intergouvernementalisme en supranationalisme binnen de Europese Unie. Indien Europese integratie te ver gaat voor sommige lidstaten, zal het finaal haar eigen doel voorbijstreven. De pendel mag dan ook niet te ver doorzwaaien naar het ene noch naar het andere uiterste.

Daarnaast waren er twee zaken cruciaal bij het heropnemen van Frankrijk in de Europese Gemeenschap.

Ten eerste schaarden de overige stichtende lidstaten zich als één blok achter het Europese project en bleven vergaderen als Raad van de Europese Gemeenschap. De onderliggende boodschap was: de Europese Gemeenschap blijft bestaan, zelfs zonder Frankrijk. Dat was cruciaal om Frankrijk opnieuw om de tafel te krijgen.

Signaal

De Europese top in Bratislava op 16 september, waar alle EU-regeringsleiders behalve de Britse Premier Theresa May aanwezig zullen zijn, moet eenzelfde signaal van eensgezindheid geven: de EU blijft voort functioneren, ook zonder het Verenigd Koninkrijk. Enkel op deze manier kan er enerzijds broodnodig hernieuwd draagvlak gecreëerd worden voor de EU, en kan er anderzijds over een goed nieuw institutioneel kader onderhandeld worden met het VK.

Ten tweede was een goed compromis de sleutel tot het ontmijnen van de crisis van de lege stoel. Indien de vijf stichtende lidstaten halsstarrig hadden vastgehouden aan de meerderheidsbesluitvorming, dan zou Frankrijk definitief de onderhandelingstafel verlaten hebben, wat nefast zou geweest zijn voor het Europese project op de lange termijn. In plaats daarvan werd een compromis gevonden dat iedereen aan boord hield van het Europese project.

Pragmatisme

Pragmatisme is dan ook de boodschap. Dat zowel om de cohesie te verzekeren tussen de overblijvende 27 lidstaten als om de toekomstige relatie met het VK te definiëren. Een VK dat dicht bij de EU aanleunt, is immers veruit te verkiezen boven een VK dat van de EU wegdrijft. Zeker voor Vlaanderen, aangezien het VK in 2015 de vierde grootste afnemer was van Vlaamse goederen voor een totale waarde van 27,5 miljard euro en de vijfde leverancier van België met een totaalwaarde van 15 miljard euro. Als het VK zich verder van de EU verwijdert, zal Vlaanderen zwaar in de klappen delen.

Het is aan België om hier, net zoals tijdens de crisis van de lege stoel, een belangrijke rol te spelen. De cohesie van de EU-lidstaten en het behoud van een sterk uitgebouwde interne markt is van uitermate groot belang voor de Belgische economie. Een goeie economische relatie met het VK is al even belangrijk. Het compromis zit in het DNA van België: laat dit dan ook onze boodschap zijn op Bratislava.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content