Literaire mosterd

Willem Elsschot wist het al, voor mosterd moet men in Gent zijn, bij Ferdinand Tierenteyn. Bij het Elsschotjaar passen dan ook speciale mosterdglazen.

Omdat het veertig jaar geleden is dat de schrijver-dichter Willem Elsschot stierf, brengt Gentse mosterdfabrikant Ferdinand Tierenteyn een feestverpakking uit. Het portret van Elsschot en zijn satirische “Lofzang van de mosterd” zijn op de drinkglazen van Tierenteyn Stropkesmosterd geëtst. “Tussen 1949 en 1959 heeft Willem Elsschot negen mosterdverzen geschreven,” zegt Guy Mortier, derde generatie mosterdfabrikant en eigenaar van de BVBA Ferdinand Tierenteyn.

De geschiedenis van “Oud huis Ferdinand Tierenteyn, mosterdfabriek en azijnbrouwerij” gaat terug naar eind 18de eeuw wanneer Petrus Tierenteyn een kruidenierszaak start. Zijn twee zoons, Franciscus August en Ferdinand, bemachtigden een mosterdproductiegeheim uit Dijon en begonnen begin 19de eeuw met de productie.

Drie generaties later overleed kleinzoon Ferdinand in 1939 zonder nakomelingen en de zaak werd verkocht aan een niet-Tierenteyn, Fredegand Meirelier, Mortiers grootvader. In 1956 vestigde het bedrijf Ferdinand Tierenteyn zich in de Sparrestraat 49, waar het nog steeds gelegen is.

Mortier: “Er is altijd een strikte scheiding geweest tussen de activiteiten van de twee broers. Vandaar de verwarring bij vele Gentenaars over wie de echte Tierenteynmosterd maakt. Er bestaat echter geen echte of valse. De kruidenierswinkel Tierenteyn-Verlent op de Groentenmarkt gaat terug op de Franciscus-tak. Hoewel zij eveneens mosterd maken, hebben ze zich toegelegd op het uitbaten van een winkel. Intussen is ook deze familiezaak in andere handen, immers de laatste Tierenteyn is in 1949 overleden zonder nakomelingen.” Vorig jaar produceerde Ferdinand Tierenteyn 438.000 kilo mosterd. Er worden onder eigen naam drie soorten mosterds verkocht: de pikante Extra mosterd, de zachtere Stropkesmosterd en een mosterd à l’ancienne. Ongeveer 75% is bestemd voor de particuliere markt en 25% gaat naar de horeca en grootverbruikers.

Vooral in Oost- en West-Vlaanderen wordt de mosterd gesmaakt. “Naast de internationale merken is de mosterdmarkt vooral in handen van regionale ambachtelijke producenten die in eigen streek zo goed als marktleider zijn,” zegt Mortier. “Voet aan de grond krijgen in een andere regio is daardoor moeilijk. Daarenboven is de mosterdmarkt een stabiele tot dalende markt.”

Hoewel de fabrikant krap behuisd is in de Sparrestraat, denkt Mortier er niet aan te verhuizen. “Dat is zo goed als onmogelijk. De azijncultuur in hoge houten tonnen – basis voor de mosterdproductie – laat zich immers niet verplaatsen. Overigens zijn er geen fabrikanten meer van dergelijke houten vaten. Een azijncultuur is iets levends, we kunnen ons niet riskeren dat die sterft. Want zo zegt Elsschot: als men dood is, is’t gedaan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content