Journalist voor het leven
Mei ’68 en de NMBS hebben op het eerste gezicht niets met elkaar te maken. En toch. Paul Huybrechts bracht zopas SOS NMBS. In het spoor van Karel Vinck uit. Een boek waarin hij als onderzoeksjournalist de NMBS op de korrel neemt. Etienne Schouppe, de voormalige spoorwegbaas, komt er alvast niet goed uit. De vroegere minister van Mobiliteit Isabelle Durant (Ecolo) evenmin. De kordate Huybrechts noemt haar in zijn boek prompt een “sukkel”. Hij schuwt daarmee geen controverse.
Ook toen hij in zijn prille jaren op de barricaden stond in de haven van Antwerpen voor Amada, nam hij geen blad voor de mond. Huybrechts was jarenlang een van de boegbeelden van de ‘Alle Macht Aan De Arbeiders’-partij, intussen de PVDA.
“Ik ben een mei ’68’er,” zegt Huybrechts nu over zijn extreem links verleden. “Ik heb na mijn studies Pol & Soc tot aan mijn 33ste in een fabriek gewerkt, zoals de maoïstische partijdiscipline dat aanbeval. Zes jaar lang. Ik heb daar helemaal geen spijt van, want ik heb er veel geleerd. Het was harde ploegenarbeid, maar ik heb dat graag gedaan.”
“Eigenlijk ben ik al heel mijn leven journalist geweest,” vertelt de nu bijna zestigjarige Huybrechts. “Al van op de schoolbanken. Toen ik er in de fabriek de brui aan gaf, ging ik naar Frans Van Erps, destijds voorzitter van de Beroepsunie van de Belgische Persbond, en hij zei: ‘Ik had je verwacht.’ Dat ga ik nooit vergeten.”
Huybrechts ging in 1979 aan de slag bij De Morgen en boog er zich over belangrijke dossiers als de begroting of de sociale zekerheid. “Alles wat met cijfers te maken had, was voor mij,” gekscheert hij. Huybrechts was ook de eerste journalist die met Albert Frère ging praten, wat voor een linkse krant als De Morgen destijds op zijn minst gezegd innoverend was.
Huybrechts kocht in zijn De Morgen-periode ook zijn eerste aandeel, eentje van Petrofina. Sindsdien liet hij de financiële markten niet meer los. Hij was in 1985 zelfs zodanig gebeten door de beurs dat hij solliciteerde bij De Belegger, het blad voor beleggingsadvies van Uitgeversbedrijf Tijd. “Ik herinner me nog dat ik aan onze journalist Erik Durnez vroeg of hij niet eens kon polsen of Paul Huybrechts niet liever bij ons kwam. Ik las De Morgen en vond Paul een schitterend journalist,” haalt Jan Lamers op. Lamers was jarenlang gedelegeerd bestuurder van Uitgeversbedrijf Tijd. “En toen was Paul plots bij De Belegger in dienst, maar dat was niet helemaal zijn ding, dus stapte hij over naar de krant.”
Huybrechts: “Mijn journalistieke jaren bij De Financieel-Economische Tijd waren heroïsch. De raid van De Benedetti op de Generale Maatschappij. Heel die periode. Ik heb dat samen met journalist Luk Van Hecke allemaal op de voet gevolgd. Dat was buitengewoon boeiend. Er waren toen maar weinig financieel-economische journalisten, dus je voelde je echt uitzonderlijk.”
In 1990 maakte Huybrechts een ommetje naar het beurshuis Dewaay, Servais & Co, toen samen met Petercam en Puissant, Baeyens het neusje van de zalm. Huybrechts was een flinke veertiger en vroeg zich af of hij wel de rest van zijn leven op hetzelfde pad wou blijven. Midlifecrisis heet zoiets. Maar amper enkele maanden later keerde hij al terug naar De Financieel-Economische Tijd. “Ik was zo blij toen Jan Lamers me vroeg om terug te keren. Hij bood me een managementfunctie aan, maar ook als journalist zou ik zijn teruggekeerd. “Ik verveelde me bij Dewaay, zelfs al had ik uitstekende banden met Pierre Guilmot en de andere partners. Het ging me daar veel te traag. Geef mij maar het dynamisme van een krant.”
Lamers: “Overstappen van de journalistiek naar een managementfunctie is absoluut niet evident, maar Paul kon beide. Net zoals hij journalistieke dossiers aanpakte, gooide hij zich op het beheer van het bedrijf. Hardnekkig, met veel serieux en labeur. Wist u trouwens dat hij ook zo fietst? Tot hij erbij zou kunnen neervallen.”
In 2002 hield Huybrechts het bij De Tijd plots voor bekeken. Er was een breuk ontstaan tussen het management en de redactie van de krant, nadat De Persgroep samen met Roularta een bod op Uitgeversbedrijf Tijd had uitgebracht. De redactie zag een overname niet zitten. Lamers en Huybrechts, intussen al jaren een tandem, vonden van wél. De overname ging niet door en de posities van Lamers en Huybrechts kwamen in het gedrang.
“Er was meer,” vertelt Huybrechts zelf met een zucht. “Ik was moe. Doodmoe. Ik had jaren gependeld tussen België en Nederland. Ik leidde Trustmedia in Amsterdam, de elektronische dochter van Uitgeversbedrijf Tijd, en dat was een helse taak. Het was het begin van internet en alles ging veel te snel.”
Huybrechts is na zijn Tijd-tijdperk niet bij de pakken blijven zitten, wat hem duidelijk typeert. En siert. Hij maakte van onderzoeksjournalistiek – een beetje een oude geliefde – zijn dada. Vorig jaar hielp hij de KU Leuven met het archiveren van de documentatie van onderzoeksjournalist Walter De Bock. Een goede vriend van Huybrechts. In de centrale bibliotheek van de KU Leuven bevinden zich nu 1300 archiefdozen, zowat 10 kubieke meter met documenten over allerlei politieke gebeurtenissen tussen 1975 en 2000. “Walter beschikte bijvoorbeeld alleen al over 8300 biografieën,” beklemtoont Huybrechts.
Hij leidt nu een opvallend rustiger leven, samen met VRT-gezicht Frieda Van Wijck. “Ik ga nooit meer terug in het management. Ik wil schrijven en onderzoeken. Meer hoeft dat niet te zijn. Ik heb een fijn leven. Ik spendeer ‘s morgens een drietal uren met het doornemen van kranten, nieuwsbrieven, beleggeranalyses en ga zo maar door. Ik ben verslaafd aan informatie, gewoon omdat ik de wereld fascinerend vind.”
Saar Sinnaeve
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier