Japan bundelt zijn pijlen
Premier Shinzo Abe schudt de Japanse economie wakker op een manier die voor de wat ingedommelde bevolking ronduit onthutsend is. Maar zijn strategie legt hem en de economie geen windeieren.
In Sopurando, een rosse buurt in Tokio, is de prijs voor een ‘basismassage’ voor het eerst sinds 1990 gestegen. De vraag naar de ‘hoogtechnische’ topmassage, die 60.000 yen (460 euro) per beurt kost, is eveneens scherp gestegen, zegt Akira Ikoma, de uitgever van My Journey, een blad dat de seksindustrie op de voet volgt. Hij zegt dat het allemaal toe te schrijven is aan de opwelling van de beurs. De aandelenmarkt is de jongste zes maanden met 70 procent gestegen, een correctie in de afgelopen weken niet te na gesproken (zie grafiek).
In Japan noemen ze de opleving Abenomics, ter ere van Shinzo Abe, die in december opnieuw premier werd. Bij zijn aantreden verklaarde hij dat Japan terug van weggeweest is en hij heeft sindsdien niets onverlet gelaten om dat ook aan te tonen. Hij stelde snel zijn regering samen en kondigde in januari al een budgettaire stimulans van 10,3 biljoen yen aan.
Dat was pas een eerste van drie gedecideerde stappen, die Abe zijn drie pijlen noemt (zie kader). Wat Abe vervolgens deed, kwam neer op een vijandige overname van de centrale bank, die niet wou meestappen in doortastende experimenten met het monetaire beleid. Hij zette de bezadigde leiding van de bank aan de kant en installeerde Haruhiko Kuroda als gouverneur. De voormalige ambtenaar van Financiën, die ooit aan het hoofd stond van de Aziatische Ontwikkelingsbank, had al lang opgeroepen tot een meer activistische aanpak van de dalende prijzen.
Kuroda kreeg de opdracht het land te bevrijden van vijftien jaar deflatie en te mikken op een inflatie van 2 procent. Begin april kondigde hij zijn plannen aan om dat doel binnen de twee jaar te bereiken. Zijn maatregelen — een onuitgegeven programma van quantitative easing — gingen ieders verwachtingen te boven. De bedoeling is de geldhoeveelheid in twee jaar te verdubbelen. Die aanpak, zo wordt gezegd, komt neer op een soort van schoktherapie voor de deflatoire obsessie van de Japanse bevolking.
Op korte termijn heeft dat goed gewerkt. Abe’s regering heeft de yen naar beneden gepraat. Vorige herfst stond de koers nog op 77 yen voor een dollar, tegenwoordig draait dat rond 101 yen. Dat heeft de Japanse export ondersteund en de beurs, die de afgelopen zes maanden fors gestegen was, nog williger gemaakt. Voor het eerst in jaren bespelen de Japanse spaarders weer de markt. Mijnheer Watanabe, het archetype van de kleine belegger, is terug.
De voorstanders van Abenomics zeggen dat door de perceptie te wijzigen een gunstige spiraal op gang gebracht wordt. Meer ondernemingswinst doet de lonen stijgen, waardoor de consumptie gestimuleerd wordt. Dat leidt dan weer tot nieuwe bedrijfsinvesteringen en uiteindelijk tot nieuwe winst. De voorlopige cijfers, die op 16 mei werden vrijgegeven, lijken hen gelijk te geven: in het eerste kwartaal van dit jaar groeide de Japanse economie op jaarbasis met 3,5 procent. Al lijkt het twijfelachtig dat beleidsmaatregelen die toen net genomen waren, nu al zo’n effect zouden sorteren.
Inkomsten opvoeren
Hoe dan ook is het consumentenvertrouwen aangewakkerd. De retailers zagen hun verkoop sneller toenemen dan in zowat het hele voorbije decennium. Er hangt een voelbare buzz in de afterworkbars en restaurants in Tokio. Het is voor de regering essentieel dat de monetaire en budgettaire stimulansen de totale vraag opdrijven en leiden tot een ruimere prijsstijging. De belastinginkomsten zijn afhankelijk van het nominale bbp. Door de aanhoudende deflatie is dat blijven hangen op het peil van 1991 (zie grafiek), waardoor de belastinginkomsten gedrukt werden. Dat ook de belangrijkste reden waarom de brutostaatsschuld opgeklommen is tot ongeveer 240 procent van het bbp. Het is dringend nodig die inkomsten op te voeren.
Indien de Bank of Japan erin slaagt de deflatie een halt toe te roepen, kan evenwel een nieuw probleem ontstaan. De aankoop van overheidsobligaties en andere activa die de centrale bank doet in haar programma van quantitative easing is erop gericht hun rendementen te temperen. Dat moet de banken, ondernemingen en institutionele beleggers ertoe aanzetten elders op zoek te gaan naar hogere opbrengsten, hetzij door te investeren in de reële economie, hetzij door te investeren in het buitenland.
Maar als het lukt om de inflatieverwachtingen op te krikken, kan dat ertoe leiden dat de investeerders een hogere risicopremie eisen om overheidsobligaties aan te houden, omdat ze in het ongewisse zijn over de omvang van de komende inflatie. De obligatiemarkt is er een stuk wisselvalliger op geworden. Vorige week kende de Japanse obligatierente nog een steile klim.
Vergrijzing
Wat de obligatiemarkt ook doet, de totale vraag opdrijven volstaat niet om Japans budgettaire problemen op te lossen. Robert Feldman van de financiëledienstverlener Morgan Stanley MUFG legt de vinger op de zere plek. In de begroting van vorig jaar gaf de overheid 124,5 biljoen yen uit aan pensioenen, gezondheidszorg, verzorging en gezinstoelagen, centrale en lokale overheden. Dat is goed voor 26,1 procent van het bbp. Daar staan slechts 59,2 biljoen yen inkomsten tegenover, of 12,5 procent van het bbp. Het verschil werd grotendeels opgevangen met leningen.
Om de Japanse overheidsschuld te stabiliseren, moet volgens Feldman het deficit van 8 procent vóór intresten omgebogen worden tot een overschot van 3,2 procent. De regering wil daarom de btw verdubbelen tot 10 procent tegen 2014-2015. Maar door de vergrijzing kampt Japan met een krimpende actieve bevolking en een toenemend aantal ouderen. Dat maakt de noodzakelijke omschakeling te groot om het probleem op te kunnen lossen met een aannemelijke mix van belastingverhogingen en uitgavenbeperkingen.
Derde pijl
Japan heeft dus nood aan een volgehouden economische groei op lange termijn. Daarom legde Shinzo Abe een derde pijl op zijn boog: drastische hervormingen om de aanbodzijde van de economie nieuw leven in te blazen. Abe wil de rigide arbeidsmarkt aanpakken, het onderwijs verbeteren, de grenzeloze regulering afschaffen, investeringen aanzwengelen, beschermde sectoren zoals de landbouw, de farma, de energie openstellen voor concurrentie enzovoort. Dat het hem menens is, blijkt uit zijn voornemen Japan te laten toetreden tot het Trans-Pacific Partnership (TPP), een door de Amerikanen geleide poging om de handel in de regio te liberaliseren. Het lidmaatschap daarvan zou grote veranderingen met zich brengen voor Japans meest beschermde sectoren.
De landbouw is daar een prioriteit. Delen ervan zijn hoogst inefficiënt, de taksen op rijst en zuivelproducten zijn torenhoog, er is een overvloed aan oudere deeltijdse landbouwers en de wetgeving op de grondeigendom beperkt de omvang van de landbouwpercelen. Als Japan toetreedt tot het TPP, zal dat de sector dwingen tot grote veranderingen.
In de gezondheidszorg wil de regering ervoor ijveren dat geneesmiddelen gemakkelijker via het internet kunnen worden aangekocht en dat ze ook sneller worden goedgekeurd. Energie heeft zo haar eigen hoogdringendheid gekregen na het kernongeval in Fukushima in maart 2011. Dat heeft geleid tot het stilleggen van alle Japanse kerncentrales. De regering wil de concurrentie in het aanbod en de investeringen in hernieuwbare energie aanmoedigen en een nationale infrastructuur voor de import van aardgas opbouwen.
Aardverschuiving
Gecoördineerde verschuivingen van die omvang in het monetaire, budgetaire en economische beleid zouden in om het even welk land frappant zijn. In Japan, waar het befaamde consensusmodel al lang versteend is tot politieke onmacht, zijn ze onthutsend. In het land dat geteisterd wordt door natuurrampen, kelderende beurzen, dalende prijzen, een krimpende bevolking en een toenemende irrelevantie – zelfs minachting – in het buitenland heeft Abe’s spectaculaire salvo van beleidsveranderingen de bevolking gestimuleerd en geënthousiasmeerd.
De kracht waarmee Abe zijn derde pijl gelost heeft, is misschien nog de grootste verrassing. Zijn trouwste aanhangers hebben hem verwittigd dat hij, door zich voortijdig te verbinden tot het TPP, de kansen voor de LDP bij de verkiezingen voor het Hogerhuis in juli zou hypothekeren. De landbouwlobby is een belangrijke steunpilaar voor de partij. Maar de eerste minister stond erop door te zetten. Uitstel, zo dacht hij, zou een gebrek aan leiderschap verraden.
Hij lijkt gelijk te krijgen. Abe blijft stijgen in de opiniepeilingen. 70 procent van de bevolking steunt hem. Dat deed geen enkele regeringsleider in de recente geschiedenis hem voor. Het ziet ernaar uit dat de LDP een even grote aardverschuiving in het Hogerhuis zal teweegbrengen als in het Lagerhuis in december. Na jaren van parlementaire patstelling staat een Japanse premier nu op het punt een mandaat te krijgen om te doen wat hij wil. En dat is een heropstanding van het Japan van weleer: een land dat zich goed voelt in zijn traditionele waarden en geschraagd wordt door militaire bekwaamheid en het internationaal respect dat volgens Abe zijn natie toekomt.
The Economist
Voor het eerst in jaren bespelen de Japanse spaarders weer de markt. Mijnheer Watanabe, het archetype van de kleine belegger, is terug.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier