Hoe bestuurders een bedrijf veranderen

Een raad van bestuur is geen gezapig herenclubje meer. Vraag maar aan de managers van het uitzendbureau Creyf’s. Die wilden het informaticabedrijf Bureau van Dijk kopen, maar door de scepsis van de raad van bestuur verdween de deal in de ijskast. Trends sprak met drie bestuurders die een ingrijpende koerswijziging in een bedrijf teweegbrachten.

“Tijdens de onderhandelingen met Bureau van Dijk steeg plots de prijs,” zegt Luc Bertrand, een bestuurder van Creyf’s. “Daarom willen we alles nog eens goed bestuderen.” Verder hoedt Bertrand zich voor commentaar. “De zaak had nooit publiek mogen worden om mee te beginnen,” mort hij. Maar de acquisitie is in elk geval vertraagd, en wordt misschien zelfs afgevoerd. Het onderstreept hoe zwaar een raad van bestuur kan doorwegen op de beslissingen van een onderneming. Want de koerswijziging bij Creyf’s is lang geen uitzondering.

Jo Cornu (Uitgeversbedrijf Tijd)

Kijk maar naar Jo Cornu. Jarenlang was hij de nummer twee van elektronicabedrijf Alcatel – een voltijdse job die hij combineerde met bestuursmandaten bij de bank KBC en de beeldgroep Barco. Tot in 1999. Toen liet Cornu Alcatel-topman Serge Tchuruk weten dat hij zich om privé-redenen niet langer voltijds met de telecomgigant wilde bezighouden. Hij bleef wel als bestuurder bij KBC en Barco actief.

In die periode kreeg Cornu zitjes aangeboden in de raad van bestuur van wel 35 bedrijven. Hij koos voor Keyware Technologies – waar hij inmiddels wegens tijdsgebrek is opgestapt – en Xeikon. Hij aanvaardde ook de voorzitterssjerp bij Uitgeversbedrijf Tijd, waarvoor de referentieaandeelhouder, het Vlaams Economisch Verbond (VEV), hem had aangezocht. Cornu: “Het VEV zocht vooral expertise in de elektronische aspecten van uitgeven.”

Bij de Tijd speelde Cornu een centrale rol in het debat rond de toekomst van de uitgeverij en de mogelijkheden op het vlak van internationale expansie. Cornu: “Ik wilde vermijden dat de Tijd, zoals zovele bedrijven, in het verleden zou blijven leven. Daarover heb ik diverse discussies met het management gevoerd.” Aan het einde van die gesprekken bleven er twee grote opties over. Eén: de uitbouw van De Financieel-Economische Tijd ( FET) tot een algemene krant. Of twee: een verdere specialisatie in het domein van de financieel-economische pers – een denkpiste waarin het internet en de mondialisering van de beurzen een belangrijke factor zijn. “We kozen voor de tweede optie,” zegt Cornu. “Die is enkel mogelijk bij een expansief beleid, want de nodige investeringen hiervoor financier je niet vanuit de binnenlandse markt.”

De koerswijziging leidde uiteindelijk zelfs tot een overnamebod op De Financieel-Economische Tijd. Heeft Cornu de FET dan in de etalage gezet? “Neen,” houdt hij vol. “We voerden verkennende gesprekken met de drie voornaamste krantenuitgevers in Vlaanderen en praatten over een fusie met het Financieel Dagblad in Nederland. Elk van de gesprekspartners vroegen we: hoe zien jullie je toekomst en, stel dat je aandeelhouder van de FET wordt, hoe ziet het plaatje er dan uit?” Plots lanceerden de Nederlanders een bod en verschillende andere kandidaten volgden. “Dan heb je er geen controle meer over,” weet Cornu.

Luc Vansteenkiste (Spector)

Bij Spector zorgde Luc Vansteenkiste voor een vergelijkbare ommekeer. Het ging slecht met de fotofinisher, tot Vansteenkiste zich op vraag van zijn vriend Johan Mussche, de voorzitter van de raad van bestuur, over de toekomst van Spector ging buigen. Photo Porst, de verlieslatende Duitse acquisitie, woog loodzwaar op de rentabiliteit en de banken keken met argusogen toe. Waarop Vansteenkiste als een ware crisismanager de moeilijkheden met Porst uit de weg ruimde – hij verkocht de Duitse keten voor een symbolische frank – en een nieuwe gedelegeerd bestuurder aantrok – Walter De Roey, een gewezen topman van Tabacofina – om naast Tonny Van Doorslaer de dagelijkse leiding van Spector op zich te nemen.

Vansteenkistes no nonsense-aanpak, wars van alle emotionele banden die het vroegere management met de Duitse acquisitie en de snelle groei had, deed een nieuwe wind waaien bij de Wetterse multinational. Vansteenkiste: “Eigenlijk ben ik bij Spector een beetje buiten mijn rol getreden.” Het was een titanenwerk. De voorbije maanden heeft hij één weekend op twee aan Spector besteed.

Vansteenkiste leerde de stiel als raadgever bij Sioen Industries, dat hem advies vroeg bij een aantal strategische beslissingen en hem vervolgens binnenhaalde in zijn raad van bestuur. Het West-Vlaamse textielbedrijf speelde namelijk met het idee om textielproducten voor de automobielsector te maken – een sector die Vansteenkiste door en door kent. “We kwamen bijeen voor een brainstorming in de woning van Jacky Sioen in Knokke,” herinnert Vansteenkiste zich. “Er werden daar fantastische plannen getoond, maar het bedrijf was niet voorbereid om in de automobielbranche van start te gaan. Ik heb hen dat toen ten stelligste afgeraden en ze hebben naar mij geluisterd.”

Ondanks de lotgevallen van Spector en Sioen staat ook de bestuurder Vansteenkiste niet negatief tegenover internationale expansie. Vleeswarenproducent Ter Beke, bijvoorbeeld, helpt hij uitgroeien tot een Europese speler. Via zijn vriend Louis Verbeke trad Vansteenkiste ook toe tot de raad van bestuur van Telindus. “Dat mandaat is beter beheersbaar dan, pakweg, dat bij Spector,” zegt Vansteenkiste. “Bij Spector moest ik sturen, bij Telindus volstaat het om één dag op voorhand het dossier in te studeren en vervolgens aanwezig te zijn op de raad van bestuur.”

Peter Hinssen (The Reference)

Dat het ene mandaat minder tijd opslorpt dan het andere, weet ook Peter Hinssen, de 31-jarige oprichter van onder meer The E-Corporation, inmiddels een Alcatel-dochter. Ook bij Hinssen reikt zijn rol als bestuurder verder dan de board room. De dertiger was tot eind 1999 voltijds actief in The E-Corporation, daarna volgde hij binnen McKinsey de opleiding entrepreneurial residence, die erop gericht is managers te helpen bij de ondersteunende rol die ze voor groeibedrijven spelen. Zijn bestuursmandaten – Hinssen zetelt als externe in de raad van bestuur van websitebouwer The Reference en is voorzitter-aandeelhouder van drie nieuwe internetbedrijven: EurASP.com, Streamcase.com en Imaqa.com – liggen in het verlengde van die opleiding. Hinssen: “Bij jonge internetbedrijven is de term bestuurder niet echt op zijn plaats. In de eerste paar jaar in het leven van zo’n bedrijf, is coach een betere term.” Hinssen bezoekt klanten en speurt mee naar nieuwe financiële middelen. Het coachen van zo’n start-up neemt één tot twee jaar in beslag.

The Reference is een ander paar mouwen. “Het bedrijf is veel minder volatiel dan een starter,” zegt Hinssen. “Hier moet je niet constant zoeken naar middelen om een positieve cashflow te genereren. Je kan meer strategisch werken met een langetermijnvisie.” Het feit dat Peter Hinssen de informaticasector goed kent, is ook een voordeel: “Ik ben geen investeringsengel die geld in een start-up steekt en er zich verder niets meer van aantrekt. Met mijn sectorkennis bied ik het bedrijf vanzelf al bijkomende expertise.”

The Reference is geen onbekende voor Hinssen. “Ik ken chairman Jo Caudron al sinds 1994,” zegt hij. “Vorig jaar werd ik door hem aangesproken om tot de raad van bestuur van The Reference toe te treden, maar daar had ik toen geen tijd voor. Nu wel, aangezien ik eigenlijk nergens meer voltijds ben tewerkgesteld.”

Frank Demets, Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content