Het wel en wee bij PMV
ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) moet de Vlaamse economie versneld een handje toesteken. Bij de investeringsmaatschappij zijn ze klaar voor die opdracht. “Maar we zijn niet de ziekenwagen van de Vlaamse economie”, benadrukt topman Clair Ysebaert.
Het geurt nog naar nieuw in de kantoren die Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) sinds twee weken in het hartje van Brussel betrekt. Je zou er zowaar een symboliek in kunnen ontwaren, want PMV heeft bij de verhuis ook haar eigen activiteiten onder de loep genomen, en deels hervormd. De Vlaamse overheid hield PMV in 2002 boven de doopvont als investeringsmaatschappij. Ze doet haar werk in opdracht van die Vlaamse overheid op de markt van bedrijfsfinanciering, in publiek-private samenwerkingsverbanden, vastgoedprojecten en in milieu- en energie-investeringen. Bij haar oprichting erfde de maatschappij enkele van de oude GIMV-participaties. Die kon PMV valoriseren en zo kwamen middelen vrij om de nieuwe activiteiten te financieren. Op de balans prijken een kapitaal van 245 miljoen euro en 260 miljoen euro geldbeleggingen en liquide middelen.
PMV heeft dus een enorme vetpot om in de Vlaamse economie te injecteren. Of toch niet? “95 procent van alle middelen die PMV ter beschikking heeft, is al toegezegd aan lopende of toekomstige projecten. Als de fondsen voor andere zaken moeten worden gebruikt, dan vallen al onze eerder aangegane verbintenissen in duigen. We gaan niet herbeginnen met ons businessplan te hertekenen”, aldus PMV-voorzitter Clair Ysebaert. De voorzitter is op zijn hoede. Hij wil de Vlaamse overheid zeker helpen, maar de crisis mag geen excuus zijn om de hele werking van PMV ondersteboven te keren.
Geen speeltje van de overheid
De Vlaamse overheid schakelt PMV in om de financiële crisis en de impact daarvan op de reële economie mee te helpen counteren. Volgens voorzitter Clair Ysebaert heeft PMV niet gewacht op de overheid, maar was ze zelf proactief de eigen werking en structuur aan het herzien. Het gros van het plaatje dat de overheid in haar nota ‘Herstel het vertrouwen’ naar voren schuift en dat door PMV dient te worden ingevuld, was dus binnenskamers al voorbereid. “Het is wel versneld doorgevoerd, gezien de huidige economische context”, zegt Ysebaert.
Toch wordt onder politici de discussie gevoerd of PMV haar missie niet moet heroriënteren. Bij de debatten in de commissie Economie van het Vlaams Parlement werd gesteld dat PMV te strenge voorwaarden oplegt aan financieringsprojecten, en – zeker in economisch barre tijden – zich wat soepeler dient op te stellen. “Volgens sommige parlementsleden handelen we te veel als een bankier, met te scherpe ratio’s”, zegt Ysebaert.
De parlementairen zelf zijn er nog niet uit. Moet PMV met belastinggeld bedrijven redden of niet? “Wij moeten de mix zoeken tussen de efficiëntie en de redding van bedrijven”, luidt het bij PMV zelf. Er wordt dus onderzocht of PMV rechtstreeks in bedrijven kapitaal kan injecteren. “Vroeger zagen privéspelers directe bedrijfsinvesteringen als hun exclusief terrein, maar nu kijken ze wel naar ons om daar een rol in te spelen”, beaamt Bart De Smet, businessunitmanager PMV-kmo. “Gezien de omstandigheden moeten we ons soepel opstellen, maar de bedrijven die we ondersteunen, moeten natuurlijk wel perspectief hebben. Er moet een return zijn voor de overheid die haar verantwoordelijkheid neemt. We kunnen dus eventueel werken via een tijdelijke afgescheiden opvangstructuur. Maar dat moet dan zeer gericht gebeuren en onder heel strikte condities. Ook met de finaliteit voor ogen om het zo vlug mogelijk weer af te stoten. En helemaal afgescheiden van alle andere dingen die we in portefeuille hebben”, vult Ysebaert snel aan.
Rechtstreeks en onrechtstreeks investeerde PMV-kmo in 3249 bedrijfsdossiers. Daarmee ging een bedrag van 511,6 miljoen euro gepaard. De slaagkansen om bij PMV groen licht te krijgen voor een investeringsdossier, schommelen voor ondernemingen tussen de tien en twintig procent. Daarmee zit PMV hoger dan de privésector, klinkt het, maar met net iets te weinig overtuiging blijkbaar. Want de Vlaamse overheid trekt aan de PMV-mouw om de drempels te verlagen en de teugels te laten vieren. Leuk om te weten: de negenkoppige raad van bestuur van PMV is door de politici aangewezen. PMV mag enkel taken uitvoeren in opdracht van de overheid, die de enige aandeelhouder is – Arkimedes buiten beschouwing gelaten – en is bovendien voor haar financiën volledig afhankelijk van de politieke bereidwilligheid.
Oud geld voor nieuwe potten
PMV zal niet radicaal van koers veranderen, maar past het actieplan aan en schakelt nu een versnelling hoger om -samen met private financiers- ondernemingen van zuurstof te voorzien. PMV wist zich ook geconfronteerd met een teveel aan producten waarbij het bos door de bomen niet meer te zien was. Een herstructurering drong zich dus op. Ysebaert: “Voor sommige maatregelen pakte de mayonaise niet. PMV is geboren in 2002. Vele maatregelen werden pas operationeel sinds 2005 en hebben dus hun tijd nodig om vruchten af te werpen. Investeren doe je op lange termijn en je kunt vandaag nog geen grote wonderen tot stand zien komen.”
In het nieuwe actieplan voor de bedrijfsfinanciering worden bestaande activiteiten aangepast of geschrapt. “Sommige plannen waren al beslist en worden nu versneld. Aan de andere kant gebeurt er een herverdeling van de middelen naar segmenten waarvan we denken dat ze meer impact hebben. Het is niet dat er ongelooflijk veel nieuw geld van de belastingbetaler zal worden aangewend”, aldus De Smet.
De middelen van PMV zijn verdeeld over de bedrijfsunits, waarvan de kmo-poot 160 miljoen euro ontvangt, en nog eens 110 miljoen euro via Arkimedes. De andere drie units zijn ‘PMV-vastgoed’ (40 miljoen euro), ‘PMV-pps’ (150 miljoen euro) en ‘PMV-duurzame ontwikkeling’ (90 miljoen euro). Onder de koepel van ‘PMV-kmo’ vallen zeven financieringsproducten waarvan sommige nu aangepast worden. Naast de nieuwe pijler ‘PMV-mezzanine’, komt ‘Risicobeheer’ met daaronder Arkimedes, Cultuurinvest, Fonds Vlaanderen Internationaal, en het Vlaams Innovatiefonds (Vinnof). Onder ‘Kredietverstrekking’ komen de Waarborgregeling en de Winwinlening.
Bedrijven helpen de kapitaalbasis te versterken
Met de nieuwe kmo-pijler wil PMV mezzaninefinancieringen verstrekken, in de vorm van achtergestelde leningen. Zo’n financiering wordt door banken en andere financiers beschouwd als eigen vermogen dat de balans van de onderneming versterkt. Zo moet ze een hefboom zijn voor het aantrekken van andere vormen van kredieten.
Het budget voor de PMV-mezzanine ligt op 92 miljoen euro, en wordt vrijgemaakt via het verschuiven van bestaande budgetten. Daarvan komt 22 miljoen euro van het NRC-fonds van PMV. Dat wordt opgedoekt wegens niet succesvol. Het NRC-fonds werd in het leven geroepen voor de financiering van innovatieprojecten die hoge ontwikkelingskosten met zich brachten. Nog eens 70 miljoen euro komt van de extra 75 miljoen euro die eerder aan PMV werden toegezegd voor de financiering van innovatieve ondernemingen en projecten, maar die nog niet werden ingebracht.
Hoe het budget verdeeld zal worden en over welke periode, is nog niet helemaal uitgemaakt. Het investeringsvehikel moet begin volgend jaar van start gaan. Wel liggen de voorwaarden al vast, en die ogen niet min. Per onderneming wordt maximaal 2,5 miljoen euro ingebracht, voor een duurtijd van zeven jaar, waarvan twee jaar geen kapitaalaflossingen dienen te gebeuren. De PMV-mezzanine moet echter wel gezien worden als een aanvullende financiering. Dat betekent dat minstens 25 procent van de financiering dient te komen via de ondernemer of een andere privé-investeerder in de vorm van kapitaal of een achtergestelde lening. Als een kredietverstrekker een niet-achtergestelde lening ter beschikking stelt, trekt PMV dat financieringsbedrag op tot de helft van het totale investeringsbudget van de onderneming. De toekomst zal moeten uitwijzen of die drempel niet te hoog is gelegd, want ondernemers klagen net dat ze geen externe financiering vinden. En dus zou PMV-mezzanine wel eens aan zijn doel kunnen voorbijschieten.
Bedrijven aan kredieten helpen
Andere, bestaande initiatieven als Arkimedes en de Waarborgregeling worden eveneens aangescherpt. Voor Arkimedes wordt nagedacht over een versnelde procedure om een tweede ronde te organiseren. Arkimedes verdubbelt het aanbod van risicokapitaal voor jonge groeibedrijven. Het Arkimedesfonds, ter waarde van 110 miljoen euro, biedt één euro extra voor elke euro die een erkende private risicokapitaalverschaffer (de zogeheten Arkivs) investeert. Sinds de oprichting, zo’n tweeënhalf jaar geleden, hebben de Arkivs voor zowat 58 miljoen euro geïnvesteerd in 82 Vlaamse bedrijven. Daarmee zit Arkimedes volledig op schema, luidt het, en lijkt het opportuun om een tweede kapitaalronde op te zetten.
De Waarborgregeling bestaat om de bank of de kredietverschaffer meer zekerheid te bieden wanneer een ondernemer een investeringskrediet wil, maar onvoldoende zekerheden kan voorleggen. Met de crisis en de verwachte fall-out op het bedrijfsleven heeft de overheid beslist om het budget van de Waarborgregeling op te trekken. In een eerste fase van 180 miljoen euro naar 240 miljoen euro dit jaar, en naar 300 miljoen euro in 2009. De regeling richt zich uitsluitend op kmo’s, en heeft betrekking op bedragen van maximaal 1,5 miljoen euro. Al wordt de mogelijkheid onderzocht of ook grotere bedrijven en grotere bedragen in de toekomst mogelijk zijn. En ook kortetermijnkredieten zullen voortaan gewaarborgd worden.
De andere bestaande initiatieven zijn Cultuurinvest, dat cultuurbedrijven toegang geeft tot risicokapitaal. Het fonds bestaat sinds eind 2006 en heeft in die tijd een 30-tal ondernemingen van in totaal 4 miljoen euro voorzien, in de vorm van achtergestelde leningen. Het Vlaams Innovatiefonds (Vinnof) werd ook in 2006 opgericht, en voorziet innovatieve starters van zaaikapitaal. Met de jongste aanpassing zal Vinnof zaaikapitaal tot maximum 1,5 miljoen euro verstrekken aan ondernemingen jonger dan zes jaar, in plaats van de huidige drie jaar. Het Fonds Vlaanderen Internationaal, dat Vlaamse kmo’s in hun internationale groei ondersteunt, wijzigt niet. Net als de Winwinlening, die particulieren aanmoedigt via een belastingvoordeel voordelige leningen te verschaffen aan starters.
Wat PMV niet zal doen
PMV houdt dus vast aan haar bestaande instrumenten en langetermijnstrategie. Maar is daar wel voldoende tijd voor? Ondernemers hebben vandaag behoefte aan investeringskredieten. “Je hebt nu eenmaal voorbereidingstijd nodig voor zulke investeringsdossiers”, luidt het bij PMV. Want PMV wil er niets van weten dat haar kapitaal zou verdwijnen in reddingsoperaties die op de lange termijn geld verbranden. “Wij zijn niet de ziekenwagen van de Vlaamse economie”, zegt Ysebaert. “PMV wordt niet verondersteld om met verlies te werken. We werken met gemeenschapsgeld dat toch niet over de balk mag worden gegooid. Het heeft geen zin om een ‘Textielplan bis’ te maken, ik dacht dat we die bladzijde hadden omgeslagen”, aldus Ysebaert. Voor de jongeren onder ons: het Textielplan dateert van eind de jaren zeventig. Het diende om de textielondernemingen financieel te ondersteunen toen ze zware klappen kregen door de concurrentie van de lagelonenlanden en de oliecrisis hun competitiviteit compleet ondermijnde. Deze vorm van sectoraal structuurbeleid bleek in de praktijk echter eerder een bodemloze subsidieput te zijn.
De algemeen manager van PMV, Marcel Van Handenhoven, treedt zijn voorzitter bij: “Het heeft voor een investeringsmaatschappij geen zin om in een sector te investeren, wel om in de vernieuwingsprocessen van een sector te investeren. Als we tien jaar verder zijn en we hebben de helft van ons vermogen verloren, hebben we het dan goed gedaan? Neen, zeggen de parlementsleden. Daarom moeten we in nieuwe economie investeren. We moeten gehoorzamen aan de wetten van de economie.” Van Handenhoven is er trouwens een groot voorstander van dat de Vlaamse regering meer middelen zou investeren in pps-projecten die de economie eveneens de nodige zuurstof kunnen geven.
En de politieke druk van ministers? Die gaan volgend jaar immer een verkiezingsjaar tegemoet. Ysebaert reageert kordaat. De voorzitter heeft zo zijn verdedigingsstrategie tegenover zijn voogdijministers. Met de nadruk op ministers, want in de voorbije zeven jaar zag hij al vijf ministers van Economie passeren, elk met zijn eigen programma en agenda. “Mijn eerste stelregel luidt: kijk naar de missie die bij de oprichting van PMV werd geschreven. Dan zie je dat we werken voor de lange termijn. En ten tweede: vertrouw op de instrumenten die zijn opgebouwd en laat die tot volle wasdom komen. De overeengekomen langetermijnvisie overstijgt één legislatuur. Ik kan me dan ook moeilijk voorstellen dat alles wat we opgebouwd hebben nu zou worden weggeveegd. Dat is je reinste onzin. Om de haverklap van gedacht veranderen, is geen optie. Je moet vertrouwen hebben in de eigen instrumenten.” (T)
Door An Goovaerts en Lieven Desmet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier