Het koekoeksei van de begroting

Alain Mouton

Om haar tekort te stabiliseren, zuigt de sociale zekerheid meer en meer middelen weg uit de federale staatskas. Sociale bijdragen zijn in België nog goed voor 67,8 procent van de RSZ-inkomsten. Weinig EU-landen doen slechter.

Als de deelstaten geen overschotten boeken, dan komt de sociale zekerheid in gevaar, stelt Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank. Eigenlijk staan de alarmlichten van de sociale zekerheid nu al op rood en dat heeft weinig te maken met gewesten die de financiële regels van een verantwoordelijke huisvader aan hun laars zouden lappen. De werkgeversorganisatie Unizo berekende dat de sociale zekerheid tegen 2016 een tekort van 6 miljard euro zal optekenen (zie Trends van vorige week).

Dat de RSZ nu nog met een positief saldo van 1,9 miljard euro afsluit, is het gevolg van allerlei rijkstoelagen die de federale overheid naar de sociale zekerheid doorsluist. Om het reële saldo van de sociale zekerheid te kennen, moeten we daar nog de alternatieve financiering van aftrekken. Dat zijn allerlei inkomsten uit btw, accijnzen en roerende voorheffing die aan de RSZ worden toegewezen. In 2010 liep de alternatieve financiering op tot meer dan 14 miljard euro, dit jaar is dat 16 miljard. Tel daar de rijkstoelagen bij en er wordt 23 miljard euro uit de begroting aan de sociale zekerheid toegekend. Een bedrag dat de komende jaren zelfs zal stijgen tot 25 miljard in 2015.

Een sociale zekerheid gefinancierd met een combinatie van parafiscale lasten (sociale bijdragen), (indirecte) belastingen en andere toelagen is geen uitzondering in Europa. Maar België is een van de landen waar de sociale zekerheid het meest leentjebuur moet spelen bij de gewone belastingkas omdat sociale bijdragen niet toereikend zijn om de rekening sluitend te maken (zie tabel Aandeel van de sociale bijdragen in de financiering van de sociale zekerheid). Bij ons is de slinger te veel in één richting doorgeslagen. Sociale bijdragen zijn nog goed voor 67,8 procent van de RSZ-inkomsten. Tien jaar geleden was dat zo’n 75 procent.

Eigenlijk komt de factuur voor het sociaal beleid zo meer en meer bij de federale schatkist te liggen. De Leuvense econoom Paul Van Rompuy stelde het een paar jaar geleden als volgt: “De alternatieve financiering is het koekoeksei van de begroting”. De federale overheid int jaarlijks zo’n 100 miljard euro. 23 miljard of bijna een kwart daarvan gaat naar de sociale zekerheid. Naast de geldstromen naar de deelstaten (40 miljard euro) is de financiering van de sociale zekerheid een van de belangrijkste oorzaken van de financiële ademnood van de federale overheid.

Meer dan bijdrageverminderingen

Het grote gewicht van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid hoeft niet altijd een probleem te zijn als het gekoppeld is aan een duidelijke beleidskeuze: de werkgelegenheidsgraad doen toenemen. Een sociale zekerheid die in belangrijke mate gefinancierd wordt door sociale bijdragen jaagt de loonkosten de hoogte in. Het jongste rapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) toont nogmaals aan dat België een te hoge loonkostenhandicap torst. Die handicap kan verminderd worden door bijvoorbeeld de werkgeversbijdragen te verlagen. De minderinkomsten die dat meebrengt voor de sociale zekerheid, worden dan gecompenseerd door inkomsten uit andere belastingen. Een onderzoek van het Planbureau en de Nationale Bank toont aan dat een gedeeltelijke financiering van de RSZ door (indirecte) belastingen in plaats van door sociale bijdragen inderdaad tot extra jobcreatie leidt. Een bijdragevermindering van 1,8 miljard en de vervanging van dat inkomstenverlies door een hogere btw (die weliswaar niet wordt doorgerekend in de automatische index), hogere accijnzen of een milieubelasting zou op termijn 30.000 jobs opleveren.

De voorbije jaren hebben de regeringen inderdaad steeds grotere bijdrageverminderingen doorgevoerd: van 3 miljard euro in 2001 tot 6,4 miljard vorig jaar. Maar die lastenverlagingen lopen in België al een hele tijd niet meer gelijk met de financiering van de sociale zekerheid door andere inkomstenbronnen. De alternatieve financiering van de sociale zekerheid bedraagt ondertussen meer dan het dubbele van de bijdrageverminderingen. (zie grafiek Verhouding tussen bijdrageverminderingen en alternatieve financiering).

Kampioen werkloosheidsuitgaven

Een van de boosdoeners van die evolutie is het uitgavenpatroon in de gezondheidszorg. Sinds 2005 is een reële groei (bovenop de inflatie) van 4,5 procent van de uitgaven van de gezondheidzorg verankerd in de wet. Een groot deel van die uitgaven wordt via de alternatieve financiering betaald. De groei in de uitgaven wordt begroot, maar in de praktijk wordt niet het hele bedrag uitgegeven. Zo bedraagt de begrotingsdoelstelling in de gezondheidszorg voor dit jaar 25,8 miljard euro. Dat is liefst 1,386 miljard euro meer dan wat effectief uitgegeven zal worden. Hier zijn dan ook besparingen mogelijk. In de begroting 2012 – waarvoor de regering op zoek moet naar 11,3 miljard euro saneringen – zou in de gezondheidszorg voor 1,6 miljard euro bespaard worden.

Dat ontkracht de stelling dat de toenemende alternatieve financiering onvermijdelijk is omdat we de stijgende vergrijzingskosten (gezondheidszorg en pensioenen) moeten opvangen. Volgens het boek van het Rekenhof over de sociale zekerheid is slechts de helft van het tekort in de RSZ toe te schrijven aan de vergrijzing. De andere helft moet gezocht worden in de sterk gestegen uitgaven voor uitkeringen. Dat blijkt uit het gigantisch hoge budget voor het werkloosheidsbeleid. Volgens de OESO ging in 2009 3,79 procent van het bbp of zo’n 13 miljard euro naar de werkloosheid in ruime zin: werkloosheidsuitkeringen, brugpensioenen, maar ook begeleiding en activering van werklozen. Dat is het hoogste cijfer van de OESO-landen. Momenteel is in België 67,2 procent van de 20- tot 65-jarigen aan het werk. Dat is nog een eind verwijderd van de doelstelling van 73,2 procent voor 2020. Werkgevers blijven dan ook hameren op een strenger werkgelegenheids- en activeringsbeleid. Naar verluidt, zou de volgende regering 300 tot 400 miljoen euro uitgaven willen schrappen in de werkloosheidsuitgaven.

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content