Het Belgische gordijn
Na de scheur in het ijzeren gordijn hebben de ex-communistische landen geploeterd om vooruit te komen. Tien jaar later scheidt het ‘Belgische gordijn’ de would-be leden van de EU in Midden-Europa van de kneusjes in het oosten.
In 2001 zal Europa tot het onaangename besef komen dat de voormalige communistische landen van het continent tot twee verschillende regio’s zijn uitgegroeid: Midden-Europa, bestaande uit Polen, Hongarije, Slowakije, Tsjechië en Slovenië, en eventueel ook Kroatië en de Oostzeelanden, en Oost-Europa, een op zichzelf weinig bevredigende term voor een stelletje ongeregeld in het zuiden en oosten dat weinig of niets te hopen heeft.
Midden-Europa zal in 2001 welvarender worden; de Midden-Europeanen zullen nieuwe, in de eigen regio gebouwde auto’s kopen en daarin over nieuwe wegen van nieuwe industrieparken naar nieuwe supermarkten kunnen rijden, en onderweg misschien bij een nieuwe McDonald’s kunnen binnenwippen. Oost-Europa zal meer buitenlandse investeerders trekken, maar arm blijven en verontrustend ver van het proces van uitbreiding van de Europese Unie verwijderd blijven.
Midden-Europa zal in 2001 worden gedomineerd door Polen, al zal de binnenlandse onzekerheid daar het vertrouwen in de markt schaden en de nationale valuta, de zloty, verzwakken. Niettemin zal de Poolse economie met een pittige 5% groeien. De hoop van de Polen om voor 2004 tot de EU te kunnen toetreden, zou wel eens kunnen struikelen over het lastige probleem van de landbouwsubsidies aan Poolse boeren. De minderheidsregering van Jerzy Buzek, die een groot deel van 2000 heeft voortgesukkeld, zal eindelijk vallen als zij in het voorjaar haar begroting moet presenteren. De hervormde communisten onder leiding van Leszek Miller zullen de verkiezingen (wellicht in april) waarschijnlijk gaan winnen. Dat hoeft geen reden tot bezorgdheid te zijn. De beslissingen over de economie en de buitenlandse politiek die Miller moet nemen, zullen evenzeer worden bepaald door marktoverwegingen en eenzelfde gretigheid om de EU te plezieren als die van zijn voorgangers.
De rest van Midden-Europa zal ook vaart zetten achter zijn offerte voor toetreding tot de EU. Tsjechië heeft het nodige zelfvertrouwen opgedaan door als gastheer op te treden van de bankiers van het IMF en de Wereldbank en kan daardoor weer meedoen in de voorhoede van aspirant-EU-leden. De Tsjechische economie zal na drie recessiejaren waarschijnlijk met meer dan 4% groeien. Nieuwe belastingprikkels, een centrale ligging in Europa en lage arbeidskosten zijn voldoende voor ruim 6 miljard dollar aan buitenlandse investeringen, de hoogste per hoofd in de regio.
Ook de verdeelde coalitieregering van Slowakije zal het wel halen, al was het maar omdat ze zich met haar hervormingen zo impopulair heeft gemaakt dat ze geen verkiezingen durft te riskeren. De door grof wanbeheer geplaagde Slowaakse staatsindustrieën zullen worden geherstructureerd en de Slowaakse banken zullen beter worden geleid. Niettemin zal Slowakije het zwakste van de Midden-Europese landen blijven en maakt het weinig kans om tot de eerste groep van nieuwe EU-leden te behoren.
Hongarije blijft de stabielste ster aan het Midden-Europese firmament. Boedapest blijft het land domineren, ten nadele van de steden in de Hongaarse provincie. De economische groei zal iets toenemen tot rond de 4%. De economie zal hinder ondervinden van de zwakke euro, de ongunstige exporten en de hoge olieprijzen. De regerende coalitie zal moeten proberen haar populistische neigingen in toom te houden; doet ze dit niet, dan zal de centrale bank haar een strenger monetair beleid opleggen.
Slovenië, de directe buur van Hongarije, zal een nog beter jaar beleven, in weerwil van zijn ruziënde en opmerkelijk middelmatige politici. Janez Drnovsek, een voormalige premier, zal weer aan het roer komen. Ondanks de kans op politieke vetes zal alle wetgeving die met de EU te maken heeft in hoog tempo door het parlement gejast worden. Slovenië is nu al het rijkste van de Midden-Europese landen en zal bovendien profiteren van de te lang uitgebleven privatisering van de staatsmonopolies. In milieupolitiek opzicht zal dit Alpenstaatje een lichtend voorbeeld voor andere ex-communistische landen zijn.
Door Europa zal een nieuwe grens, van de Oostzee naar de Zwarte Zee, komen te lopen die nu al ‘het Belgische Gordijn’ wordt genoemd, naar de thuishonk van de EU. Deze keer zal deze grens door het Westen worden opgelegd. De landen van Midden-Europa, plus Roemenië en Bulgarije, zullen visa eisen van burgers uit Oekraïne, Wit-Rusland en Moldavië. Deze drie Oost-Europese landen staat een absurd jaar te wachten, al zal Wit-Rusland zich mogelijk van zijn autoritaire regime kunnen ontdoen. Geen van de drie kan de hervormingen aan die nodig zijn om de deerniswekkend verbrokkelde en corrupte economie enigszins te herstellen. Als de droogte te lang aanhoudt, krijgen sommige agrarische gebieden te kampen met hongersnood. De slimste en handigste mensen aan de verkeerde kant van het Belgische gordijn zullen in toenemende getale naar het Westen proberen uit te wijken.
Roemenië bevindt zich nog net aan de goede kant van het Belgische gordijn, maar voor dit land wordt 2001 een jaar van erop of eronder. Een gedisciplineerd Roemenië zou heel goede mogelijkheden hebben, maar discipline is nooit het sterkste punt van de Roemenen geweest. De populistische Ion Illiescu, die opnieuw verkozen is als president, zou de pogingen van wat nuchterder technocraten om de lonen laag te houden en verliesmakende staatsindustrieën te sluiten, wel eens ongedaan kunnen maken. De inflatie en het tekort op de lopende begroting zullen hoog blijven, maar dankzij de opbloeiende export zal de Roemeense economie naar verwachting met 3% groeien.
Bulgarije, Roemeniës kleinere en wat minder flamboyante zuiderbuur, zal met ongeveer hetzelfde percentage groeien. Het zal ook wat meer buitenlandse investeringen trekken, maar te weinig om de hoge werkloosheid te compenseren.
Een serieus obstakel voor het EU-lidmaatschap van Midden-Europa wordt het zigeunervraagstuk. Zigeuners, of Roma, zullen naar de EU blijven vluchten. Ze worden in hun regio mishandeld, hun kinderen krijgen geen degelijk onderwijs, hun levensverwachting daalt, het analfabetisme neemt toe en het aantal zigeuners achter tralies stijgt. De demografische verspreiding van zigeuners over Midden-Europa zal de neuzentellers in Brussel tot wanhoop brengen en kan voor tegenstanders van uitbreiding binnen de EU aanleiding tot onsmakelijk populistisch activisme zijn.
Jonathan Ledgard is redacteur Centraal- en Oost-Europa bij The Economist.
jonathan ledgard
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier