Europa speelt geen rol in het datakolonialisme
ER BESTAAT EEN NIEUW soort goud: data. Op het eerste gezicht lijkt het nieuwe goud minder kostbaar dan het oude en je kunt er geen sieraden van maken. Maar wie erin slaagt data om te zetten in grondstof voor technologie, zal schatkisten tekortkomen. Eén opmerking echter: zoals het er nu naar uitziet, zullen de Europese schatkisten – op een paar verdwaalde stuivers na – pijnlijk leeg blijven.
Het Europese industriële kapitalisme graasde de vorige eeuw duchtig op de weide van het oude kolonialisme. Grondstoffen en andere schatten werden naar het oude continent verscheept om daar een nooit geziene economische motor op gang te brengen. In heel wat gevallen ging dat gepaard met onethische praktijken.
MAAR NU KRIJGT HET kolonialisme een heel andere gedaante. En de hoofdkwartieren zijn ook van werelddeel veranderd. Nu ontpoppen de Verenigde Staten en China zich tot kolonialisten. Gevaarlijke overtochten op zee of spanningen met de plaatselijke bevolking hebben ze niet langer te vrezen. Het zijn ‘datakolonialisten’, die er op even duistere als geruisloze manier in slagen hun technologie voor hen het werk te laten doen.
Hun digitale platformen, onder andere Google, Apple, Facebook en Amazon in het Westen en Baidu, Alibaba en Tencent in het Oosten, boren enorme nieuwe bronnen van rijkdom aan. Die bedrijven en hun platformen beschikken over de schier onuitputtelijke financiële middelen om tegen bliksemsnelheid wereldwijd te groeien. Zo krijgen ze overal ter wereld toegang tot data die hen diepe en soms voorspellende inzichten geven over trends, gedrag, voorkeuren en tendensen. Zowel van consumenten, bedrijven, overheden als industrieën. De waarde van die inzichten is nog moeilijk in goud uit te drukken.
TERWIJL EUROPESE LANDEN een hoofdrol speelden in het 20ste-eeuwse kolonialisme, spelen ze geen rol van betekenis op het strijdtoneel van het datakolonialisme. De Duitse schrijver Alexander Schimmelbusch slaat de nagel op de kop in zijn recente roman Opperduitsland. Hij schrijft: “We hebben een nieuw nationaal verhaal nodig om niet buitenspel gezet te worden door de Chinese en Amerikaanse concurrentie.” Hij pleit voor een Duits staatsinvesteringsfonds, om “op internationaal vlak toekomsttechnologieën te acquireren en sleutelindustrieën te controleren”.
Als Europa economisch wil meespelen in de 21ste eeuw, kan dat alleen op een offensieve manier.
Schimmelbusch wijst er ook op dat Europa en Duitsland niet alleen falen in het verwerven van technologie om data te transformeren in goud. Ze slagen er ook nog eens in wat ze hebben te verkwanselen aan de investeringsfondsen van “duistere woestijndictaturen” en “Aziatische autocraten of investeerders van Amerikaanse rijkenfondsen”.
BEGIN 2017 WERD HET Duitse robotica-bedrijf Kuka overgenomen door het Chinese Midea. Dat was zeker een bron van inspiratie voor Schimmelbusch, wiens boek in 2018 werd gepubliceerd. Maar hij was ook visionair, want de koninklijke familie van Qatar bezit meer dan 6 procent van Deutsche Bank en Qatar Investment Authority bespreekt een nieuwe investering met Deutsche Bank. De Noord-Duitse Landesbank moet dan weer om kapitaal bedelen bij Amerikaanse private-equityfondsen.
Dat de fictie de realiteit sterk beïnvloedt, bleek in februari toen de Duitse minister van Economie er voor pleitte een staatsfonds op te richten. Alleen heeft hij een klok horen luiden, maar weet hij niet waar de klepel hangt. Hij pleitte ervoor het fonds te gebruiken om de Duitse industrie, zoals de autosector die zware klappen incasseert, defensief te beschermen en te ondersteunen.
ALS EUROPA ECONOMISCH wil meespelen in de 21ste eeuw, kan dat alleen op een offensieve manier, via het investeren in of het oprichten van bedrijven die actief zijn in de technologische dataplatformen van de toekomst. De vraag die zich opdringt is: wanneer zetten we de tegenaanval in? Of zullen we straks liever de VS en China vragen zich te excuseren voor de wandaden van het datakolonialisme?
De auteur is CEO bij Vanbreda Risk & Benefits en voormalig managing director en partner bij Boston Consulting Group.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier