EU-octrooi in het slop

Het Europese intellectuele eigendomsrecht kreeg de voorbije weken twee opdoffers. De Europese Commissie vond geen consensus over het gemeenschapsoctrooi. En het Europees Hof van Justitie kant zich tegen de extraterritoriale werking van nationale uitspraken inzake octrooi-inbreuken.

Het Europees Hof van Justitie oordeelde op 14 juli in de zaken Gat/Luk en Roche/Primus dat voor geschillen over Europese octrooien in elk land afzonderlijk moet worden geprocedeerd. Dat was tegen de zin van de Brusselse advocaat Kristof Roox. Deze vennoot van het gereputeerde Amerikaanse advocatenkantoor Crowell & Moring en confraters als Bruno Vandermeulen (Bird & Bird) bestrijden al jaren octrooi-inbreuken in heel Europa via Belgische rechters.

Ooit hadden deze nochtans een zeer kwalijke reputatie. Enkele jaren geleden gebruikten advocaten zelfs de zogenaamde Belgische torpedo. Een potentiële namaker vroeg dan een Belgische rechter te verklaren dat hij geen inbreuk had gepleegd. Die zet blokkeerde alle procedures in andere Europese landen. De namaker speculeerde op de traagheid van het Belgische gerecht en kon nog jaren handeldrijven met zijn goederen.

Belgische rechters voelden zich hierdoor aangevallen. Ze werden bij de snelste om bodemprocedures te behandelen en bouwden heel wat knowhow op. Roox: “Plots werd België voor mijn buitenlandse collega’s net de favoriete plaats voor de eigenaars van de intellectuele rechten om een procedure in te leiden.” Via de beslagrechter kan ook zeer snel een beschrijvend beslag worden gevraagd, waardoor namaak kan worden vastgesteld en betwiste goederen niet mogen worden verkocht. Roox’ Brusselse kantoor profileerde zich binnen de groep door hierop in te spelen.

Fundamentele verandering

Het Belgische intellectuele eigendomsrecht staat trouwens voor een fundamentele verandering. Volgens een voorontwerp van wet, dat vlak na de vakantie zou worden ingediend, verhuizen alle geschillen hierover (behalve die over auteursrechten) van de gewone rechtbank naar de rechtbank van koophandel. Die laatste behandelt vandaag alleen merkinbreuken tussen ondernemingen. De eenmaking lijkt een logische stap, ook al omdat deze rechtbank zich buigt over het kartelrecht, dat nauw verwant is met het intellectuele eigendomsrecht. Toch betreurt Roox de eenmaking “omdat veel expertise en slagkracht verloren dreigt te gaan”.

Omdat het Europees Hof de geldingskracht van nationale rechtbanken beperkt, hoopt Roox dat de Europese regelgeving in wording soelaas biedt. Het octrooirecht is immers nog een materie die werd onderhandeld door de Europese landen onderling, los van de communautaire structuren, zodat een uniforme en overstijgende rechtspraak ontbreekt.

Patent goedkoper?

Op 12 juli 2006 organiseerde de EU-Commissie een hoorzitting, onder meer over de octrooipatenten. De Commissie wil de kostprijs van een patent (37.500 tot 57.000 euro) liefst naar het Amerikaanse niveau (10.000 euro) brengen. Een eerste vragenronde bij belanghebbenden over een voorstel van de Commissie resulteerde in liefst 2515 reacties op het bestaande voorstel, meestal negatief. Op de hoorzitting bleek vooral onenigheid over het aantal talen waarin een octrooi moest worden aangevraagd. Dat lokte bij Charlie McCreevy, commissaris voor de Interne Markt, de opmerking uit: “De ondernemers, die worden geconfronteerd met de globale economie van de 21ste eeuw, krabben hun hoofd van ongeloof wanneer ze zien dat wij ons vast rijden in dit soort van discussies.”

De Foundation for a Free Information Infrastructure, die kleine IT-bedrijven en freelanceprogrammeurs vertegenwoordigt, pikt het vooral niet dat de rechters van de Europese octrooirechtbank voor hun benoeming afhankelijk zouden zijn van het Europese Octrooibureau zelf. “Het is alsof je de belastingdienst de rechters laat benoemen die over belastinggeschillen zetelen,” zegt bestuurslid Jonas Maebe van het FFII. Hij wijst ook op de bezwaren van de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA), die vooral researchintensieve farmabedrijven groepeert. In de voorlopige conclusies van de consultatie laat EFPIA noteren dat een procedure voor een gecentraliseerde octrooirechtbank vermoedelijk “twee of drie keer duurder zal zijn dan een procedure in Duitsland of Frankrijk”.

Aangezien de meeste patenten in de praktijk toch maar in één land worden afgedwongen, zou verplicht procederen voor een centraal hof de zaken alleen maar duurder maken, zonder duidelijk voordeel te bieden, meent EFPIA.

Toch waren de meeste aanwezigen op de hoorzitting voorstander van een gemeenschapsoctrooi én een European Patent Litigation Agreement, dat een uniforme gerechtelijke procedure voor octrooien moet vaststellen. Dit zou in de loop van 2007 kunnen gebeuren.

Roox: “Zeker voor België is dit belangrijk. Onze industriële troeven kalven af door de internationale concurrentie. Knowhow is onze belangrijkste asset, en dikwijls de sleutel van de industrie (zoals de textiel) die zich hier verankert. Dus moeten we een slagvaardig en grensoverschrijdend juridisch apparaat hebben om deze kennis met hand en tand te verdedigen.”

Hans Brockmans – Bruno Leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content