“Enronitis wordt overroepen”

De gevolgen van de inslag van twee passagiersvliegtuigen op de Twin Towers in New York staan in het collectieve geheugen gegrift. Maar over de economische impact van de aanslagen van 11 september 2001 lopen de meningen uiteen. Trends sprak met Harvey Rosenblum van de Amerikaanse vereniging van zakeneconomen, en met Robert Litan van het Brookings Institution.

Maandag 10 september 2001, 10.00 uur ‘s ochtends, 46ste verdieping van de zuidertoren van het World Trade Center ( WTC) in Manhattan, New York City. Harvey Rosenblum, vice-president van de National Association for Business Economics ( NABE), begint een uiteenzetting over de vooruitzichten voor de Amerikaanse economie op basis van een enquête onder de NABE-leden. “Geen recessie,” luidt de belangrijkste boodschap van Rosenblum. Later op de dag, als afsluiter van de jaarvergadering, verkiest het bestuur hem tot nieuwe president van de NABE. De organisatie groepeert enkele duizenden economen en instituten die buiten het academische circuit aan economisch onderzoek doen. Die tiende september verlaten de NABE-leden tegen 19.00 uur ‘s avonds het WTC-torencomplex.

“Zo’n ervaring leert je ten gronde de relativiteit van de dingen inzien,” vertelt Rosenblum ons één jaar later. “Al zou je natuurlijk ook hetzelfde kunnen zeggen van onze no recession-prognose van toen. Niet eens 10% van onze leden leefde in de zomer van 2001 in de overtuiging dat de Amerikaanse economie in troebel water was terechtgekomen. Achteraf bleek dat de terugval toen al enkele maanden aan de gang was. Zodra het vaststond dat er iets fout zat, leefde onder NABE-leden aanvankelijk nog sterk de overtuiging dat het om een industriële recessie ging, geen algemene. Om het populair te zeggen: de oude economie kreunde, de nieuwe economie swingde voort. Maar ook die visie bleek uiteindelijk onhoudbaar.”

Met de vergissing van 10 september 2001 over de conjunctuurverwachtingen nog vers in het geheugen, hoedt Harvey Rosenblum zich vandaag voor al te afgelijnde prognoses. “Het eerste kwartaal van 2002 ging de Amerikaanse economie sterk vooruit. In het tweede kwartaal viel het groeiritme zoals verwacht terug. Over het derde kwartaal durft niemand zich echt uit te spreken. Het meest waarschijnlijke scenario is dat de groei iets versnelde, maar dat het alles bij elkaar onvoldoende zal zijn om de groei van de Amerikaanse economie voor heel 2002 weer boven de 2% te tillen. Maar ik geloof niet in het pessimistische scenario van de double dip.”

Hoezo, structurele problemen?

De klad mag er dan al hebben ingezeten vóór het drama van 11 september, de impact van de aanslagen op New York en Washington op de Amerikaanse economie is er volgens de NABE-president niet minder groot om. “11 september leidde tot diepgaande veranderingen die vandaag nog altijd aan de gang zijn,” aldus Rosenblum. Zo kwamen er substantiële wijzingen in het bestedingspatroon van de Amerikaanse gezinnen. De uitgaven voor veiligheid en verzekeringen allerhande namen sterk toe. Ook bij ondernemingen tekent die tendens zich duidelijk af.

Bovendien zorgde 11 september voor een aanzienlijke verhoging van de kosten voor kapitaal. Rosenblum: “De euforie dat beleggen en investeren in de VS een nagenoeg risicovrije aangelegenheid was, werd met één klap van tafel geveegd. Naast het menselijke leed en de verregaande politiek-militaire gevolgen, leidden de aanslagen ook financieel-economisch tot een heuse trendbreuk.”

Maar moeten we dan niet onder ogen zien dat – misschien nog veel méér dan de naweeën van 11 september – andere structurele problemen zwaar wegen op de Amerikaanse economie? Evidente pijnpunten zijn Enronitis, de toestanden op de aandelenbeurzen, de hoge schuldgraad van de Amerikaanse gezinnen. En dan is er nog het deficit op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans, dat nu al jaren boven de 4% van het Amerikaanse bruto binnenlands product (BBP) uitkomt.

“Enronitis is overdreven”. Harvey Rosenblum veegt die kritiek van tafel. “11 september heeft voor nervositeit gezorgd die tot onredelijke toestanden heeft geleid in de beoordeling van ondernemingsresultaten en de houding tegenover de waarde van aandelen. Er deden zich bij Enron en Worldcom ongetwijfeld frauduleuze ontwikkelingen voor, maar de tijdgeest leidde tot irreële uitvergrotingen. Ik ga ook niet beweren dat er de voorbije jaren op de aandelenmarkten geen bubbels zijn geweest, maar die waren sectoraal – het internet, bijvoorbeeld – en niet algemeen. Vergeet niet dat de productiviteit van de Amerikaanse economie de afgelopen jaren fors steeg.”

“Altijd al veel kredieten”. Ook de hoge schuldgraad van de Amerikaanse privé-sector, en dan vooral de gezinnen, ziet de NABE-president niet direct als een groot structureel probleem. Harvey Rosenblum: “Sinds de Tweede Wereldoorlog maakt het hele Amerikaanse economische systeem intenser gebruik van krediet dan bijvoorbeeld Europa. Dat leidt geregeld tot problemen, waarbij er een soort van automatische uitzuivering plaatsgrijpt. Instituten gaan dan over de kop, privé-aandeelhouders scheuren zwaar hun broek, en als het écht nodig is, grijpt de overheid in. En dan komt het hele mechanisme stilaan weer op gang.”

Rosenblum ziet geen enkele reden waarom het nu anders zou lopen, of dat het tot heel nieuwe, moeilijk oplosbare problemen zou moeten leiden. “Trouwens, uit internationaal vergelijkbare cijfers blijkt dat onze gezinnen misschien wel een relatief hoge schuldgraad torsen, maar dat is helemaal niet zo voor de Amerikaanse ondernemingen.”

“Deficit is veel kleiner”. Voor het chronische deficit op de lopende rekening van de Amerikaanse betalingsbalans ziet Rosenblum helemaal geen probleem. “Ik wil daar twee opmerkingen over maken. Ten eerste: hoe groot is dat deficit eigenlijk? Ik stel vast dat de wereld als geheel een toenemend deficit op haar lopende rekening vertoont. Dat kan dus niet. Ergens zitten er lekken in het systeem. Ik weet vanuit de overheidsdiensten die zich met de opmaak van die statistieken bezighouden, dat je de Amerikaanse import correct kunt inschrijven, maar dat er aan de exportzijde voortdurend een aantal stromen ontsnappen. Met andere woorden: ik ben ervan overtuigd dat het fameuze deficit op onze lopende rekening in de realiteit een stuk kleiner is dan uit de gepubliceerde cijfers blijkt. Ten tweede: blijkbaar zit de rest van de wereld te popelen om dat deficit te mogen financieren. En vergeet niet dat wij het enige land ter wereld zijn dat de luxe heeft zo’n externe financiering te kunnen doen in zijn eigen munt.”

Johan Van Overtveldt [{ssquf}]

johan.van.overtveldt@trends.be

“Er komt géén recessie,” oordeelde Harvey Rosenblum op 10 september 2001. ‘s Anderdaags zag de wereld er helemaal anders uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content