Een team van 100 miljoen

Applicatie service provider Do IT-e stuurt al direct twee van zijn mensen naar Sri Lanka. In de Gentse kanaalzone wordt internationaal gedacht.

Application service providers (ASP’s) die het snelle-startersvoordeel willen meepikken, moeten zich reppen. Na Intellimus, Connectoffice, ePortal-IT, EurASP, TeleRelay en IP Globalnet – we vergeten er – komt ook het Gentse Do IT-e zijn neus aan het venster steken.

Do IT-e belooft net als ePortal.IT (Trends van 11 mei, blz. 92) een “business community” op het internet te creëren voor zijn klanten. Doit-e.net moet daarbij dienen als postserver, als gemeenschappelijke agenda en planner, als adressenboek en als opslagruimte voor documenten. Niet voor niets staat Do IT-e, met een knipoog naar Nike, ook voor Doe Het Elektronisch. Voor dit manusje-van-alles (u kan hem met uw eigen domeinnaam krijgen) heeft de gebruiker alleen een browser nodig. Die hoeft niet eens op een pc te staan: internetkiosken op vliegvelden of microbrowsers op Nokia Communicators kunnen ook.

Maar in tegenstelling tot ePortal-IT wordt de dienst van Do IT-e geen aanpassing van een Amerikaans product. Het is grotendeels een eigen ontwikkeling. ICT-coördinator Tom Willemen van Willemen General Contractor NV (het vroegere Van Poppel en een zusterbedrijf van het door Johan Willemen overgenomen Franki) test een beta-versie van het product. “We onderhandelen momenteel met Do IT-e om hun concept in te passen in ons bedrijf. We hebben werven over het ganse land. Eén van de problemen is een goede communicatie met het hoofdkantoor en tussen de werven onderling.” Support is daarbij een heikel punt. Werfleiders doen hun administratie vanaf portables na de kantooruren. Vele van hun toepassingen zijn zeer specifiek. De late supportoproepen wegen op de informatici. “In het systeem van Do IT-e gebeurt het allemaal via een webbrowser. Eens die is geïnstalleerd en geconnecteerd, zijn de meeste softwareproblemen van de baan.” Over de prijs van de dienst ligt nog niets vast. “Ik weet wat het ons nu kost om het communicatiesysteeem op punt te houden en het is de bedoeling dat het een heel stuk goedkoper wordt,” zegt Tom Willemen.

De dienst die Do IT-e wil verkopen is eigenlijk de herverpakking van een intranet dat de Gentenaren ontwikkelen voor de industriële bandengroep Solideal, die ruim vijftien jaar geleden werd opgericht door de Belgische ingenieur (en huidige president) Pierre Pringiers en zijn managing director Philippe Danneels. Solideal wedt op natuurlijk rubber voor zijn producten en heeft zijn thuisbasis en vier fabrieken in Sri Lanka, waar co-oprichters Steven Devisch en Wim Goedefroy van Do IT-e nu trouwens verblijven om de specificaties van het project verder vast te spijkeren. Hoewel Solideal een nichespeler blijft – producent van banden of rupsbanden voor graafmachines, heftrucks, compactors en dergelijke – is de firma uitgegroeid tot een groep met een wereldwijd distributienetwerk en vestigingen in Europa, Noord-Amerika, Azië en Australië. Klanten zijn onder meer Clark, Komatsu, Jungheinrich en Mitsubishi. Het Belgische researchcentrum van de groep, Tyre and Wheel Engineering Company, ligt op een steenworp van Do IT-e, op hetzelfde industrieterrein.

“Zij zochten een outsourcing partner om voor hen een virtueel intranet uit te bouwen en uit te baten,” zegt gedelegeerd bestuurder Alexander Laquière van de werkmaatschappij Do IT-e International over Solideal. “Het moest unified messaging bieden, orderafwikkeling, de uitwisseling en de opslag van technische documenten. Het was een vrij groot project. Vandaar de idee om er een product van te maken en de toepassing centraal te beheren.”

Pierre Pringiers

is trouwens één van de partijen die eind maart in totaal 2,5 miljoen euro inbrachten (een kwart volstort) in Do IT-e Holding, wat de overkoepelende holding meteen op papier op ruim tweehonderd miljoen frank waardeerde. De andere financiers zijn ingenieur John Broos, een Nederbelg met een lange carrière als turn-aroundmanager, onder meer in de rubber- en papierverwerkende nijverheid.

In de jaren tachtig was John Broos managing director van de Nederlandse pacemakerfabrikant Vitatron en, na de overname van Vitatron door Medtronic, hoofd van de Europese activiteiten van deze Amerikaanse multinational. Nadat hij in 1990 met het Amerikaanse management gebrouilleerd geraakte, ging hij zich steeds meer toeleggen op zijn eigen investeringen die volgens zijn zoon nu ondergebracht zijn in Bexon BV. In juli 1997 werd Broos gedelegeerd bestuurder van de kwakkelende Yerseekse zeevruchtenproducent Goudschelp, die in de lente van 1998 het handelsfonds en de gebouwen van het failliete Van den Abeele-Appetit overnam en inbracht in de Brugse visrokerij Seagull.

De derde business angel achter Do IT-e is de Antwerpenaar Hans Jürgen Nobel, actief in vastgoed en voordien ook in olie.

Tot nog toe is enkel het “Send-e” e-mailplatform van Do IT-e operationeel. Onderhandelingen met technologieleveranciers om er een echt “unified messaging” platform van te maken zijn aan de gang. De Dell Xeon-servers met hun Red Hat Linux besturingssysteem en Oracle 8i Parallel Enterprise database werden bij het in druk gaan in de Brusselse bunker van de alternatieve operator Level3 Communications geïnstalleerd. Voor het opslagsysteem koos Do IT-e voor Network Appliances, de grote concurrent van marktleider EMC. De verbinding naar het internet – in principe een bescheiden 2 megabit – kan op piekmomenten tot 100Mbit worden opgedreven. “Tot nog toe hebben we zo’n twintig miljoen frank in hardware geïnvesteerd,” zegt directeur research & development Geert Hermans van Do IT-e.

XOIP en Winbox, aanbieders van “unified messaging” voor de consumentenmarkt, beschouwt Do IT-e niet als concurrenten. Wèl daarentegen firma’s als TeleRelay (zie Trends van 6 april 2000, blz. 90) en IP Globalnet, die zich tot zakelijke gebruikers richten. Het communicatieplatform is echter maar een opstap. Bovenop komen discussieforums, real-time messaging en videoconferencing (de kwaliteit van het internet in Sri Lanka is een uitdaging, lacht Alexander Laquière). En in presentaties van Do IT-e is sprake van nog meer platformen met sprekende namen als “Buy-e”, “Sell-e”, “Pay-e” of zelfs “Learn-e”.

“We gaan vrij breed,” geeft directeur verkoop & marketing Dirk Tombeur toe. “Ik denk dat het vooral belangrijk is van er te zijn. Er komt een moment voor focus en specialisatie, maar niet nu.”

Do IT-e – vijftien medewerkers, resems vacatures – wil 125 miljoen frank omzet halen in zijn eerste boekjaar, tot midden 2001. Het mikt op inkomsten uit drie bronnen: OEM-akkoorden (wat betekent dat anderen de dienst onder hun eigen merk kunnen doorverkopen), directe verkoop (aan kmo’s, de Europese vestigingen van multinationals, beroepsorganisaties en vrije beroepen) en tenslotte uit… advertentiebanieren. Net zoals ePortal-It wil Do IT-e immers ook gratis een basisdienst ter beschikking stellen – in de praktijk bij wijze van test – in ruil voor het bekijken van reclame.

Alexander Laquière verwacht in de komende maanden een fusie- en overnamegolf onder de jonge application service providers. Net zoals bij IP Globalnet, wordt dan ook goed rondgekeken naar concurrerende en complementaire partijen.

Maar met zijn belangrijkste klant in het kapitaal zit Do IT-e niet in het “pump and dump” snel-rijk-snel-weg circuit, onderstreept Alexander Laquière. “Wij willen stabiliteit uitstralen. Klanten vertrouwen ons hun bedrijfsgegevens toe. Zij willen ons twee weken later niet in een andere groep zien opgaan.”