Een ‘coup de coeur’
De Peugeot 407 Coupé is een van die auto’s waarvoor je eigenlijk niet met de verkoper had afgesproken, maar wel mee terug naar huis rijdt.
Een Peugeot 407 Coupé kopen, dat is een coup de coeur. Eigenlijk had je de berlineversie van de Peugeot 407 voor ogen, maar dan stond hij daar iets verderop, die verblindend mooie coupé.
En je houdt zo van auto’s met een fluwelen lijn, van mechaniek die af is. Omdat je esthetisch gevoel in je genen hebt. Omdat je een auto wil die het perfecte midden bewandelt tussen sportiviteit en esthetiek. Je gooit een blik op de achterbank en ziet dat hij verrassend ruim is voor een coupé. Rest de koffer, want je moet af en toe nog eens op weekend. Je gooit hem open en ziet een ruimte van 400 liter. Ook al niet mis. Jawel, tekenen die bon. Voor de coupé, meneer.
Scherp geprijsd
Genoeg rollenspel. Laten we het er maar bij houden dat Peugeot het handig heeft gespeeld. De coupé-versie van de 407 heeft alles om ook gezinshoofden te verleiden. We reden er een paar honderd kilometer mee, en smaakten: dit is geen auto voor einzelgängers. Maar een interieur dat ruimte biedt aan vier volwassenen. Achter het stuur krijg je nooit de indruk dat je in het vaak wat krappere interieur van een coupé zit. Een sportwagen is het ook niet, wel een snelle en comfortabele reiswagen. Het verruimt de perspectieven voor wat een toch wel heel specifiek product is: de coupé.
Wie een Peugeot 407 Coupé koopt, dat wordt bepaald door psychologische aspecten. Niet door sociaal-demografische factoren, zoals voor veel soorten auto’s wel het geval is. Het neemt niet weg dat het kleine publiek de voorbije tien jaar iets groter is geworden. Niet het minst omdat de 407 Coupé, die in december in de showroom verschijnt, relatief scherp geprijsd is. Tenminste, toch in vergelijking met twintig of dertig jaar geleden.
Concreet: de 404 Coupé kostte in de jaren zeventig dubbel zoveel als de berlineversie. De 504 Coupé kostte de helft meer, en vanaf de 406 Coupé moet je, rekening houdend met de royalere en luxueuzere uitrusting, zo’n 2000 euro meer betalen. Zo ook voor de opvolger. Daarom kan Peugeot met de 407 Coupé gaan vissen in de vijver van consumenten die 25.000 tot 50.000 euro aan een auto willen spenderen. Het zal het succes van de coupé alleen maar verlengen. De cijfers zijn inderdaad veelzeggend, als we terug in de tijd duiken. Van wijlen de 404 bouwde Peugeot in de jaren zeventig wereldwijd 6800 coupés. Van de opvolger 504 rolden er 26.500 van de band. En van de 406, die nu dus wordt opgevolgd door de 407, een slordige… 107.000. Het segment van de betaalbare coupé beleefde zijn groeispurt dus in de jaren negentig, begin jaren tweeduizend. Een groeispurt die groter was dan de constructeurs zelf konden inschatten. In het geval van Peugeot: bij de lancering van de 406 Coupé werd een productie van een miezerige 65.000 exemplaren voorzien. Het werden er bijna dubbel zoveel.
“Alleen de beste motoren”
Natuurlijk speelde daarin ook nog een andere factor: een van de belangrijkste revoluties in autoland van de voorbije jaren, althans voor de Europese markt: de nieuwe generatie dieselmotoren. Omdat Peugeot het ietwat exclusief wil houden, wordt de nieuwe Coupé 407 gelanceerd met de 2.7 V6, naast de drieliter benzine.
“Omdat we in de coupé alleen de beste motoren stoppen”, hoorden we bij de voorstelling. Tegelijk bestaat er niet de minste twijfel over dat de 407 Coupé later ook te koop zal zijn met de kleinere viercilinder 2.2 diesel, die Peugeot alweer in samenwerking met Ford bouwt. Een kleinere, zuiniger en fiscaal toch voordeliger krachtbron die de verkoop van de 407 Coupé zal stimuleren.
Omgekeerd is Peugeot niet van plan een nog zwaardere motor dan de drieliter V6 benzine te ontwikkelen voor het vooronder van de 407 Coupé. Met die motor zou de auto het segment van de grote GT’s binnenrijden, en “boven de 50.000 euro stuiken de absolute verkoopcijfers zo in elkaar,” weten ze bij Peugeot. En dat is niet interessant voor een massaconstructeur.
Níét door Pininfarina getekend
De Coupé 407 is een van de eerste Franse topcoupés die niet door het Italiaanse designbureau Pininfarina werd getekend. Omdat van vier ingezonden studies deze van het eigen designbureau werd uitgekozen. Het venerabele Pininfarina, koning van de autodesign, dat wordt geklopt: het onderstreept nog maar eens hoezeer Europese constructeurs de voorbije tien, twintig jaar het belang van design zijn gaan inzien. O ja, we vertelden nog niet hoe de 407 Coupé rijdt. Als op fluweel, op goede wegen. Iets harder afgeveerd op slechte wegen. Maar altijd even dynamisch, met een rijgedrag dat hem zonder twijfel verheft tot een gevreesde concurrent voor de coupés van Mercedes, BMW en Audi. Maar ook met een grote indruk van luxe en klasse, want geen kraakje of piepje. Dat is dan ook een van de meest torsiestijve coupés ooit, met heel veel aandacht voor veiligheid ook. Zoals speciale versteviging in de (loodzware) portieren.
We hebben in ieder geval van iedere kilometer genoten. Met een koffer die niet eens bulkte van onze rommel (valiesje voor anderhalve dag, pc en nog een jas of zo), en zelfs smeekte om meer. Dan toch een luxueuze gezinswagen, deze coupé?
Jo Bossuyt
Het coupé-model van Peugeot is almaar scherper geprijsd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier