ESG hoeft voor bedrijven niet beperkend en duur te zijn: 7 inzichten van Axel Smits (PwC)
Het ESG-parcours is voor bedrijven hobbeliger dan zou moeten, vindt Axel Smits, het hoofd van het adviesbureau PwC. “Er zou meer symbiose moeten zijn tussen wat bedrijven doen, wat de overheid doet en wat particulieren doen, zodat dat allemaal klopt.” Smits geeft een aanzet.
“Ik heb niet het gevoel dat ESG ons alleen maar beperkt of alleen maar geld kost. Als je er bewust en slim mee omgaat en er tijdig aan begint, is het perfect doenbaar”, zegt Axel Smits, het hoofd van het adviesbureau PwC, dat in België 2.400 mensen tewerkstelt. ESG staat voor ‘environmental’, ‘social’ en ‘corporate governance’ – milieu, sociaal en goed bestuur. Dat ESG-parcours is hobbeliger dan zou moeten, vindt Smits. In het nieuwe state-of-the-art duurzame gebouw van PwC in Diegem is plaats voor honderden laadpalen, maar het elektriciteitsnet kan dat nog niet aan. Zelf reed Axel Smits met zijn elektrische wagen veertien uur om te gaan skiën, waarvan hij vijf uur spendeerde bij laadpalen onderweg.
“Er zou toch meer symbiose moeten zijn tussen wat bedrijven doen, wat de overheid doet en wat particulieren doen, zodat dat allemaal samenkomt en klopt”, zegt Axel Smits. “Het wordt allemaal een beetje plikplok gedaan. De overheid zou een transitieplan op tien jaar moeten hebben, waarin het bedrijven, individuen en verenigingen kan inschakelen.” Als er al één rode draad is in het betoog van Axel Smits, is het dat wel: combineer oplossingen, plaats een probleem in zijn context, verbind de verschillende onderdelen van de maatschappij beter met elkaar om tot een duurzamer geheel te komen.
We willen onze CO2-uitstoot naar beneden, dus alle auto’s moeten elektrisch worden. Is dat wel zo?
1. Een combinatie van oplossingen maakt de samenleving veerkrachtiger
“In Zweden is een belangrijke hoeveelheid zeldzame aardmetalen ontdekt. Met die eigen grondstoffen kunnen we onze eigen toepassingen bouwen, maar dat vereist een vervuilende activiteit, zijnde mijnbouw. Om het milieu te ontlasten door met batterijen te werken, ga je het juist belasten door te gaan ontginnen in Zweden. Welke keuze gaan we daar maken? Je ziet nu al de eerste protesten komen in Zweden. Ik zou een compromis zoeken. Ik zou niet alles inzetten op Zweden, maar ik zou ook niet volledig afhankelijk blijven van China voor die aardmetalen.
“Ik heb ook bij de transitie naar elektrische wagens het gevoel dat die niet de enige oplossing kunnen zijn. Toyota en BMW blijven investeren in waterstofwagens. We zullen een mix van oplossingen nodig hebben. We willen onze CO2-uitstoot naar beneden, dus alle auto’s moeten elektrisch worden. Is dat wel zo? Of moeten we misschien minder auto’s hebben en minder rijden? Moeten we echt via e-commerce alles geleverd krijgen binnen de 24 uur? Waar goederen vandaan komen, hoe je mobiliteit en woningen duurzaam maakt, hoe je voor gelijke kansen voor iedereen zorgt: je moet al die zaken in hun geheel bekijken.”
2. Ruil de ene afhankelijkheid niet in voor een andere
“Het gevoel van urgentie wordt sterk beïnvloed door gebeurtenissen. Zonder de oorlog in Oekraïne zouden we niet de energietransitie zien die we nu meemaken. Energie is een basisbehoefte en Europa was toch iets te afhankelijk van Rusland en het Midden-Oosten. Nu de gasprijzen hebben gepiekt en de energieprijzen dalen, heb ik de indruk dat mensen denken dat het allemaal zo erg nog niet is. Maar ik denk dat we allemaal wel weten dat onze voorraden niet zo geweldig groot zijn. Als we een koude winter krijgen in 2024, zitten we weer in de problemen. We hebben een grotere switch naar hernieuwbare energie nodig om onafhankelijker te worden, maar veel technologie in windmolens, zonnepanelen en batterijen komt uit China. Als je je handelsrelatie stopzet wanneer China Taiwan zou aanvallen, komt er hier geen nieuwe elektrische auto meer op de baan. Je gaat weg van olie en gas, waar je afhankelijk bent van Rusland en het Midden-Oosten, en je riskeert dat die wordt vervangen door de afhankelijkheid van een land als China.”
3. Hybride werken is een veel rijker concept geworden
“Wij trokken in juni 2022 in ons nieuwe gebouw. Onze mensen mochten werken waar, wanneer en hoe ze wilden. Het is tenslotte het resultaat dat telt. Al snel bleek dat onze mensen een kader vroegen. Ze mogen nu nog altijd werken waar en wanneer ze willen, maar we vragen hen nu dat ze daarbij rekening houden met hun collega’s en de cohesie van de groep. Je moet zorgen dat je je collega’s voldoende ontmoet en praat over projecten. We zeggen niet dat mensen naar kantoor moeten komen, maar letten erop een omgeving te creëren waar ze naartoe willen komen. De war for talent is niet voorbij en door corona is de aandacht voor welzijn toegenomen. De mentale impact van corona was veel groter dan de fysieke. Je had vereenzaming, mensen die het moeilijk hadden. Vroeger had je een fitness op kantoor en dat was het. Nu trainen we onze mensen om voldoende te slapen, gezond te eten en voldoende te bewegen. Het draait nu meer om persoonlijke begeleiding.
“Hybride werken is een veel rijker concept geworden dan gewoon een deel van je tijd van thuis of van kantoor werken. Het is ook werken aan persoonlijke groei en persoonlijke weerbaarheid. In de context van duurzaamheid vind ik dat ook belangrijk omdat een carrière geen sprint is maar een marathon. Burn-outs kun je beter voorkomen dan genezen.”
4. Regels moet je ook uitvoeren
“Het milieu blijft centraal staan, maar af en toe worden we erop gewezen dat ook de S en de G belangrijk zijn. Denk bij de G aan de discussie over de toxische bedrijfscultuur bij Plopsa. Voor de S is er al veel arbeidsrechtelijke bescherming, wordt dan gezegd, dus moeten we daar nog zoveel aandacht aan besteden? Idem voor G, we hebben een code voor goed bestuur. Wat wat daarbij vaak uit het oog wordt verloren, is dat er een verschil is tussen iets hebben en iets toepassen. Het is niet omdat je regels en comités hebt, dat ze ook werken. Bij de E zeggen we vaak dat we geen greenwashing willen zien, maar dat geldt bij de S en de G evengoed. Je wilt niet een beleid rond diversiteit en goed bestuur hebben dat je in de praktijk niet toepast.”
5. Een data-ecosysteem kan vermijden dat niet-financiële rapportering een last wordt
“De belangrijkse evolutie bij bedrijven is de bewustwording over niet-financiële rapportering. We kregen meer vragen om hen klaar te helpen maken om goed te rapporteren over ESG. De rapporteringsregels zijn er in eerste instantie voor grote bedrijven, maar die gaan dan natuurlijk ook informatie opvragen bij de kmo’s die aan hen leveren. Voor de kleine bedrijven die geen hele afdeling hebben die zich daarmee bezighoudt, kan dat een probleem zijn. Die administratieve last dreigt soms het omgekeerde effect te hebben. Je steekt er dan zoveel energie in dat er nauwelijks tijd meer overschiet voor de echte duurzame verandering in het bedrijf.
Mensen voorbereiden om langer productief bezig te blijven, begint in het onderwijs
“Meer werken met data kan een uitweg bieden voor de administratieve last. Nu verzamelen veel bedrijven nog manueel data. Ik schat dat het nog twee tot vijf jaar zal duren voor bedrijven goed gestroomlijnde data in hun organisatie hebben. Je ziet nu al dat organisaties als Ecovadis een verbindende rol proberen te spelen. Je hoeft dan niet elke keer opnieuw informatie te verstrekken, wanneer een bedrijf erom vraagt. Ecovadis kan dan als spin in het web fungeren. Je hoeft de informatie dan maar één keer te verzamelen.”
6. De toegenomen verplichtingen leiden tot meer maatschappelijke splijtzwammen
“Je woning moet een bepaald energieprestatiecertificaat hebben om verkoopbaar of verhuurbaar te zijn. De normen worden almaar strenger. Mijn bezorgdheid is dat die kosten te hoog oplopen. Een eigen woning verwerven – de Belg met de baksteen in de maag – zal voor veel mensen een verre droom blijven. Het moet voor jonge mensen voldoende betaalbaar blijven om een eigen woning te verwerven. Ik heb een soortgelijke bezorgdheid over elektrische wagens. Er komen goedkopere elektrische wagens, maar zelfs al daalt de prijs van 70.000 naar 30.000 euro, dat is nog altijd veel geld. Mijn bezorgdheid is dat je een scheiding krijgt in de samenleving tussen wie het zich nog kan permitteren en wie niet.
“Anderzijds kunnen we nog veel doen om mensen zelfredzamer te maken. We worden nu opgeleid om één baan te doen tot aan ons pensioen. Dat kan ook anders. Denk aan een voetballer, die zijn job doet tot zijn 35ste en dan iets anders zoekt. Iemand die kiest voor een vak in de bouw zou zoals die voetballer kunnen zeggen dat hij dat doet tot zijn 45ste of 55ste. Hij bereidt er zich dan op voor om daarna iets anders te doen. Mensen voorbereiden om langer productief bezig te blijven, begint in het onderwijs.”
7. De polarisering in de samenleving tegengaan
“Tot de S van ESG hoort ook bijdragen tot de saamhorigheid in de maatschappij. Als je kijkt naar hoe de politie ’s nachts het logistieke centrum van Delhaize ging ontzetten, dan zie je dat de sfeer toch een beetje grimmig begint te worden. Het wordt moeilijker en moeilijker om tot politieke akkoorden te komen over bijvoorbeeld de pensioenen of stikstof. Dat is niet omdat mensen van slechte wil zijn, maar omdat er zoveel parameters bij komen kijken. Een akkoord moet goed zijn voor het milieu, voor de bevolking, voor de economie.
“Hoe we die polarisering kunnen tegengaan? Alleen maar door dialoog. Als mensen die tegenover elkaar staan een gesprek hebben en elkaars standpunt proberen te begrijpen, blijkt een situatie vaak veel minder erg te zijn dan was gedacht. Er gebeurt te veel op sociale media en te weinig rond de tafel, waardoor er meer extreme standpunten worden geformuleerd die niet noodzakelijk onderbouwd zijn. Ik vind Debateville van Sophie Buysse een fantastisch initiatief. Jongeren van verschillende achtergronden worden naschools samengezet om met elkaar te debatteren.”
Wint u de volgende Trends Impact Awards?
De Trends Impact Awards geven bedrijfsprojecten met een duurzame impact een duw in de rug.
Tot 7 mei kunt u zich inschrijven voor de tweede editie van de Trends Impact Awards. Die impactprijzen zijn een initiatief van Trends samen met founding partner PWC en de steun van Antwerp Management School (AMS). De Trends Impact Awards zetten duurzame projecten van grote en kleine bedrijven in de schijnwerpers en willen bedrijven helpen bij hun transitie naar een duurzaam zakenmodel. Juryleden van PwC, AMS, Trends en externe experts trekken voor elk van de acht categorieën een dag uit om de projecten te beoordelen. Bedrijven die zich inschrijven, krijgen een maturity assessment door PwC, en feedback als ze hun project presenteren voor de jury. Als de jury hen nomineert, maken ze kans op een Trends Impact Award. Per categorie wordt een onderscheid gemaakt tussen grote en kleine bedrijven. Vorig jaar kregen onder meer Ekopak, Gramitherm, DEME, Spullenhulp, Lita.co, Vivaqua, Bioloectric en Galler een award op een gala-avond in Brussel. Zij zijn de duurzame rolmodellen die andere bedrijven kunnen inspireren. Wie genomineerd wordt, krijgt hoe dan ook het Trends Impact Label. Dit zijn de categorieën:
1 Ecologie. Heeft uw project een impact op de bescherming en het herstel van de natuur?
2 Klimaat & energie. Vermindert uw project de impact op het klimaat?
3 Mobiliteit. Maakt uw project ons transportsysteem inclusiever en duurzamer voor mens en planeet?
4 Technologie. Gebruikt uw project technologie om de wereld te verbeteren?
5 Circulaire economie. Maakt uw bedrijf afval tot grondstof?
6 Veerkracht. Helpt uw project organisaties of gemeenschappen crisissen te voorkomen of te overwinnen?
7 Welzijn. Maakt uw project mensen gezonder, gelukkiger en productiever?
8 Inclusie en diversiteit. Bevordert uw project de inclusie en betrokkenheid van kwetsbare sociale groepen?
Volg alles in ons dossier. Meer info vindt u op www.trendsimpactawards.be
Trends Impact Awards 2023: alles wat u moet weten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier