Defensief in het defensief

Producenten van basisconsumptiegoederen zijn voer voor defensieve beleggers, heet het. De jongste kwartaalcijfers van die bedrijven lijken dat tegen te spreken. De vertraging van de opkomende economieën en de depreciatie van lokale valuta’s spelen de sector parten.

De markten waren tevreden dat de winst per aandeel van Coca-Cola in het eerste kwartaal 1 dollarcent boven de consensus uitkwam. Toch kon de frisdrankengigant niet vermijden dat zijn omzet terugliep met 4 procent en dat zijn winst kelderde met 8 procent tot 1,6 miljard dollar. Concurrent Pepsi Co deed het iets beter, met een stabiele omzet en een winstdaling die beperkt bleef tot 2 procent. De oorzaak van die mindere prestaties is de evolutie van de wisselkoersen. In Europa, waar de euro is gestegen tegenover de dollar en de valuta’s van de groeilanden, laat dat zich nog sterker voelen. Bij Danone hadden de wisselkoersen bijvoorbeeld een negatief effect van 8,9 procent, waardoor de omzet in het eerste kwartaal daalde met 5,1 procent. Ook bij Nestlé, dat zijn cijfers bekendmaakt in Zwitserse frank, is een vergelijkbare tendens te zien.

Stokkende groei

Organisch — onder abstractie van wisselkoerseffecten — oogt de trend minder verontrustend. Pepsi Co en Nestlé groeien dan zelfs met 4 en 4,2 procent. Voor beide groepen betekent dat een stabilisatie tegenover eind 2013, ook al gaat het bij Nestlé om de laagste groei sinds 2009. Voor Danone is er zelfs sprake van een forse vertraging, met een organische omzetgroei van 2,2 procent in het eerste kwartaal, tegenover een gemiddelde van 4,8 procent vorig jaar. Die groeivertraging is te wijten aan de opkomende landen. Pepsi Co realiseerde tussen januari en maart een organische omzetgroei van 6 procent in Azië, het Midden-Oosten en Afrika, tegenover meer dan 10 procent in de kwartalen daarvoor. In Latijns-Amerika is de groei van de verkochte volumes van Coca-Cola in één jaar gedaald van 4 tot 1 procent. Danone heeft geleden onder zwakkere volumes in Rusland en China, waar zijn babymelkafdeling vorig jaar forse klappen kreeg na een waarschuwing voor botulismebesmetting door Fonterra, een van de belangrijkste toeleveranciers van de westerse merken in China.

Op de ontwikkelde markten blijven de verkochte volumes over het algemeen stabiel. Coca-Cola noteert wel een terugval van 4 procent in Europa. De prijzen blijven er onder druk staan door de verminderde koopkracht van de consument. Bij Pepsi Co bedragen de jaarlijkse prijsstijgingen slechts 0 à 1 procent voor zijn activiteiten in Noord-Amerika (snacks, granen en frisdrank). Nestlé wijst op “een deflatoire druk, waardoor de prijsaanpassingen negatief blijven”. De volumes en de prijzen van de Zwitserse groep groeien organisch met 0,6 procent op de ontwikkelde markten, tegenover 8,5 procent op de opkomende markten.

Het dubbele spel van de valuta’s

Een groot aantal producenten van basisconsumptiegoederen is erg afhankelijk van de opkomende landen. Veel bedrijven, waaronder Danone en Unilever, realiseren er zelfs het gros van hun omzet. Het is dan ook belangrijk om bij het interpreteren van de kwartaalcijfers rekening te houden met de impact van de valutadepreciatie en de inflatiespiraal in heel wat groeilanden (zie tabel Muntdepreciatie en inflatie). De terugval van de Venezolaanse bolivar dwong Procter & Gamble, de wereldleider in consumentenproducten, in februari zelfs nog tot een winstwaarschuwing: de groep verwacht dat de groei van de winst per aandeel over heel 2014 vertraagt van 5 à 7 procent tot 3 à 5 procent.

De waardedaling van de valuta’s weegt uiteraard op de omzet in dollar of in euro, maar paradoxaal genoeg verbetert ze ook de organische groei. Die groei houdt rekening met de stijging van de prijzen, en dus met de inflatie die in talrijke opkomende landen toeneemt door de muntdepreciatie.

Beleggen op lange termijn

Door de complexe situatie van de opkomende landen blijft de sector van de basisconsumptiegoederen moeilijk te vatten. In China groeide het bruto binnenlands product in het eerste kwartaal met 5,7 procent op jaarbasis. Dat is een duidelijke vertraging tegenover de 7 procent in de eerste drie maanden van 2013.

In India, Turkije en Latijns-Amerika zijn alle blikken gericht op de Amerikaanse Federal Reserve (Fed). De afbouw van het monetaire stimuleringsbeleid en de stijging van de tienjarige Amerikaanse rente van 1,7 tot 2,7 procent in één jaar tijd brachten een massale kapitaalvlucht uit de opkomende landen op gang. Dat leidde tot een sterke terugval van de valuta’s van de landen die kampen met tekorten op de lopende rekening (het saldo van de handelsbalans en geldstromen van en naar het buitenland).

Die onzekerheden steken af tegen de hoge waarderingsratio’s op de beurs. Met een koers-winstverhouding van 18 is de sector van de basisconsumptie zowaar de duurste op Wall Street, terwijl Danone, Nestlé en Unilever in Europa noteren tegen bijna 20 keer de winst. Als we de inflatie meerekenen, overschrijden we zelfs de grens van 20.

Uiteraard betekent dat niet dat u alle aandelen van de basisconsumptiebedrijven in uw portefeuille onmiddellijk moet verkopen. Op dit moment zijn er geen echte beleggingskansen meer te vinden, ook niet bij kleinere spelers zoals Lotus, dat noteert tegen 22 keer zijn winst van 2013. Grote groepen zoals Nestlé, Coca-Cola en Danone zijn goed gepositioneerd om te profiteren van de ontwikkeling van de middenklasse in de opkomende landen — vooral in China, waar de consumptie voortaan centraal staat in de economische strategie. Maar toch is het zaak voorzichtig te zijn. Alleen beleggingen op lange termijn zijn nog het overwegen waard.

CÉDRIC BOITTE

Door de complexe situatie van de opkomende landen blijft de sector van de basisconsumptiegoederen moeilijk te vatten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content