De smaak van de tijd
Van alle prestigieuze mechanische uurwerken die het label Swiss Made dragen, is het merk IWC uit Schaffhausen een van de minst gekende. Maar daar komt stilaan verandering in, zegt algemeen directeur Michael Sarp, en de verkoopcijfers geven hem gelijk. De catalogus wordt dit jaar uitgebreid met twee schitterende creaties van huisontwerper Kurt Klaus.
In België kennen alleen overtuigde aanhangers van mechanische topuurwerken het merk IWC. Het is een relatief jong merk in uurwerkland, nauwelijks 130 jaar oud. Hoewel op en top Zwitsers, verwijzen de letters naar een Angelsaksisch verleden. IWC staat voor International Watch Company, gewoon omdat een Amerikaan uit Boston met het merk is begonnen. De productieplaats ligt ook een beetje weg van de meeste concurrerende ateliers. Toch is Schaffhausen een belangrijke naam in de geschiedenis van de tijdmeting. Hier, aan de oevers van de Rijn, werd in de toren van de Sint-Janskerk het eerste mechanische uurwerk ter wereld opgehangen, waarvan archiefbronnen getuigen. We schrijven 1409.
Honderd jaar geleden werkten al 200 mensen uit het kleine plaatsje Schaffhausen bij IWC. Het bedrijf begon toen zijn horloges over de hele wereld uit te voeren, ook naar België. Daar is later de klad in gekomen, bij gebrek aan distributeur en follow-up van de bestellingen. Het Zwitserse merk is pas sinds twee jaar opnieuw bij ons, en dan nog alleen bij een paar selecte horlogezaken.
Sinds zijn oprichting in 1868 bracht IWC talloze modellen op de markt. Van alle types kennen de vliegeniershorloges het meest succes, zowel in productie als in omzet. Dat neemt niet weg dat voor de kenners en verzamelaars – Miles Davis, Mario Cipollini, Gerhard Schröder, Umberto Eco of de koning van Thailand die vandaag de plaats innamen van paus Pius XI, Gustav Jung of Winston Churchill – de Portugaise en de Da Vinci de topmodellen blijven uit de hele IWC-collectie.
Volgens Michael Sarp kunnen de Portugaises en de vliegeniershorloges vooral in België op heel wat bijval rekenen. Einde jaren dertig verschenen de Portugaises van IWC als eerste grote formaten aan de polsen van mannen. Vooral in Portugal was er grote vraag naar, vandaar de naam. De Portugaises werden al vlug gegeerde verzamelobjecten. Ze zijn opnieuw uitgebracht in 1993 in een beperkte oplage (1000 in staal, 500 in roze goud en 250 in platina).
Ter gelegenheid van het jaar 2000 brengt IWC een nieuwe beperkte serie (2000 exemplaren) uit van een nog geraffineerder model: de Portugaise Automatic 2000. Meesterontwerper Kurt Klaus heeft vier jaar aan dit kleine precisiewonder gewerkt dat een loopwerk heeft van 286 onderdelen. Door zijn saffieren bodem kan men de minuscule vergulde onrust zien die de Latijnse kenspreuk van het merk draagt – Probus Scafusa (kwaliteit van Schaffhausen). De horlogekast is zeer groot: bijna 4 cm diameter bij een hoogte van 7,2 mm. Dat is nodig om dit zware Calibre 5000 een loopreserve van zeven dagen te geven, die opgeslagen wordt in één tot anderhalve dag.
Het voor IWC-fanaten legendarische horloge, de Da Vinci chronograaf uit 1986 (kast in keramiek vervaardigd met zirkoonoxide), heeft vandaag een grotere kast (41,5 mm diameter) en een wijzerplaat met Arabische cijfers. Dit is de Da Vinci Rattrapante die seconden kan onderverdelen. Drie chronograafdrukknoppen, niet minder dan tien wijzers op de wijzerplaat, en toch gebruiksvriendelijk. Bovendien heeft dit horloge echt de ambitie lang mee te gaan, aangezien zijn reserve-eeuwschuiver de datum zal aanduiden tot het jaar 2499.
Net voor het jaar 2000 boekte IWC de beste jaarresultaten uit zijn geschiedenis. In 1999 steeg het aantal verkochte horloges met 13,4% tot 39.000 exemplaren, wat het omzetcijfer op 2,9 miljard (Belgische) frank bracht. Dit jaar lijkt het bedrijf uit Schaffhausen deze positieve trend door te trekken, want het aantal bestellingen voor januari lag al 40% hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. Voor dit jaar verwacht Sarp een omzetstijging van zowat 10% tot 3,2 miljard frank. IWC wil echter het aantal verkooppunten in de wereld verminderen. België, dat maar zeven verkoopadressen heeft, blijft buiten schot. Er is zelfs sprake van meer distributeurs in ons land. Volgens Sarp is de Belgische markt potentieel belangrijk voor IWC, waarvan de horloges zeer ‘Duits’ aandoen in vergelijking met de producten die men in het westen van Zwitserland vervaardigt. “Maar je moet kunnen leveren. Dit jaar gaan we onze ateliers met 1600 vierkante meter uitbreiden en nemen we extra horlogemakers in dienst, afkomstig uit de beste scholen of afgesnoept van de concurrentie.” Voor Sarp moet IWC alleen nieuwe modellen creëren “die kans maken om klassiekers te worden”. Om dezelfde reden is onlangs een kwart van de modellen geschrapt uit de catalogus, die nu nog maar 175 referenties bevat. “Een klassieker is een model dat je kleinzoon op een dag ook nog zal kunnen dragen,” zegt Sarp. “Wij zijn geen statusmerk, maar een merk voor kenners.” Keerzijde van de medaille is dat niet weinig modellen waarvan de ontwikkeling vier tot vijf jaar onderzoek heeft gevergd, in de kast van de kenners verdwijnen, die heel vaak verzamelaars zijn. “Een horloge,” onderstreept Sarp, “is gemaakt om aan de pols te dragen, ook de onze.”
Paradoxaal genoeg worden de wijzerplaten van de meest kostbare en grootste IWC-modellen door kunststof beschermd. “Het is technologisch niet mogelijk om glas in dit formaat te maken tegen een redelijke prijs,” aldus Sarp. Voor hij IWC kwam leiden, nu drie jaar geleden, was hij actief in de wijnsector. “De liefde voor uurwerken en voor wijn is zeer vergelijkbaar. Ten eerste wegens de mensen die het product maken. Ze hebben een passie voor hun vak. Ten tweede loopt de ontwikkeling van de smaak bij het publiek dikwijls parallel. Wijnliefhebbers beginnen eerst met kleine wijnen en leren geleidelijk de grote cru’s ontdekken en waarderen. Bij horloges laten amateurs zich eerst leiden door het merk en krijgen ze pas nadien oog voor de ziel van het uurwerk en de complexe mechaniek. Voor ervaren liefhebbers telt niet meer het feit van bewonderd te worden, maar het stille genot bij het proeven van een bepaalde wijn of het dragen van een bepaald horloge.” Voor zijn overstap naar IWC was Sarp al een liefhebber van horloges. Voor hij zijn eerste IWC kocht, had hij al een Rolex, een Cartier enzovoort.
Bij zijn officiële activiteiten draagt hij uiteraard altijd het laatste nieuwe model. “Als ik wordt uitgenodigd voor een zakenlunch of een officieel diner met politici, draag ik horloges van 6,5 à 7,5 miljoen frank. Ik kan u verzekeren dat na drie minuten het gesprek aan tafel rond mijn uurwerk draait en dat het een paar ogenblikken later van hand tot hand gaat. Iedereen droomt ervan ooit eens zo’n uurwerk te dragen.” Sarp ziet ook een groeiende belangstelling bij de dames voor grote herenuurwerken. “Dat is vooral het geval bij vrouwen die een zelfstandig beroep uitoefenen en zeker zijn van zichzelf, zoals advocates, architectes…” Een van de recentste reclames noemt een IWC “bijna even gecompliceerd als een vrouw, maar stipter”. Een andere, Duitse slogan speelt met de dubbele betekenis van het woord verdienen in “Männer verdienen mehr als Frauen. Zum Beispiel eine IWC.” Het schijnt dat dit soort humor bij vrouwen in de smaak valt. Het bewijs: sinds deze campagne loopt, kopen ze alsmaar meer herenhorloges. Voor zichzelf?
IWC International: Tel. (+41)-52-635.65.65; Info Benelux: Paul Simons, Tel. (+31)-20-672.33.33.
Serge Vanmaercke
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier