De new New Deal van Obama

Barack Obama legt op 20 januari de eed af. De ‘president van de verandering’ wil 600 miljard tot 1000 miljard dollar uittrekken voor een herstelplan naar het model van Roosevelts New Deal. De nieuwe New Deal zet niet alleen Amerika in een hogere versnelling, maar de hele wereldeconomie.

Barack Obama heeft de beste economische adviseurs aangetrokken. Timothy Geithner wordt minister van Financiën, als opvolger van Henry Paulson. Geithner was als voorzitter van de New Yorkse Federal Reserve nauw betrokken bij het werk van Paulson en vooral diens plan om met 700 miljard dollar de rommelhypotheken uit de markt te halen. Dat lukte amper omdat de regering het geld nodig had om het consumentenvertrouwen te herstellen en noodlijdende sectoren zoals de auto-industrie te hulp te schieten. Obama krijgt ook advies van Lawrence Summers, minister van Financiën onder Bill Clinton. Summers is een van de grote economisch-financiële kopstukken van de Democraten en hij wordt getipt als de toekomstige voorzitter van de Amerikaanse centrale bank.

Vijf pijlers

Het herstelplan richt zich op vijf pijlers: infrastructuur, energiebesparing, schoolgebouwen, breedbandinternet en de digitalisering van medische dossiers. Daarnaast is er het steunbeleid voor noodlijdende sectoren zoals de auto-industrie in Detroit. De totale som van de overheidsprogramma’s kan oplopen tot 1 biljoen dollar op een economie van 12,5 biljoen dollar per jaar.

1. Infrastructuur. Wie door Amerika reist, merkt al snel dat het een rijk land met een arme overheid is. Wegen zijn vaak slecht, bruggen nauwelijks onderhouden, het spoorwegsysteem armzalig en vliegvelden verouderd. Overal staan tolpoorten, de enige manier voor de staten om hun programma’s te betalen. Onderzoek wees uit dat 153.000 bruggen, de helft van het totale aantal, gevaarlijk is wegens gebrekkig onderhoud. Het Amerikaanse autoverkeer is in twintig jaar verdubbeld, maar de wegcapaciteit nam slechts toe met 6,6 procent. Wegen rond steden zitten vaak vast en bijna 250.000 kilometer aan interstatelijke wegen is kwalitatief ondermaats. De veiligheid op de weg moet beter via betere bewegwijzering. Deze bestaat nu uit een wirwar aan borden. De Amerikaanse infrastructuur is groots, maar broos. Obama wil de komende decennia 225 miljard dollar om de infrastructuur te herstellen. De werken zouden ongeveer 35.000 banen per miljard dollar moeten opleveren. Het is echter de vraag in welke mate dit plan de Amerikaanse economie kan aanzwengelen in 2009. Niet alle projecten zijn bouwklaar wegens de vereiste milieuvergunningen. Projecten waarbij de schoppen wel meteen in de grond kunnen, hebben een tot twee jaar nodig om voelbaar te zijn in de algemene economie. Herstel van de infrastructuur is meer dan nodig, maar het conjuncturele effect op 2009 valt wellicht tegen.

2. Energiebesparing. Overheidsgebouwen zijn in Amerika vaak oud en amper voorzien van energiebesparende installaties. In de zomer maakt airconditioning de gebouwen ijskoud, terwijl ze in de winter tropisch warm worden gestookt. Dubbele ramen en andere energieconserverende maatregelen werden relatief weinig doorgevoerd omdat de energie goedkoop was en de kostprijs hoog. Volgens het Internationale Energie Agentschap (IEA) verbruiken gebouwen in Amerika een derde van de nationale energieconsumptie. De overheid is de grootste eigenaar van onroerend goed. Obama wil in twee jaar 100 miljard dollar om de energie-efficiëntie te verbeteren. Dit betekent meer energiebesparing, dubbele ramen, nieuwe installaties en een rationeler gebruik van airconditioning met een gevoelstemperatuur van 22 graden. Deze investeringen zouden twee miljoen banen moeten opleveren.

3. Schoolgebouwen. De afgelopen tien jaar heeft Amerika ruim 500 miljard dollar geïnvesteerd in de bouw van nieuwe scholen. Het grootste deel van dat bedrag ging naar scholen in rijkere delen van het land, terwijl stedelijke gebieden met etnische minderheden achterbleven. Als senator heeft Obama meteen een politieke zaak van dit probleem gemaakt en hij schuift het nu naar voren als deel van zijn herstelplan. Betere scholen en faciliteiten in stedelijke gebieden resulteren volgens Obama in beter onderwijs en beter personeel. Obama wil 20 miljard dollar investeren in het onderhoud van bestaande scholen en 50 miljard in nieuwbouw. Dit zou 250.000 banen opleveren in onderhoud en 625.000 in de bouw van nieuwe scholen.

4. Breedbandinternet. Obama beperkt infrastructuur niet alleen tot wegen, spoorwegen en vliegvelden, maar wil ook nieuwe investeringen in de digitale infrastructuur. Amerika is in het algemeen internetvriendelijk en zelfs tweederangshotels hebben draadloze aansluitingen. Maar bij families, vooral de armere, loopt het aansluitingspercentage op breedbandinternet nog flink achter. Er is een digitale tweedeling. De ontwikkeling van de Amerikaanse internetmarkt is achtergebleven omdat in veel staten de markt in handen is van monopolisten: een telecombedrijf en een kabelmaatschappij. Er is te weinig concurrentie zoals die er in Europa wel is als gevolg van Europese richtlijnen. Obama wil 100 miljard dollar investeren in breedbandinternet wat bijna 100.000 banen moet opleveren per 5 miljard dollar. Obama wil Amerika voorzien van breedbandinternet zoals Roosevelt afgelegen gebieden voorzag van elektriciteit.

5. Digitalisering van medische dossiers. Met twee biljoen dollar is de gezondheidssector een van de grootste branches in de VS, maar in technisch opzicht loopt de sector hopeloos achter. Niet de medische apparatuur of de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, maar de verwerking van gegevens. 90 procent van de dokters en ziekenhuizen werkt nog met papieren dossiers. Wie een medische ingreep ondergaat, moet wachten tot alle gegevens met de post naar de chirurg zijn verstuurd of moet alle tests opnieuw ondergaan. Dokters sturen de facturen via de post naar de verzekeringsmaatschappij. Wie in Amerika verhuist, moet weer alle gegevens invullen en tests ondergaan. Obama wil in een periode van vijf jaar 10 miljard dollar investeren om de dossiers te digitaliseren. Indien 90 procent van de dokters en ziekenhuizen compatibele digitale dossiers kan aanhouden, zou dat een besparing opleveren van 77 miljard dollar. Tot nu toe waren medische instanties huiverig om een kleine 60.000 dollar te investeren in digitale verwerking omdat de systemen niet compatibel waren en dus nutteloos. Het resultaat is dat 700.000 Amerikaanse medici papieren dossiers en mappen aanhouden. De investering van 10 miljard dollar is erg nuttig, maar het duurt wellicht tien jaar voordat de Amerikaanse gezondheidszorg digitaal werkt.

Voedselbonnen

De meeste Amerikanen zijn zeer tevreden met de plannen van Obama. De cruciale vraag is of hij de economie weer in een hogere versnelling krijgt zodat er in 2009 tenminste weer economische groei is en een groter consumentenvertrouwen. 70 procent van de Amerikaanse economie bestaat uit consumptie en de nieuwe New Deal betekent weinig voor 2009, indien de particuliere bestedingen inzakken omdat Amerikanen geld gaan sparen. Alle vijf assen uit Obama’s herstelplan hebben minstens een tot twee jaar nodig om voelbaar te zijn in de economie. Obama hoopt dat zijn New Deal een perspectief biedt zodat de economie aantrekt en er over twee jaar 2,5 miljoen nieuwe banen zijn. Daarmee zou hij in 2010 de verwachte neergang van 1,6 procent moeten omzetten in economische groei van 1,9 procent. De meest effectieve economische maatregel zou de verruiming van het systeem van voedselbonnen voor de armen zijn. Food stamps zijn nog altijd een vorm van sociale uitkering in de VS. Armen geven de bonnen doorgaans meteen uit zodat de consumptie een impuls krijgt. Een belastingverlaging voor de middenklasse kan in onzekere tijden gemakkelijker leiden tot meer besparingen. Op zich nuttig in een land waarvan de spaarquote terugviel tot 1 procent van het bbp, maar niet meteen een injectie voor de consumptie.

Het opvallende is dat Obama zich spiegelt aan Roosevelt in de periode van 1933 tot 1940. Hele generaties, zeker bij de Democraten, zijn opgegroeid met het idee dat Roosevelt een einde maakte aan de Grote Depressie. Roosevelt lanceerde grote publieke werken, verhoogde daarvoor de belastingen en construeerde een Democratische Partij rond het ideaal van een actieve overheid.

Democraten houden dit ideaal hoog, maar het komt niet helemaal overeen met de feiten. Toen Roosevelt in 1933 president werd, lag de werkloosheid rond de 20 procent. In 1939 lag ze nog steeds op dat peil. In feite liep aan het einde van dat decennium de werkloosheid weer op, met een brede verarming tot gevolg. Op 9 mei 1939 merkte de minister van Financiën, Henry Morgenthau, op: “We hebben alles geprobeerd. We hebben meer geld uitgegeven, meer dan ooit in de Amerikaanse geschiedenis. Maar we konden onze beloften niet waarmaken. Na acht jaar in de regering-Roosevelt zeg ik: ‘we hebben nog evenveel werkloosheid als toen we begonnen en daarbovenop een enorme staatsschuld om onze nek’.” Uiteindelijk was het niet de New Deal, maar de Tweede Wereldoorlog die Amerika uit de recessie trok. Pas in 1954 bereikten de aandelen op de beurs van Wall Street het niveau van voor de beurscrash in 1929.

Belastingverlaging

Er is ook een groot verschil tussen de aanpak van Roosevelt en Obama: het fiscale beleid. Roosevelt voerde in de jaren dertig een enorme belastingverhoging door. Zo ging het fiscale toptarief naar 79 procent, werden accijnzen ingevoerd en werden bedrijven zwaarder belast. Roosevelt legde de schuld van de depressie bij ‘de rijken’. Het gevolg was een extra recessie in de depressie omdat de privésector verder inzakte.

Obama heeft die les geleerd. Hij wil een belastingverlaging van 770 miljard dollar in de komende twee jaar. Een recordbedrag en groter dan deskundigen hadden verwacht. Bedrijven mogen verliezen in 2008 en 2009 fiscaal afschrijven over een periode van vijf jaar. Dit betekent dat bedrijven lagere aanslagen krijgen, geld kunnen terugvorderen of kunnen rekenen op een lagere voorheffing in 2009. Investeringen in dat jaar worden fiscaal aftrekbaar. Bedrijven die in 2009 mensen in dienst nemen, krijgen ook belastingverlagingen voor een totale omvang van 50 miljard dollar. Voorts wil Obama elke belastingbetaler met een lager inkomen 500 dollar terugbetalen, gezinnen 1000 dollar.

Deze maatregelen hebben twee doelen. Obama wil een onmiddellijke impuls en hij zoekt steun bij Republikeinen. De plannen hebben goedkeuring van het Congres nodig en Republikeinen hebben in de Senaat een blokkerende minderheid. Tijdens de campagne zei Obama dat hij het toptarief voor inkomens boven de 200.000 dollar wilde verhogen van 35 naar 39 procent, maar dat voornemen komt niet meer terug in zijn huidige plan. Republikeinen zouden dit zeker blokkeren.

Obama’s plan geeft sommige bedrijven nieuwe kansen, zoals banken, bouwbedrijven, de energiesector, de autosector en de technologische sector. Maar is het zeer de vraag of buitenlandse bedrijven veel kans maken om orders binnen te halen. Bij de Democraten is er enorme druk om Amerikaanse bedrijven eerst in stelling te brengen. Het Congres is een bolwerk van protectionisme geworden en het pleit voor American jobs for American workers. Obama is intellectueel een politicus die de voordelen van vrijhandel ziet, maar hij kan niet ongevoelig blijven voor de druk. Hij beloofde al om het vrijhandelsakkoord NAFTA te heronderhandelen met Mexico en Canada. Amerikaanse bedrijven lobbyen bij Democratische congresleden en voorzien hen van geld voor hun verkiezingscampagnes.

Congresleden beschouwen de 1 biljoen dollar als een prachtige pot om projecten voor de eigen achterban te realiseren: een museum, een brug vernoemd naar zichzelf, een school, een dierentuin of een pretpark dat bij de ingang refereert naar hen. Deze pork barrel projects zijn schering en inslag. Hoe hard congresleden dit spelen, merkte Airbus onlangs toen het een order in de wacht sleepte om vrachtvliegtuigen voor de Amerikaanse luchtmacht te bouwen. Concurrent Boeing ging uithuilen bij het Congres en het order bij Airbus werd ingetrokken. Spilzuchtige en provincialistische congresleden hebben de neiging eerder projecten te selecteren voor de eigen achterban dan projecten met een overtuigende macro-economische impact.

Mestvaalt

Er is een algemene consensus dat de economie eind 2009 weer aantrekt. Maar 2008 toonde aan dat economie een abstracte wetenschap is. Sommige pessimisten die de problemen van 2008 voorspelden, denken dat Wall Street nog 30 procent daalt voor de bodem is bereikt. Ze vrezen dat door de hoge overheidsuitgaven de Amerikaanse staatsobligaties vrijwel waardeloos worden. Daarop onstaat een inflatiegolf en Amerika wordt gedwongen de rente weer fors te verhogen om kapitaal aan te trekken. Ze denken ook dat de Amerikaanse spaarquote in 2010 tussen de 7 en 10 procent terechtkomt: Amerikanen sparen meer, consumeren minder en de recessie duurt tot in 2010.

Obama probeert het Roosevelt-recept dat destijds niet werkte. Als hij de economie vlot kan trekken, wordt zijn naam in de Amerikaanse geschiedenis geschreven naast die van Roosevelt en Lincoln. Als de nieuwe New Deal resulteert in hoge overheidsschulden, hoge inflatie en toch nog een hoge werkloosheid, dan zal zijn presidentschap belanden op de mestvaalt van de geschiedenis. De Amerikaanse kiezer is altijd enthousiast over iets nieuws, maar heeft weinig geduld als het gaat om zijn eigen beurs. En de volgende congresverkiezingen zijn… volgend jaar. (T)

Door Derk Jan Eppink

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content