De lepe koper van Innogenetics
Solvay is sinds kort de trotse eigenaar van de Vlaamse biotechpionier Innogenetics. Maar hoe Innogenetics past in de strategie van het timide Brusselse farma- en chemieconcern, was niet zo meteen duidelijk. Werner Cautreels, de Vlaamse topman van de farmapoot Solvay Pharmaceuticals, legt in een zeldzaam interview het belang van de aanwinst uit .
Wanneer wordt verwezen naar de fine fleur van de Belgische farmasector, wordt Solvay door de historische dominantie van chemie in zijn activiteiten maar al te vaak over het hoofd gezien. Geheel onterecht. Solvay Pharmaceuticals mag dan wel in omzet de kleinste van de drie takken van Solvay zijn, na kunststoffen en chemie, maar is in bedrijfswinst wel de grootste. Solvay Pharma vertegenwoordigde vorig jaar een omzet van 2,6 miljard euro. Dat maakt het bedrijf ondanks de ruim 9000 werknemers geen internationale kanjer, maar toch een uit de kluiten gewassen Europese farmamidcap.
Dat het voorbije jaar grotendeels in het teken stond van de overname van Innogenetics, had zo zijn voordelen. Het verbloemde deels de tegenvallers die de farmatak van Solvay te slikken kreeg. Voor de rechtbank moesten aanvallen op het sterproduct Tricor (anticholesterol) worden gepareerd en het middel tegen schizofrenie Bifeprunox kreeg vorige zomer een veto van de steeds kritischer Amerikaanse goedkeuringsautoriteit FDA. Ook Duodopa, een middel tegen de ziekte van Parkinson, werd door de FDA afgeremd, terwijl die ook moeilijk deed over de griepvaccins van de groep. Solvay besliste in november noodgedwongen een programma voor de ontwikkeling van een middel tegen zwaarlijvigheid af te blazen.
Gelukkig kreeg Cautreels op de valreep van een lastig 2008 nog een eindejaarsgeschenk toegestopt. De FDA zette toen het licht op groen voor de marktintroductie van een nieuwe cholesterolverlager, TriLipix. Die kan uitgroeien tot Solvays volgende blockbuster, een product met een jaarlijkse omzet van ruim een miljard dollar. TriLipix vormt daarmee een stevig zoethoudertje voor beleggers en aandeelhouders. “Zoals heel de farmasector hebben wij in 2008 onze ups en downs gekend, maar als we onze balansen opmaken zullen we nog best tevreden zijn”, zegt de 56-jarige Cautreels, die wel beseft dat TriLipix niet zal volstaan om Solvay Pharma op lange termijn op rozen te zetten. De pijplijn is onvoldoende gevuld, geeft hij ootmoedig toe.
Voor het aanvullen van die pijplijn moet alvast niet op Innogenetics worden gerekend. Het bedrijf stootte in de lente van vorig jaar zijn afdeling therapeutica af, zeg maar het geldverslindende geneesmiddelenonderzoek. In het geval van Innogenetics was dat vooral een potentieel vaccin tegen hepatitis C. Wat restte, zijn de diagnosticaproducten om te bepalen welke patiënten geschikt zijn voor een behandeling en of de stof die wordt toegediend invloed heeft op het ziektebeeld.
Juiste timing
Het belang van diagnostica werd vaak en lang onderschat. Maar niet door de lepe Cautreels, die al sinds 1999 in de raad van bestuur van Innogenetics zat en daardoor de juiste timing van de overname kon bepalen. “Innogenetics is voor ons een heel belangrijke strategische stap”, zegt Cautreels. Diagnostica zoals biomarkers (die aantonen of een patiënt baat heeft bij een bepaalde behandeling, nvdr) kunnen aantonen of een medicijn voldoende effect heeft. Wie dure geneesmiddelen terugbetaald wil krijgen, zal met diagnostica moeten bewijzen dat ze ook echt werken.”
Nu al heeft een nieuw medicijn meer kans op een positief verdict van de FDA als de producent meteen kan uitpakken met begeleidende diagnostica. “De FDA vraagt uitdrukkelijk om een aantal zaken te meten. Als men die richtlijnen volgt, stijgt de kans op goedkeuring.”
Solvay zat dan wel met de neus bovenop het Innogenetics-dossier, maar wachtte erg lang om toe te slaan. Het biotechbedrijf was al jaren op de dool. “Vroeger inlijven? Dat was niet het juiste moment, omdat de toekomst van therapeutica zo onzeker was”, vindt Cautreels.
Innogenetics moest vorige herfst wel een fikse afwaardering van 7,5 miljoen euro boeken. Dan toch een kat in een zak gekocht? “Ik hoop van niet”, lacht Cautreels. “Waarschijnlijk zit er nog kaf tussen het koren, maar we hebben mensen die daarnaar kijken, zowel wetenschappelijk als commercieel, en daar zal een nieuw businessplan uitkomen”, zegt Cautreels, die officieel in Florida woont maar vaker in het Brusselse Solvay-hoofdgebouw met doolhofstructuur vertoeft.
Bij de acquisitie werden alle 390 werknemers van Innogenetics overgenomen. Bij de integratie sneuvelen mogelijk nog banen, geeft Cautreels toe. “Maar niet meer of minder dan bij onze andere activiteiten.”
Assertieve biotechbedrijven
Met de acquisitie van Innogenetics is de overnamehonger van Solvay Pharma weer even gestild, stelt Cautreels. Nochtans huist in het nabije Gent ook een bloeiende maar financieel bloedende biotechsector. En heel wat biotechbedrijven werpen zich door hun nijpende geldgebrek bijna aan de voeten van een winstgevend farmahuis. “Agressief? Sommigen zijn inderdaad assertief”, lacht Cautreels. Er liggen dan ook – letterlijk – heel wat dossiers op het bureau van de CEO. “Wij kijken naar ongeveer alles”, zegt hij. “Dat betekent de hele biotechwereld, niet alleen in België.”
De overname van het Franse Fournier Pharma voor 1,36 miljard euro in 2005 is ook vrijwel volledig verteerd, en er is een spaarpotje beschikbaar voor een nieuwe operatie. Maar Cautreels laat niet in zijn kaarten kijken. Het tekent Solvay, dat zeker in deze onzekere tijden opteert voor de voorzichtigehuisvaderaanpak. “Dat beleid wordt gewaardeerd. Vroeger heette dat conservatief, nu wordt dat wijs genoemd.”
Die voorzichtige aanpak werd al in 2006, lang voor de kredietcrisis, vertaald in een besparingsprogramma voor de farmadivisie als gevolg van de overname van Fournier. Dat programma, Inspire, moet een jaarlijkse besparing van 300 miljoen euro opleveren, maar heeft wel een duizendtal banen gekost. Inspire loopt tot eind 2010 en is nu voor ongeveer 80 procent uitgevoerd. “We zitten op schema”, aldus Cautreels.
Met Inspire heeft Solvay Pharma heel wat concurrenten in snelheid genomen en vermeden dat het nu moet hakken in kosten en banen. Lokale collega’s als UCB en Janssen Pharmaceutica zijn veel recenter ook aan de noodrem gaan hangen.
De overname van Fournier werd ook aangewend om de strategie te stroomlijnen, wat leidde tot een nieuw, nog ambitieuzer plan, Transformation 2015, dat nieuwe structuren en werkmodellen moet uittekenen. Solvay Pharma heeft daarbij radicaal gekozen voor stofwisselingsziekten en neurologische ziekten als prioritaire onderzoeksdomeinen. “We hebben kunnen nadenken over de toekomstige drivers van deze industrie in een redelijk rustig klimaat. Als we dat vandaag zouden moeten doen, was dat allemaal kortetermijnwerk geworden.”
Cautreels maakt zich niet de illusie dat Solvay Pharma het terrein voor zich alleen heeft in de uitverkoren domeinen. “Er is gewoon geen domein meer waarin je nog pionier kan zijn.” En wie die concurrentie dan wel is? “Ongeveer iedereen” ( lacht).
Pletwals
Ook Cautreels kan niet inschatten hoe de toekomst van Solvay Pharma er uitziet. Dat farma zwaar onder druk komt door de pletwals van generieke concurrentie, strengere goedkeuringsautoriteiten, duurdere productontwikkelingskosten en de economische crisis, baart hem nog geen grote zorgen. “Het is misschien zelfs gezond voor de sector dat dit allemaal gebeurt. Het zal ons dwingen om creatief te zijn. Zolang er geld is om te groeien is het oké, en bij Solvay zitten we wat dat betreft goed.”
Voor 2008 wordt wel verwacht dat de groep iets minder zal presteren. “Maar de farmatak iets beter, ondanks alle uitdagingen”, zegt Cautreels, die zich op de borst klopt omdat Solvay Pharma al lang investeert in groeimarkten, met op kop de BRIC-landen. “Nu pas zeggen ook de grote farmagroepen dat die landen belangrijk zijn.”
Intussen verwijten sommige analisten Solvay Pharma een lack of trigger, het ontbreken van een katalysator die een nieuw elan kan geven. “Dat begrijp ik wel”, zegt Cautreels. “Bifeprunox zou zo’n trigger kunnen zijn. Of TriLipix dat kan, is niet zeker. Dat er de komende maanden of jaar geen nieuwe Bifeprunox staat aan te komen is duidelijk, maar we hebben nog moleculen met een enorm potentieel in de pijplijn.” Solvay Pharma wil alvast de onderzoeksinspanningen opdrijven. Nu gaat 17 procent van de omzet naar O&O. Dat moet 20 procent worden.
En wie nog altijd droomt van een grote Belgische farma-alliantie, geeft hij weinig hoop. Met UCB en Janssen Pharmaceutica wordt samengewerkt zoals met anderen. Bevoorrechte relaties? “Neen”, klinkt het resoluut.
Geen spijt
Cautreels staat intussen vier jaar aan het hoofd van Solvay Pharma, maar kan zich geen beslissing voor de geest halen die hij zich beklaagd heeft. “Waarschijnlijk is er wel wat, maar ik kan niet zo meteen iets vinden ( lacht). We hebben Fournier gekocht, en daar hebben we duidelijk geen spijt van, zeker niet nu we TriLipix hebben. Hetzelfde voor het in 2004 overgenomen Zweedse Neopharma, dat aan de basis ligt van Duodopa.”
In enkele jaren tijd heeft hij wel een sterke verandering gemerkt bij de FDA. “Die was vroeger erg voorspelbaar. Je bereikte snel een akkoord over de aanpak van projecten en ontwikkelingstrajecten, en dat was altijd vrij transparant en duidelijk. Nu niet meer. Als we dat geweten hadden, zouden we misschien een aantal investeringen anders hebben aangepakt”, zegt Cautreels. “Trouwens: You should never regret the past and never be afraid of the future.”
“Soms kregen we het niet omdat een ander meer bood, of misschien mooiere ogen had. ( lacht) Bovendien zijn er sommige producten waarvan ik gelukkig ben dat we ze niet hebben”, zegt Cautreels, die meestal enkele dagen per week in het buitenland zit. “Farma is een business die buitenshuis wordt gerund. Er zijn veel stakeholders, zoals academici, ziekenhuizen of andere bedrijven, waarmee ik veel contact wil houden. Enkel als ik naar de VS moet, bundel ik mijn afspraken, zodat ik niet voor een dag over en weer moet maar een week daar verblijf.”
Het vele reizen verteert hij vlot dankzij sport. “Het houdt me op de been, en ik doe het dan ook vrijwel elke dag: spinnen, joggen, zwemmen en golfen.” Vakanties brengt hij thuis door, en dat is in zijn geval nog altijd Florida, waar zijn twee zonen van 33 en 30 jaar werken. De oudste heeft een bedrijfje in e-marketing, terwijl de jongste werkt voor een bedrijf dat zwembaden bouwt. “En ook in Florida staat sport bovenaan de agenda, met natuurlijk ook golfen”, zegt Cautreels, die een definitieve terugkeer naar België niet overweegt. “Ik profiteer van twee werelden, en dat is best leuk.”
Door Bert Lauwers/Foto Thomas De Boever
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier