België zit op een geldpot van miljarden, waar niemand over spreekt: waarom onze overheid geen aandelen van Belfius of Proximus verkoopt

Professor Steven Van de Walle van het Public Governance Institute van de KU Leuven. © Steven Van de Walle
Sebastien Marien
Sebastien Marien Redacteur

De Duitse overheid haalt 2,2 miljard euro op met de verkoop van aandelen in Deutsche Post. Toch blijft het de grootste aandeelhouder van het postbedrijf. Kan België met zijn begrotingstekort van 26,7 miljard euro slagkracht krijgen om te investeren door overheidsparticipaties te verkopen? Wat zijn de voor- en nadelen, en waarom spreekt niemand over die optie?

De Duitse overheid geeft 50 miljoen van zijn aandelen in Deutsche Post in handen van institutionele beleggers. Ons buurland laat zijn participatie daarmee met 4 procent terugdringen tot 16,5 procent. Daarmee blijft Duitsland wel nog de grootste aandeelhouder, weet het Duitse Manager Magazin. Duitsland heeft ook al een concreet plan voor de vrijgekomen 2,2 miljard euro. Die wil het investeren in de modernisering van de spoorwegen.

“Met deze transactie zet de federale overheid haar beleid voort rond het verantwoord privatiseren van bedrijven waarin ze geen belangrijke federale belangen ziet.” Dat is te lezen in een persmededeling van de overheidsdienst Financiën, die geleid wordt door minister Christian Lindner van de liberale partij FDP. In Duitsland werkt de FDP in een coalitie met de groenen en de socialistische SPD van bondskanselier Olaf Scholz.

Belgisch miljardenpotentieel

Ons land kampt momenteel met een begrotingstekort van 26,7 miljard euro en in veel sectoren, waaronder de spoorwegen en het busvervoer, wordt te weinig geïnvesteerd. Ook de verkoop van Belgische overheidsbedrijven en participaties heeft een miljardenpotentieel.

“In theorie zou de overheid zeker geld kunnen vrijmaken door overheidsbedrijven volledig te privatiseren of een deel van de participatie te verkopen”, aldus Steven Van de Walle, professor in public management aan het Public Governance Institute van de KU Leuven. “Dat zou bijzonder interessant kunnen zijn, mits er vooraf een duidelijke oefening wordt gemaakt, net zoals Duitsland dat doet. De Duitsers hebben een duidelijk plan om het geld te investeren in spoorinfrastructuur, waar ze op termijn de vruchten van plukken.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Een ander deel van de oefening is het strategische voordeel van het belang, legt Van de Walle uit. “Vaak is het het doel van de overheid om op het beleid te wegen, maar dat strategische belang verandert natuurlijk met de jaren. Het staatsbelang van een postbedrijf, zoals bpost, is de jongste jaren duidelijk verminderd, nu er steeds minder briefverkeer is. In dat geval moet de overheid zich de vraag stellen of het verstandig kan zijn een deel van de aandelen te verkopen.”

Hoeveel zijn de bedrijven waard?

“Naast bpost mogen ook de participaties in Proximus ter discussie staan. Met de komst van de vierde telecomspeler DIGI komt er meer concurrentiekracht in de telecomsector. Daarnaast heeft Proximus voor de staatskas goed opgebracht, maar nu heeft het zijn dividend gehalveerd. Voor bpost is de vraag niet of verkopen interessant is, wel wanneer het meest opportune moment is.”

Maar wat zijn die overheidsbedrijven waard? Dat is eenvoudig te bepalen voor bpost en Proximus aan de hand van de marktkapitalisatie, vermits zij beursgenoteerd zijn. Het belang van de overheid is voor die bedrijven respectievelijk 365,9 miljoen euro en 1,52 miljard euro waard.

‘In Nederland worden alle staatsondernemingen afzonderlijk van de overheid beheerd om inmenging met de politiek te vermijden’

Steven Van de Walle, professor public management KU Leuven

De grootste vis in de overheidsportefeuille is Belfius, maar om de waarde van de bank te weten kunnen we alleen uitgaan van schattingen, De overheid bezit 100 procent van de aandelen. Het eigen vermogen van Belfius wijst op een vermogen van 11,6 miljard euro, blijkt uit het jaarrapport van 2022. Dat wil daarom niet zeggen dat de marktwaarde van Belfius evenveel bedraagt. Het recente Financial Stability Review-rapport van de Europese Centrale Bank (ECB) onderzocht de gemiddelde koers-boekwaardeverhouding van Europese banken. Het vergeleek de huidige marktwaarde van de banken met hun nettoboekwaarde. Daaruit blijkt dat de marktwaarde van banken gemiddeld iets meer dan de helft van hun boekwaarde bedraagt. Belfius kan dus de helft van die 11,6 miljard euro waard zijn.

Geen visie

“In België ontbreekt het aan visie over het beheer van de overheidsbedrijven”, merkt begrotingsexpert en professor Herman Matthijs (VUB en UGent). “Sommige participaties worden beheerd door de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Die bestaat uit een team dat de waarde van de portefeuille moet laten groeien, maar aandelen als Proximus en bpost zitten bijvoorbeeld niet in die portefeuille. Daar ontbreekt transparantie en een helder beleid.”

Van de Walle is het met Matthijs eens. “In Nederland worden alle staatsondernemingen afzonderlijk van de overheid beheerd om inmenging met de politiek te vermijden. Daar wordt het doel van investeringen telkens heel duidelijk aangegeven. Sommige hebben economische redenen, met het oog op dividenden. Andere zijn puur strategisch van aard en daarin nemen de vakministers wel een zekere sturende rol.”

‘Wat ook kan meespelen, is dat de raden van bestuur van overheidsbedrijven posten opleveren. Dat is een belangrijk speelveld in politieke onderhandelingen’

Steven Van de Walle, professor public management KU Leuven

In ons land is de doelstelling van de investeringen eerder vaag, vindt Van de Walle. “België heeft een meerderheidsbelang in bpost en toch slagen we er niet in voldoende op het beleid te wegen en de postdienst uit te breiden tot een soort loket van de federale overheid. Anderzijds zien we wel dat de politiek dan weer buiten haar kerntaken treedt als het gaat om de kwestie van het krantencontract en bpost.”

Heilige huisjes en postjes

Toch geeft professor Matthijs toe dat hij enigszins verrast is door de verkoop van het Duitse ministerie van Financiën. “Het is een socialistische bondskanselier die het aandeel van het postbedrijf tot ver onder 20 procent laat dalen. Misschien zegt dat in de eerste plaats iets over ons land, waar zulke beslissingen onmogelijk lijken. België heeft een aandeel van 51,04 procent in bpost, maar ik kan me niet voorstellen dat bijvoorbeeld de PS zou toestaan dat belang te verminderen, wat het ook mag opbrengen en zelfs al blijft de staat de grootste aandeelhouder. Al is het ook de rechtse regering-Michel niet gelukt kritisch naar de overheidsbedrijven te kijken.”

Van de Walle reageert minder verrast op het verhaal in Duitsland, omdat het verkopen van participaties vaak “doorgaans minder ideologisch is gedreven en eerder financiële redenen heeft”. Al geeft hij toe dat de scheiding tussen overheidsbedrijven en politiek moeilijk is in ons land. “De kwestie van bpost en het krantencontract kan banen kosten en dat ligt met name in Wallonië gevoelig. Daar zijn dus electorale risico’s aan verbonden. En wat ook kan meespelen, is dat de raden van bestuur van overheidsbedrijven natuurlijk posten opleveren. Dat is een belangrijke speelveld in politieke onderhandelingen.”

Begrotingsexpert en professor Herman Matthijs (VUB en UGent) © Herman Matthijs

Moeilijke structuur

De professor aan het Public Governance Institute van de KU Leuven stelt daarnaast vast dat het moeilijk is in België een akkoord te bereiken over de verkoop van overheidsparticipaties door de structuur van het aandeelhouderschap.

De Lijn is bijvoorbeeld voor 81,55 procent in handen van het Vlaams Gewest, voor 10,92 procent van Vlaamse gemeenten, voor 6,76 procent van Vlaamse provincies, voor 0,63 procent van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en voor 0,14 procent van particulieren. Met zoveel stakeholders in de overheid is het lastiger tot akkoorden te komen. Dat brengt ons onvermijdelijk bij de complexe staatsstructuur van ons land.

‘Brussels Airport en Schiphol kunnen elkaar versterken, terwijl de overheid haar belang vervolgens kan verminderen’

Herman Matthijs, professor openbare financiën VUB en UGent

Risico’s van verkoop

Matthijs wil verder wijzen op risico’s van de verkoop van overheidsbelangen. “De haven van Athene is met Europees geld gemoderniseerd en daarna heeft China ze voor een habbekrats gekocht. Dat is een scenario dat we absoluut moeten vermijden. De voorbije jaren zijn de geopolitieke spanningen alleen maar toegenomen en daardoor is het belangrijk een duidelijk onderscheid te maken tussen overheidsparticipaties van groot strategisch belang en andere posities die eventueel verkocht kunnen worden.”

Volgens zowel Matthijs als Van de Walle liggen er wel kansen in meer Europese samenwerking. “De overheid bezit 25 procent van Brussels Airport en iets meer dan de helft van Proximus en bpost. Verminder dat belang, maar ga tegelijk op zoek naar samenwerkingen met vergelijkbare entiteiten uit andere Europese landen. Brussels Airport en Schiphol kunnen elkaar bijvoorbeeld versterken, terwijl de overheid haar belang vervolgens kan verminderen. We zien ook bij de havens hoe er nauw wordt samengewerkt tussen Rotterdam en de Port of Antwerp-Bruges. Daar liggen ongetwijfeld kansen.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content