Water wordt duurder: hoe kan je toch besparen?

Sinds 1 januari hanteren de watermaatschappijen verhoogde tarieven voor drinkwater. Die moeten bijdragen tot investeringen om waterproductiecentra en leidingen te renoveren of te vervangen. Hoe kan je toch besparen op je waterfactuur?

De drinkwaterprijs is de prijs voor de productie en de levering van het kraantjeswater, inclusief het oppompen, het vervoer via de leidingen en de levering tot aan je watermeter. Alle watermaatschappijen hebben hun tarieven voor 2017 verhoogd. Toch zijn er aanzienlijke regionale verschillen. Hieronder vind je de cijfers voor een gemiddeld Vlaams gezin:

De Watergroep, de grootste speler in Vlaanderen, voerde de grootste tariefstijging door (14 procent), terwijl er bij Vivaqua slechts een half procentje bijkwam. Afhankelijk van de gemeente zal een gemiddeld gezin in 2017 dus tussen 1 euro en 22 euro moeten bijbetalen.

Let wel, deze cijfers hebben enkel betrekking op de drinkwatercomponent. Je betaalt daarnaast ook een gemeentelijke bijdrage voor de afvoer van je afvalwater en een vergoeding voor de zuivering ervan. Houden we hier rekening mee, dan stijgt de gemiddelde waterfactuur in Vlaanderen in 2017 tot 397,68 euro (tegenover 378,63 euro in 2016).

115 liter per dag

Elke Vlaming verbruikt jaarlijks gemiddeld 42 kubieke meter drinkwater. Dit komt overeen met 115 liter per dag. Het grootste gedeelte hiervan – ongeveer 40 procent – vloeit naar lichaamshygiëne. Door je bad in te ruilen voor een douche, bespaar je alvast 150 liter per week. Een minuutje korter douchen – of de kraan dichtdraaien tijdens het inzepen – leidt tot een besparing van 9 liter per keer.

Overweeg ook om een waterbesparende douchekop te installeren in je badkamer. Die kan het verbruik met 40 tot 50 procent verminderen, waardoor je per douchebeurt tot 4,5 liter kan besparen. Ook erg efficiënt is een douchethermostaat die zelf de temperatuur van het water regelt: zo douch je in principe sneller.

Je wasmachine verbruikt ongeveer 60 liter per wasbeurt. De jaarlijkse kosten voor het waterverbruik (bij een gebruik van drie keer per week) lopen zo op tot veertig euro. Een moderne vaatwasser verbruikt gemiddeld 20 liter water per beurt. Gemiddeld betaal je (bij een gebruik van vier keer per week) jaarlijks 14 euro aan water.

Uiteraard kan je flink besparen op water (en ook op elektriciteit) door je wasmachine en vaatwasser enkel te gebruiken wanneer die helemaal gevuld is. Je kan ook overwegen om je wasmachine aan te sluiten op een regenwaterput.

Specifiek voor je vaatwasser geldt dat voorspoelen meestal geen goed idee is. Wanneer je de machine correct laadt, zonder de sproeiarmen te hinderen, wordt je vaat ook schoon zonder een voorspoelprogramma. Enkel als de borden of pannen echt erg vuil zijn of als de etensresten vastgekoekt zijn, kan dit nuttig zijn.

Afwassen met de hand?

En doe je een vaatwas beter met de hand? Daarover zijn de meningen sterk verdeeld. Als je manueel afwast onder een lopende kraan, dan ben je er wellicht aan voor de moeite. Maar wanneer je het waterverbruik beperkt tot een bodempje in de wasbak, dan kan je mogelijk een besparing realiseren ten opzichte van de vaatwasser.

Een wc verbruikt gemiddeld acht liter water per spoelbeurt. In een gezin van vier personen zijn de toiletbezoeken dan ook goed voor bijna 25.000 liter per jaar. Met een spaarknop voor kleine boodschappen bespaar je minstens een derde. Ook je wc’s aansluiten op de regenwaterput is een goed idee.

Een regenton is ook handig voor je planten. Geef die liever één keer per week voldoende water, in plaats van elke dag een beetje. Zo zullen de langere wortels dieper in de grond op zoek gaan naar water. Vervang ook de tuinslang door een emmer, want die verbruikt drie keer zoveel. Dat geldt eveneens voor elke poetsbeurt van je auto.