10 economische redenen waarom Internationale Vrouwendag ook in Vlaanderen nog aandacht verdient

© Getty Images/iStockphoto
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Elk jaar opnieuw zijn er mensen die ter discussie stellen of vrouwendag nog wel aandacht verdient in eigen land, want die gelijke rechten zijn toch allang bedongen. Wij vinden dat er nog altijd aandacht moet zijn voor de hindernissen waar vrouwen over moeten en we hebben daar een heleboel (economische) redenen voor.

1. Vrouwen werken meer, maar worden er niet of minder voor betaald

Volgens statistieken van de OESO werken vrouwen in België gemiddeld bijna 4 uur per dag zonder dat ze daarvoor betaald worden. De onbetaalde arbeid van de Belgische mannen beperkt zich tot gemiddeld bijna 2,5 uur per dag. Het is dan ook logisch dat de gemiddelde man meer betaalde werkuren kan sprokkelen, iets meer dan 4,56 werkuren per dag. Dat is 1,24 uren meer dan de gemiddelde vrouw.

Je kan erover twisten of vrouwen eerst beslissen minder ‘officieel’ te werken en daarom meer huishoudelijke taken en kinderopvang op zich nemen of hun partner officieus helpen bij de uitoefening van zijn job. Het maakt ook niet uit wat de oorzaak en wat het gevolg is. Feit is dat vrouwen gemiddeld meer uren per dag werken, maar minder uren betaald worden.

Een verschil van 1,24 werkuren per dag, zelfs tegen een minimumloon, kan grote financiële gevolgen hebben, beschouwd over een heel mensenleven. Er is niet enkel het misgelopen loon en eventuele carrièrekansen, maar vrouwen bouwen daardoor ook minder rechten op een pensioen en een werkloosheidsuitkering op.

2. Mannen zijn vrouwen de baas in leidinggevende functies

Slechts 14 procent van de leidinggevende functies op de Belgische arbeidsmarkt wordt bekleed door een vrouw, lezen we in een studie van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid. Zijn mannen betere leiders? Niet per se. Mannen beantwoorden vaker aan ons stereotiepe beeld van leiders, met karakteristieken zoals een uitgesproken zelfvertrouwen en daadkracht. Nochtans hebben we in veel situaties meer baat bij een empathische en zorgzame leider, leert onderzoek.

Vrouwen maken door stereotypen niet alleen minder kans op promotie. Ze zien zichzelf daardoor ook minder snel doorstoten naar de top en zullen zich ook minder snel kandidaat stellen. Het stereotiepe beeld dat de maatschappij heeft van leidinggevenden botst vaak met hoe de maatschappij vrouwen ziet, maar ook met hoe vrouwen zelf gezien willen worden. Veel organisaties zouden baat hebben bij meer ‘vrouwelijke’ leiders, maar ze zullen de vrouwen in hun organisatie daar ook nog van moeten overtuigen.

3. De loonverschillen zijn klein, maar niet onbestaande

Volgens het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen is er een loonkloof van 8,5 procent – in de privésector zelfs van 11,8 procent – gecorrigeerd voor arbeidsduur. Een deel van het verschil in loon is te verklaren, maar een ander deel niet. En verklaren is nog niet hetzelfde als rechtvaardigen.

Zo werken bijvoorbeeld meer vrouwen dan mannen deeltijds. 78 procent van de deeltijdwerkers zijn vrouwen. Enkel rekening houdend met mannen en vrouwen die voltijds werken, zakt het verschil in loon naar 5,8 procent. Blijkbaar vinden we het normaal om mensen die geen voltijdse werkrooster hebben minder te vergoeden voor de uren dat ze wel werken. Terwijl het best zou kunnen dat iemand die deeltijds werkt meer werk per uur verzet dan iemand die voltijds werkt. Wist u dat 200.000 deeltijds werkende vrouwen en 50.000 deeltijds werkende mannen liever voltijds zouden werken? In sommige sectoren werken de werkgevers liever met deeltijdse contracten en in sommige beroepen is voltijds werken veel zwaarder om vol te houden dan in andere.

Bovendien zijn heel wat organisaties doordrongen van het idee dat iemand die deeltijds werkt geen aanspraak kan maken op promotie. Er werken dan ook een pak meer mannen dan vrouwen in leidinggevende functies. Wie meer verantwoordelijkheid krijgt, krijgt vaak ook een hoger loon.

4. Stereotiep vrouwelijk werk wordt minder gewaardeerd

Als het opleidingsniveau een verklarende factor voor het loon is, dan zouden vrouwen gemiddeld meer moeten verdienen dan mannen. Want er zijn meer jonge vrouwen die afstuderen aan de universiteiten en hogescholen dan jonge mannen. Verliest een beroep aan aanzien als er meer vrouwen toetreden tot de beroepscategorie? Mijn grootouders hadden veel respect voor de onderwijzer van het dorp. Vandaag heeft iedereen de mond vol over de dalende kwaliteit van het onderwijs en denkt zowat iedereen het beter te kunnen dan de leerkrachten die voor de klas staan. In het Vlaamse onderwijs is tegenwoordig 70 procent van het personeel een vrouw. Hoeveel procent dat honderd jaar geleden was, weten we niet met 100 procent zekerheid, maar in de beeldvorming in boeken en schilderijen waren onderwijzers veelal mannen.

In The Teacher Wars omschrijft Dana Goldstein hoe een leraar aanvankelijk iemand is die kennis en discipline aan de kinderen moet bijbrengen, maar naarmate meer vrouwen het beroep beginnen uit te oefenen verandert dat. Van vrouwen wordt verwacht dat ze meer moederend voor de klas staan, en plots is lesgeven geen beroep meer, maar een roeping. De juffen worden bij de start van de twintigste eeuw maar half zoveel betaald als hun mannelijke collega’s.

In het boek Waarom vrouwen minder verdienen – en wat we eraan kunnen doen geeft Sophie van Gool een voorbeeld van het omgekeerde fenomeen: wat er gebeurde met de zogenoemde computer girls. Want programmeren gebeurde in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw vooral door vrouwen. Dat veranderde toen IT-bedrijven zoals IBM de Programmer Aptitude Test gingen gebruiken om programmeurs te rekruteren. Die testte vooral wiskundige vaardigheden, terwijl die eigenlijk niet nodig waren voor de job en meisjes die ook minder kregen aangeleerd op school. Janet Abbate, een professor wetenschap, technologie en maatschappij aan Virginia Tech, omschrijft in Recoding Gender hoe het beroep daardoor mannelijker werd, meer status kreeg én beter ging verdienen.

5. Vrouwen betalen meer voor dezelfde diensten en producten

Sinds 1 januari is het in Californië verboden om meer aan te rekenen voor een roze scheermesje of voor andere marketingtrucs die erop gericht zijn vrouwen meer te doen betalen dan mannen voor dezelfde producten en diensten. Als vrouwen consequent de verzorgingsproducten voor mannen uit het schap zouden nemen, zouden ze zichzelf veel geld kunnen besparen. Een studie in New York City kwam tot de vaststelling dat over een gamma van 742 producten, van speelgoed over kleding tot persoonlijke verzorging, meisjes en vrouwen gemiddeld 7 procent meer betalen dan mannen. De staat Californië berekende voor de goedkeuring van de wetgeving dat vrouwen, gespreid over hun hele leven, zo’n 188.000 dollar meer uitgeven door deze pink tax.

In Europa staat de pink tax totaal niet op de agenda, maar dat wil niet zeggen dat die ‘belasting’ in onze contreien niet bestaat. Het volstaat om de tarievenlijsten van kappers te raadplegen om te zien dat het wel degelijk bestaat. Bij Kreatos bijvoorbeeld, een van de grootste kappersketens in Vlaanderen kost een Women Basic 46 euro. Dat is de prijs voor ‘snit + handdrogen’. Voor een Men Basic ofwel ‘snit + styling’ betaal je 29,5 euro. Enkel als je als vrouw voor een kort kopje met de tondeuse kiest, kan je dezelfde prijs krijgen als de mannen. Meisjes tussen vier en elf jaar betalen 26,5 euro, tegenover de 24 euro die jongens betalen. Dat is een prijsverschil van meer dan 10 procent.

Het kan ook anders. De grootste kappersketen in Nederland Brainwash maakt geen onderscheid tussen meisjes en jongens. Tot en met elf jaar betalen kinderen 18 euro. Voor volwassenen kost knippen voor alle haarlengtes, en ongeacht het geslacht, 23 euro. Alle extra’s, zoals een kleuring of haarverzorgende producten, worden apart afgerekend. Ook De Wakko Kapper in Brussel rekent genderneutrale tarieven aan, afhankelijk van de duur van het kappersbezoek, de behandelingen en de expertise van de kappers.

6. Vrouwen lopen meer risico om in armoede te belanden

Het armoederisico bij vrouwen in België ligt 1,5 procent hoger dan bij mannen. Dat verschil is niet significant. Maar in België zijn er ook drie keer meer vrouwen dan mannen die zich in ‘individuele armoede’ bevinden in een gezin dat niet arm is. Dat betekent zoveel als: zonder hun partner zouden ze het financieel erg moeilijk hebben om rond te komen met hun eigen inkomen. Dat betekent ook dat ze bij een scheiding berooid achterblijven.

Vooral oudere vrouwen zijn kwetsbaar. In 2020 kregen 105.601 Belgische bejaarden een Inkomensgarantie voor ouderen (IGO), waarvan bijna 70 procent vrouwen. Dat cijfer alleen al spreekt boekdelen: er zijn in België meer vrouwen dan mannen die niet fatsoenlijk van hun pensioen kunnen leven.

Daarnaast krijgen ook nog eens 578.877 gepensioneerden een zogenoemd weduwepensioen of een ‘overlevingspensioen voor huwelijkspartners’ van de Belgische staat. Ruim 94 procent van die overlevingspensioenen gaat naar vrouwen. Het zijn allemaal vrouwen die geen recht op een eigen pensioen hebben.

7. Praten over ‘vrouwenkwaaltjes’ is nog steeds taboe

Ook menstruatiearmoede is een reëel fenomeen. Caritas Vlaanderen onderzocht dat in 2019 en kwam tot een aantal verontrustende vaststellingen. Zo bleef 5 procent van de ruim 2.600 ondervraagde meisjes al eens weg van school, omdat ze het geld niet hadden om menstruatieproducten te kopen. Zo’n 12 procent van de meisjes tussen 12 en 25 jaar kwam al geld tekort om maandverbanden of tampons te kopen.

Dit is een reëel probleem, waar we nog veel te weinig over praten. Het is goed dat we meisjes stimuleren om meer STEM te studeren, maar het zou nog beter zijn als we ervoor zorgen dat geen enkel meisje ook maar een dag school hoeft te missen wegens menstruatiearmoede. En dan hebben we het nog niet over de menopauze gehad of over meisjes met endometriose, wiens ondraaglijke menstruatiepijn jarenlang niet serieus werd genomen. Het is ook een bekend fenomeen dat het vrouwenlichaam lange tijd door de medische wereld verwaarloosd werd.

8. Vrouwen hebben minder spaarcenten en beleggen nauwelijks

Vrouwen leven gemiddeld langer dan mannen. Hoe langer de tijdshorizon, hoe meer beleggen kan renderen. Ondanks die langere horizon zijn er amper vrouwen die in aandelen durven te beleggen. En de bank zal het vrouwen ook vaak afraden om te beleggen, omdat ze minder spaargeld hebben en omdat ze minder geneigd zijn om risico’s te nemen. De Europese beleggersrichtlijn MiFID heeft in november 2007 het concept van risicoprofielen in het leven geroepen. Vrouwen zijn in de voorzichtige beleggingsprofielen in de meerderheid. In de meer agressieve profielen, die meer in aandelen kunnen beleggen, zitten meer mannen dan vrouwen.

Sinds de dotcomcrash en de financiële crisis ligt in de publieke arena de nadruk op de risico’s. Met beleggersdrama’s zoals Lernout & Hauspie en Fortis en Dexia zijn heel veel kleine Belgische beleggers veel geld kwijtgespeeld, omdat ze te veel op één paard hadden gewed. Maar er is nog een ander risico, namelijk het risico dat spaargeld aan koopkracht verliest omdat spaarboekjes nauwelijks rente opbrengen.

9. We duwen meisjes richting STEM, maar leren jongens niet voor anderen zorgen

In gezondheid en maatschappelijke dienstverlening is 78 procent van het personeel een vrouw. In ICT is dat nauwelijks 27 procent. Regelmatig wordt als oplossing voor de loonkloof naar voren geschoven dat meer meisjes moeten kiezen voor wiskundige of wetenschappelijke studierichtingen, die jongeren klaarstomen voor de beter betaalde banen als ingenieur of ICT’er.

Maar we zitten ook met steeds langere wachtlijsten in de zorg door een personeelstekort. Kunnen we het beroep van zorg- of verpleegkundige niet aantrekkelijker maken voor mannen? De werkomstandigheden zijn zwaar. Mensen in de zorg werken vaak deeltijds, omdat het weekend- en nachtwerk, de late en de vroege shiften niet altijd gemakkelijk te combineren zijn met een sociaal leven en een gezin. De vergoeding is te laag om mensen over de brug te halen. Voor mensen in de zorg hebben we een paar maanden geklapt. Daarna was het weer business as usual.

Als we onze kinderen naar de kinderopvang brengen, betalen we gemiddeld 30 euro per opvangdag. Daarvan kunnen we in de belastingaangifte 15,7 euro per dag en per kind invullen, waarvan we 45 procent terug kunnen krijgen. Daardoor zakt de kostprijs naar iets minder dan 23 euro. Dat is een pak minder dan het minimumloon waar mensen recht op hebben als ze voor een werkgever gaan werken.

We zitten vandaag met een crisis in de kinderopvang: ook hier is er personeel tekort en de kwaliteit laat te wensen over. Heel wat crèches doen de deuren tijdelijk of gedeeltelijk dicht, omdat ze onvoldoende kinderverzorgers vinden. Ouders die voltijds willen werken, kunnen dat soms niet omdat de kinderopvang nog maar vier dagen per week open is, in plaats van vijf.

Andere crèches worden gesloten door de overheid, wegens wantoestanden. Om goed te zijn, zou de ratio van het aantal kinderen per begeleider moeten zakken. Vlaanderen hanteert een maximum van 8 kinderen per begeleider en 9 kinderen per begeleider als er minstens twee begeleiders zijn. Dat is meer dan elders in Europa. Wie zelf al eens op kinderen past, weet dat er dan nog maar weinig tijd rest om iets anders te doen dan luiers te verversen, tranen te drogen en eten te geven.

En wie neemt ouderschapsverlof of tijdskrediet met als motief de zorg voor jonge kinderen? Volgens cijfers van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) gaat bijna twee derde van de uitkeringen voor loopbaanonderbrekingen naar vrouwen.

10. Geweld tegen vrouwen doet ook de economie pijn

Onderzoek leert dat vier op de vijf vrouwen met seksueel grensoverschrijdend gedrag te maken krijgen, tegenover één op de twee mannen. 16 procent van de vrouwen is verkracht, 5 procent van de mannen. Tot midden vorig jaar was vijf jaar cel de maximumstraf voor een man die een vrouw had verkracht. Nu is het tien jaar. Voor een slachtoffer dat mogelijk levenslang problemen heeft met intimiteit en vertrouwen is dat nog steeds te weinig.

In België wonen 35.000 meisjes en vrouwen wiens genitaliën verminkt zijn, in Vlaanderen meer dan 16.500. Nochtans is vrouwenbesnijdenis verboden in België en riskeren alle betrokkenen drie tot vijf jaar gevangenisstraf, ook als de besnijdenis in het buitenland gebeurde. Iedereen die aanzet tot vrouwenbesnijdenis kan acht dagen tot één jaar in de gevangenis belanden. Kleine meisjes wordt met zo’n besnijdenis levenslang seksueel genot ontzegd. Ze worstelen soms een leven lang met heftige pijn en lichamelijke klachten.

Niemand zal betwisten dat vrouwen vaker dan mannen slachtoffer worden van geweld. Onze zonen beter opvoeden, om onze dochters te beschermen, is een absolute must. Dat geweld moeten we veroordelen en bestrijden. Het klinkt wrang om er economische gevolgen aan te koppelen, maar mensen die slachtoffer zijn van geweld hebben ook vaker gezondheidsproblemen die leiden tot absentie op het werk. Het is ook pas wanneer mensen zich veilig voelen op de werkvloer en comfortabel genoeg om zichzelf te zijn, dat ze optimaal zullen presteren.

Please write your introduction text here

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content