Lage rente bedreigt levensverzekeraars

© belga

De overheid heeft de banken gered en stuwde de rente naar historisch lage standen om het economisch herstel aan te wakkeren. Voor levensverzekeraars is dat renteklimaat zeer ongezond. Mogelijk zelfs fataal.

Commotie vorige week bij onze noorderburen. Voor het eerst in de geschiedenis van het Nederlandse pensioenstelsel korten twaalf tot veertien pensioenfondsen op hun uitkeringen, vanaf 1 januari. Dat betekent dat 150.000 nieuwe gepensioneerden tot 14 procent minder van hun bijeengespaarde pensioenkapitaal uitgekeerd krijgen.

In ons land zijn vooral verzekeringen populair als spaarproduct op lange termijn. Maar bij de levensverzekeraars die in België actief zijn, zit alles snor, benadrukt Assuralia, de federatie van de Belgische verzekeringsondernemingen. Voorlopig toch.

Pas als de rente weer stijgt, kunnen levensverzekeraars opgelucht ademhalen. Net als de Nederlandse pensioenfondsen moeten ze de bijeengespaarde kapitalen uitkeren aan de rechthebbenden als een groeps- of een levensverzekeringscontract ten einde loopt. Een levens- of groepsverzekering van het type tak21 – de populairste soort – biedt zelfs een minimum gewaarborgd rendement op het ingelegde kapitaal.

In het eerste geval gaat het om een extraatje van gemiddeld 3 procent en voor een groepsverzekering is dat 3,25 procent (op de bijdragen van de werkgever) of 3,75 procent (op de bijdragen van de werknemer).

De clou van het verhaal? Als de langetermijnrente daalt, stijgt de waarde van al de toekomstige verplichtingen die levensverzekeraars moeten nakomen. Geert Noels, hoofdeconoom van Ecowealth: “Bovendien kampen levensverzekeraars van nature met het euvel dat de gemiddelde looptijd van hun verplichtingen _ van een levensverzekering zeg maar _ veel langer is dan de gemiddelde looptijd van de beleggingsactiva die daartegenover staan.”

“Activa met een looptijd van pakweg 30 jaar zijn moeilijk te vinden. Obligaties met een looptijd van 30 jaar zijn dun gezaaid. Vastgoed is dan weer weinig liquide en het risico op overwaardering is reëel. Kortom, als de langetermijnrente daalt, stijgt de waarde van de toekomstige verplichtingen van de levensverzekeraars _ hun passiva dus _ in grotere mate dan de waarde van de beleggingsactiva die daartegenover staan. De balans is dan niet langer in evenwicht.”

Het ultieme stressscenario voor de levensverzekeraars: de langetermijnrente zakt naar 2,5 procent en blijft daar jaren hangen. Japan heeft aangetoond dat zoiets perfect mogelijk is. “Het kan niet anders dat levensverzekeraars op zoek gaan naar beleggingen in risicovolle activa die meer opbrengen”, zegt Noels.

Toxische activa Aandelen? Dat laat de op til zijnde financiële regelgeving maar moeilijk toe. Noels vreest dan ook dat levensverzekeraars verleid worden door activa die onderliggend toxisch zijn. Iets als de beruchte cdo’s (collateralised debt obligations), met andere woorden, waar de bankensector helemaal aan onderdoor is gegaan.

Aanvankelijk had nagenoeg niemand iets in de gaten, want cdo’s kregen topratings toebedeeld dat het een lieve lust was. “Voor de levensverzekeraars is het net nog niet te laat”, benadrukt Noels. “De oplossing voor hun probleem ligt bij de beleidsmakers. Als zij de verzekeraars toelaten om hun contracten aan te passen aan de realiteit van een structureel lage rente, dan neemt dat al een groot deel van de stress weg.”

De gewaarborgde rendementen op levensverzekeringscontracten moeten hoe dan ook naar omlaag, als ook de rente laag blijft, vindt Noels. “Niks doen is geen optie, want dan zijn de gevolgen niet te overzien.” Assuralia benadrukt geen vragende partij te zijn om de gewaarborgde rendementen te verlagen. De levensverzekeraars volgen de situatie “met verscherpte aandacht” op, klinkt het.

C.D.C.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content