Inkomensvervangende tegemoetkoming stijgt 2 procent
De inkomensvervangende tegemoetkoming wordt op 1 september 2013 verhoogd met 2 procent. Ze bedraagt dan hoogstens 545,18 euro per maand voor iemand die bij ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers of zussen, tantes of ooms inwoont. Voor iemand die alleen inwoont, stijgt het maximumbedrag tot 817,78 euro per maand. En voor voor iemand die gehuwd is, samenwoont of kinderen ten laste heeft tot 1.090,37 euro per maand.
De ondersteuning geldt voor mensen met een beperking die tussen 21 en 65 jaar zijn en door hun handicap niet kunnen werken of die via dit werk ten hoogste een derde kunnen verdienen van wat een valide krijgt. Bij de berekening van de tegemoetkomingen wordt rekening gehouden met het inkomen van de persoon met een handicap en met het inkomen van de persoon met wie hij of zij een huishouden vormt. De opgegeven bedragen zijn dus maxima. De inkomensvervangende tegemoetkoming kan worden gecumuleerd met een integratietegemoetkoming. Dat is een bijdrage van de overheid voor bijkomende kosten die gehandicapten hebben om zich aan het maatschappelijke leven aan te passen. De inkomensvervangende tegemoetkoming kan aangevraagd worden via formulieren die de krijgen zijn op het gemeentebestuur. Die moeten vervolgens worden opgestuurd naar de FOD Sociale Zekerheid. Daarna worden de aanvragers uitgenodigd voor een medisch onderzoek. (Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier