Geen verlengde minderjarigheid meer op identiteitskaart

Vanaf 1 september 2014 mogen geen identiteitskaarten meer worden uitgereikt waarop vermeld is dat iemand in staat van verlengde minderjarigheid is geplaatst. Dat is een gevolg van de afschaffing van dat statuut.

Sommige mensen zijn niet in staat om hun zaken volledig zelf te beredderen. Daarom moeten ze voor belangrijke beslissingen bijstand krijgen. De regels hiervoor wijzigen echter. Aanvankelijk was die verandering gepland voor 1 juni, maar ze werd uitgesteld tot 1 september. De statuten van verlengde minderjarigheid, voorlopige bewindvoerders en bijstand door een gerechtelijk raadsman worden afgeschaft. Ze worden vervangen door een systeem waarin voor de meerderjarigen die bescherming nodig hebben een aanpak op maat mogelijk is. In het nieuwe systeem moet de vrederechter beslissen voor welke handelingen de betrokkene nog bescherming en begeleiding nodig heeft. Voor alle andere zaken blijft hij volledig handelsbekwaam. De regeling geldt zowel voor zaken die samenhangen met zijn persoon als met dingen die betrekking hebben op zijn goederen. De rechter kan ook op elk moment en op vraag van iedereen die een band heeft met de betrokkene de regeling aanpassen. Bij het beslissen over de regeling moet de rechter de betrokkene horen en rekening houden met zijn wil. Hij moet hem of haar ook voldoende informeren. Voor de zaken waarvoor de betrokkene bijstand nodig heeft, kan een bewindvoerder worden aangeduid. Dit geldt zowel voor zaken die samenhangen met de persoon als voor dingen die betrekking hebben op zijn goederen. Maar ook hij moet bij dat beheer voldoende rekening houden met de wensen van de beschermde persoon. Voor personen die reeds in verlengde staat van minderjarigheid zijn, blijft de identiteitskaart intussen behouden. Op het moment dat zich evenwel een rechter uitspreekt over een aanpassing moet ook de identiteitskaart worden veranderd. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content