Financiële kennis Vlaming onvoldoende: ‘Sommigen denken dat ze slapend rijk kunnen worden’
Wat is het verschil tussen speculatie en een goede investering? Daarvoor bestaan veel recepten, maar om het kaf van het koren te scheiden is een beetje financiële geletterdheid nuttig. Is de Vlaming genoeg gewapend om zich geen nieuw Lernout & Hauspie- of Arco-debacle op de hals te halen?
De jongste jaren heeft een nieuwe generatie beleggers, jong en oud, de weg naar de beurzen gevonden. Met de debacles uit het verleden zoals Lernout & Hauspie en Arco in het achterhoofd is het maar de vraag of ze uitgerust zijn met de juiste kennis, vaardigheden en attitudes om het daar lang uit te houden en succes te boeken. Komen ze naar de beurs om te investeren of te speculeren? En wat met de cryptomunten, waarin velen enthousiast geld steken, met verwachtingen die de wenkbrauwen doen fronsen?
Ook Siem De Ruijter, docent financiën en verzekeringen aan de Limburgse hogeschool UCLL, merkt de toegenomen interesse in beleggen. Bij de jongeren is die vooral gegroeid tijdens de coronapandemie. Ze hadden er toen gewoon meer tijd voor. Bij ouderen heeft het meer te maken met de inflatieopstoot, waardoor ze op zoek zijn naar nieuwe manieren om hun spaarcenten beter te doen renderen. “Ik ben blij dat meer jongeren bezig zijn met beleggingen en hun financiën”, zegt De Ruijter. “Maar als ik hoor waarin ze beleggen, vrees ik dat we bij een volgende serieuze correctie van de financiële markten een deel van hen weer kwijt zijn.”
Kurt Kegels, docent financiële analyse aan de Karel De Grote Hogeschool, heeft dezelfde bedenkingen. “Ik zie veel jongeren voor wie een jaarrekening onbekend terrein is, maar die wel volop in crypto beleggen”, vertelt hij. “Belgische aandelen lokken vaak lauwe reacties uit, terwijl een aandeel als Tesla wel veel belangstelling wekt.”
Tegelijk zien beide docenten dat de Vlaming leergierig is. Kegels geeft ook aandelenanalyse voor de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers (VFB). “Tien jaar geleden dacht ik dat die interesse in beleggingscursussen zou opdrogen, maar ze blijft groeien”, zegt hij. Siem De Ruijter beaamt dat: “We hebben een lessenreeks voor beginnende beleggers opengesteld voor studenten van alle faculteiten en we hebben de aanmeldingen moeten stoppen, omdat er zo veel kwamen.”
Ook bij Syntra, een centrum voor volwassenenonderwijs, is het aantal inschrijvingen voor beleggingsopleidingen de laatste twee jaar verdrievoudigd. Gespecialiseerde studentenorganisaties zien dezelfde tendens. De VEK Investment Club, de beleggersclub van de Gentse studentenkringen economie en bedrijfskunde, ziet haar ledenaantal stijgen. “Vorig jaar kregen we 150 aanvragen, dit jaar al meer dan 200. Onze events staan voor iedereen open, en daar komt ook meer dan 200 man op af, en dat zijn niet allemaal economiestudenten”, vertelt voorzitter Jason De Bosschere-Demeijer.
Voor de studentenvereniging Capitant is het vergroten van de financiële geletterdheid een van zijn bestaansredenen. Met meer dan 1.500 leden in vijf universiteitssteden en ruim honderd evenementen per academiejaar zoekt ze de verklaring van de toegenomen interesse ook in de opkomst van de sociale media. “Daar word je bedolven onder de berichten over goede investeringen”, zegt Ian Knapen, corporate relations director van Capitant. “Uiteraard doen de lage rente en het feit dat een spaarboekje nauwelijks wat opbrengt ook een duit in het zakje. In elk geval zijn onze leeftijdsgenoten gemotiveerd om te beleggen op de beurs of te investeren in cryptomunten. Helaas doen velen dat met de intentie snel rijk te worden. Wij hopen een realistischer kijk te bieden.”
Kennislacunes
Cursussen die de wondere wereld van geldzaken en beleggen ontsluiten, mogen dan populair zijn, toch kan de basiskennis beter. “Wij hebben niet de indruk dat de kennis zo groot is”, zegt Ian Knapen van Capitant. “Veel studenten kloppen nog steeds met basisvragen bij ons aan.”
De VFB organiseert al decennia beleggingsopleidingen en heeft daarmee een goed zicht op de algemene financiële kennis. “In de opvoeding van jongeren ontbreekt elke vorm van financiële kennis of planmatige aanpak. Daardoor zijn de meeste Vlamingen onvoldoende uitgerust om zonder hulp of advies zelf op financiële safari te gaan”, stelt Ben Granjé, de CEO van de beleggersfederatie.
Tinne Cools valt ook over de gaten in de kennis van veel van haar cursisten. Zij is vermogensadviseur en geeft voor Syntra beleggingsopleidingen. “Doorgaans hebben mensen te weinig basiskennis over beleggingsproducten, vooral over de bijbehorende risico’s. Veel beginners grijpen meteen naar speculatieve techaandelen, cryptomunten en andere hypes, omdat de recente rendementen hun de ogen uitsteken, maar ze hebben geen zicht op de werking en de spreiding van bijvoorbeeld een beleggingsfonds. Met een betere basiskennis zouden die hypes en snel-rijkverhaaltjes sneller worden doorprikt.”
Siem De Ruijter ziet wel dat gemotiveerde mensen de juiste informatie vinden. “Vroeger moest ik nog regelmatig uitleggen wat een ETF is (een beleggingsfonds dat een index schaduwt, nvdr), tegenwoordig is daar in webinars op YouTube en andere kanalen genoeg informatie over te vinden.”
Rol van het onderwijs
Om de basiskennis van financiën te verbeteren is financiële educatie opgenomen in de nieuwe Vlaamse eindtermen voor het secundair onderwijs. Intussen hebben die het derde middelbaar bereikt. Ook in de op stapel staande eindtermen voor het basisonderwijs zou financiële geletterdheid worden opgenomen.
Daarmee zijn we bij de Europese voorlopers, zo blijkt. Toch is de teneur bij experts dat de financiële kennis van Jan Modaal in Vlaanderen veel beter kan. In OESO-statistieken scoort België niet slecht voor financiële educatie. “12 procent van onze vijftienjarigen bereikt evenwel het basisniveau niet”, benadrukt de Leuvense onderwijsexpert en econoom Kristof De Witte. “Dat gaat om eenvoudige zaken zoals een factuur herkennen of de impact van inflatie begrijpen. Daar staat tegenover dat 24 procent de heel ingewikkelde vragen wel aankan. We hebben dus een sterke kopgroep.”
“Maar net als bij onze algemene onderwijsprestaties dalen ook de scores voor financiële geletterdheid bij jongeren”, weet De Witte. “Niet echt uitgesproken, maar wel stilaan zorgwekkend. Bovendien is er een samenhang tussen de score voor financiële geletterdheid en de sociaaleconomische afkomst. De kloof tussen de sterkste en de zwakste scores komt overeen met een achterstand van drie schooljaren. Dat is een probleem, omdat al op jonge leeftijd risico’s om de hoek loeren. Zo worden jongeren getriggerd door cryptomunten of om dure telefoons op afbetaling te kopen. Dat kan een sneeuwbal aan het rollen brengen.”
Iedereen krijgt dezelfde koopprikkels en fishingmails over een monstererfenis in Benin. Dat is een goede reden om financiële geletterdheid al in het leerplichtonderwijs bij iedereen te introduceren, vindt De Witte. “Concepten als rijkdom, leningen en geld al op heel jonge leeftijd aankaarten, legt een fundament voor later. Later kunnen een overheidsplatform zoals Wikifin en privé-initiatieven van banken en verzekeraars daarop voortbouwen met informatie over bijvoorbeeld een hypotheeklening of levensverzekering. Als het fundament daarvoor al op school is gelegd, is de kennis aanwezig om de kleine lettertjes van een contract te begrijpen.”
Geen doel maar middel
Maar niet alleen op de jongeren wordt ingezet. De OESO en de Europese Commissie hebben net in een nieuw kader voor adult financial literacy vastgelegd wat volwassenen het best weten over geldzaken en duurzame investeringen. Een van de adviseurs was Kristof De Witte. “Financiële geletterdheid vormt een basis voor het algemeen welzijn van het individu”, zegt hij. “Bovendien is financiële kennis op individueel niveau uiteindelijk ook goed voor de maatschappij. Zo blijkt dat landen met een hogere financiële geletterdheid beter bestand waren tegen de financiële crisis in 2008.”
Financiële geletterdheid is een drieluik: kennis, vaardigheden en de juiste attitude. Je kunt bijvoorbeeld wel het nut van pensioensparen inzien, maar niet beschikken over de attitudes en vaardigheden om dat ook effectief te doen. “Maar financiële kennis mag geen einddoel zijn, het moet een middel blijven om mensen bewuster welvaartskeuzes te laten maken”, benadrukt De Witte. “Niet iedereen moet beleggen op de beurs.”
‘Sommigen denken dat ze slapend rijk kunnen worden’
De interesse in beleggen is tegenwoordig groot, de verwachtingen zijn navenant ambitieus. “Sommigen denken dat ze er een tweede inkomen uit kunnen puren of hebben andere onrealistische wensen. De uitdaging is in het begin die verwachtingen te temperen, maar tegelijk het enthousiasme hoog te houden, zodat ze begaan blijven met hun financiën en beleggingen”, zegt Kurt Kegels, docent financiële analyse aan de Karel De Grote Hogeschool.
“Sommigen denken dat ze slapend rijk kunnen worden”, voegt vermogensbeheerder Tinne Cools eraan toe. De haussemarkt van de afgelopen jaren versterkt die onrealistische verwachtingen, zegt ze: “De afgelopen jaren hoefde je niets te kennen of te kunnen om rendement te halen op de beurs. Daardoor onderschatten beginnende beleggers vaak de complexiteit van de financiële markten.” Volgens Siem de Ruijter (UCLL) beginnen veel beleggers overhaast met beleggen. “Veel mensen starten met een paar aandelen, maar daarmee slaan ze cruciale stappen over. Je moet eerst nadenken over je doelstellingen, hoe je die kunt bereiken en welke instrumenten of aanpak daarvoor geschikt zijn. Heel vaak ligt het antwoord niet in individuele aandelen. Dat is meer financiële planning dan zuiver sparen of beleggen.”
Dat is ook het vertrekpunt bij de VEK Investment Club. “Studenten die lid worden of onze events volgen, raden we altijd aan eerst naar hun doelstellingen te kijken. Willen ze er veel mee bezig zijn of niet? Hoeveel risico willen ze nemen? Pas dan kun je goed kiezen waarin je belegt”, zegt Jason De Bosschere-Demeijer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier