Europese Centrale Bank vindt inflatie vandaag groter probleem dan bankenstress

ECB-voorzitter Lagarde tijdens een toelichting bij het monetaire beleid op 16 maart. © Belga
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De Europese Centrale Bank verhoogt de beleidsrente met 50 basispunten. Vlak voor de beslissing waren de marktverwachtingen verdeeld tussen 25 of 50 basispunten. “Door de perikelen met Silicon Valley Bank in de Verenigde Staten en Credit Suisse in Europa gingen de verwachtingen de voorbije dagen alle kanten uit”, weet Véronique Goossens, hoofdeconoom van Belfius.

De drie belangrijkste rentetarieven in de eurozone stijgen met 0,5 procentpunt. De Europese Centrale Bank (ECB) houdt daarmee vast aan haar plan om de inflatie terug te dringen naar 2 procent en laat zich niet van de wijs brengen door de paniek op de financiële markten over de banken (lees verder onder de kader met de marktreactie).

Markten niet geschokt

De Europese beurzen reageerden aanvankelijk kalm op de beslissing van de Europese Centrale Bank om het been stijf te houden en door te zetten met het oorspronkelijke plan om de basisrente met 50 basispunten (0,50%) op te trekken. In die zin was het grote nieuws van de dag het bijspringen van Credit Suisse door de Zwitserse centrale bank eerder op de dag. Geen grote winsten, maar ook geen nieuwe afstraffing. Maar na 16 uur trokken vooral de Amerikaanse techaandelen een spurtje en gingen ook de meeste Europese beurzen zowat een procent hoger. Met uitzondering van de Bel-20-index, waar sterkhouder KBC onder druk bleef.

Op de obligatiemarkten geen spectaculaire verschuivingen. Zeker niet in vergelijking met de voorgaande dagen, toen we de Duitse 10-jarige rente met zowat 50 basispunten zagen duiken van 2,70 tot 2,20 procent. Vandaag bleef die uiteindelijk rond die 2,20 procent hangen.

De euro danste wel wat op neer na het rentebesluit en tijdens de persconferentie van Christine Lagarde, maar per saldo bleef de Europese eenheidsmunt in de buurt van 1,06 dollar voor 1 euro. Wellicht had een afwijken van het pad (minder dan 50 basispunten) voor veel meer schokken op de markten gezorgd.      

Danny Reweghs

“De zorgen om de prijsstabiliteit zijn groter dan de zorgen om de financiële stabiliteit”, reageert Carsten Brzeski, hoofdeconoom van ING. Hij voegt er wel aan toe: “althans voorlopig.” De vraag is ook hoe de markten de boodschap hadden opgevat als de ECB wel van het rentepad was afgeweken. Misschien was er dan pas echt paniek over de banken uitgebroken. ECB-voorzitter Christine Lagarde wil nog geen rentepad uitstippelen voor de komende vergaderingen. Ze stipt aan dat er “geen afruil tussen prijsstabiliteit en de stabiliteit van het bankensysteem van de eurozone” zal plaatsvinden. Beide zijn belangrijk.

Niet unaniem

Christine Lagarde ontkende in het vragenrondje met journalisten dat er veel discussie was. De beslissing was niet unaniem. Maar volgens Lagarde werd ze wel in een recordtempo genomen en met een grote meerderheid van de stemmen. “De tegenstemmen waren ook niet ronduit tegen, maar wilden liever nog even afwachten hoe deze situatie zich ontwikkelt.”

Door de onzekerheid over de bankensector waren alle ogen gericht op de Europese Centrale Bank. “De ECB kan haar beleid niet volledig omkeren. Het inflatieprobleem in de eurozone is nog steeds zorgwekkend. De kerninflatie stijgt nog. De centrale bankiers kunnen het monetaire beleid pas bijsturen als de inflatie wat gaat liggen”, meent Véronique Goossens, hoofdeconoom van Belfius.

Belangenconflict

Ook Carsten Brzeski maakt duidelijk dat de ECB aan handen en voeten gebonden ligt. “Sinds de financiële crisis in 2007 en 2008 zijn de financiële markten aan het idee gewend geraakt dat de centrale banken altijd ‘lender of last resort’ zullen spelen (een laatste toevluchtsoord voor wie nergens nog krediet krijgt, nvdr). Of het nu om een bankencrisis, een eurocrisis of een pandemie ging, in de Europese context stond de ECB altijd klaar om te helpen. Whatever it takes. Het grote verschil met de voorbije vijftien jaar is dat er nu een ernstig inflatieprobleem is. De ECB kan geen brandweer spelen als ze tegelijk de inflatie moet bekampen. Het balanceren tussen financiële en prijsstabiliteit kan een belangenconflict vormen, omdat de ECB ook de toezichthouder van de banken is. Dat hebben we al eerder gemerkt.”

Op de vragen van de journalisten over de risico’s op een systeemcrisis of een herhaling van de financiële crisis in 2008, reageerde Lagarde telkens weer met de boodschap: “We laten ons leiden door de data, en de data die we nu hebben stoppen begin maart.” Die macro-economische data werden begin maart herzien, na de daling van de energieprijzen, maar de meest recente ontwikkelingen zitten er niet in. Het basisscenario van de ECB is dat de inflatie in 2023 gemiddeld 5,3 procent zal bedragen, 2,9 procent in 2024 en 2,1 procent in 2025. Voor de groei verwachten de economen van de ECB nu 1 procent in 2023 en 1,6 procent in 2024 en 2025.

“De banksector is in een veel, veel sterkere positie dan in 2008

Christine Lagarde, voorzitter Europese Centrale Bank

Een keertje benadrukte Lagarde na de zoveelste vraag over de banken: “De banksector is in een veel, veel sterkere positie dan in 2008. Ik herhaal wat ik in mijn toespraak zei. We monitoren de huidige spanningen op de markten van dichtbij en we staan klaar om in te grijpen, zowel om de prijsstabiliteit als om de financiële stabiliteit in de eurozone te bewaken. De Europese banksector is weerbaar, met sterke kapitaal- en liquiditeitsposities. In elk geval is onze toolkit goed uitgerust om liquiditeit te verstrekken aan het financieel systeem van de eurozone als het nodig is om een vlotte transmissie van het monetair beleid te verzekeren.”

Staan Europese banken er beter voor dan Amerikaanse?

Helemaal aan het einde van de persconferentie liet Lagarde zich bijna verleiden tot een vergelijking tussen de Europese en Amerikaanse banken. “Het is altijd gewaagd om zo’n vergelijking te maken: wie is beter dan de andere? Het toezicht op de banken in Europa is streng. De kapitaalposities zijn sterk. De liquiditeit is solide. Wij hebben geen concentratie in de banksector zoals in California is opgedoken”, zei ze. Vice-voorzitter Luis de Guindos voegde eraan toe: “Het businessmodel van SVB was vrij uniek. Er was gewoon een mismatch tussen de activa en de verplichtingen.”

Véronique Goossens wijst erop dat de autoriteiten zowel bij Silicon Valley Bank als bij Credit Suisse onmiddellijk hebben ingegrepen om de situatie te kalmeren. In de Verenigde Staten worden de spaartegoeden gegarandeerd. De Zwitserse centrale bank (SNB) heeft Credit Suisse een reddingsboei van 50 miljard Zwitserse frank toegeworpen. “Dat creëerde ruimte voor de centrale banken om te doen wat ze moeten doen en zich aan het plan te houden om de inflatie onder controle te krijgen”, vindt de econoom.

De problemen bij Credit Suisse komen echter niet uit de lucht vallen

Véronique Goossens, hoofdeconoom bij Belfius

Ook Véronique Goossens meent dat de situatie vandaag fundamenteel anders is dan in 2008. “De banken in Europa zijn veel beter gekapitaliseerd en de Belgische banken zijn bij de beste leerlingen van de Europese klas. Ook de liquiditeitspositie is goed. De banken kunnen vandaag tegen een stoot en dat is een groot verschil met 2008.”

Wat Silicon Valley Bank betreft, is Goossens duidelijk. “Die bank was vrij geïsoleerd. Bij Credit Suisse was dat anders, omdat die bank veel derivaten had uitstaan. De problemen bij Credit Suisse komen echter niet uit de lucht vallen. Veel tegenpartijen aan de andere kant van die derivatencontracten hebben zich teruggetrokken. Is er nul besmettingsgevaar? Dat durf ik niet te zeggen, maar wat met Credit Suisse is gebeurd, kon je wel zien aankomen. De toezichthouder in Europa zit dicht op de banken en er zijn lessen getrokken uit 2008.”

Lees hier het persbericht van de Europese Centrale Bank.

Partner Content