Centrale banken onder vuur
Toen de aandelenmarkten precies 25 jaar geleden ineenstortten, kwam de Amerikaanse centrale bank voor het eerst tussen in de financiële markten. Vandaag leven we nog altijd met de gevolgen van die beslissing.
Toen de aandelenmarkten precies 25 jaar geleden ineenstortten, kwam de Amerikaanse centrale bank voor het eerst tussen in de financiële markten. Vandaag leven we nog altijd met de gevolgen van die beslissing.
Op 20 oktober 1987, een dag na de desastreuze crash van Zwarte Maandag (19 oktober), gebruikte de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, voor het eerst zijn gewicht om de financiële markten te ondersteunen. Daarna herhaalde ze dit bij het uiteenbarsten van de dotcom-zeepbel in 2000 en de financiële crisis in 2008. Zeepbellen volgen elkaar op, en de interventies worden noodgedwongen steeds groter.
In de VS gaan stemmen op om de Federal Reserve (de Fed) af te schaffen. Volgens tegenstanders vergroten centrale banken door hun interventies de financiële onstabiliteit. Getuige daarvan is de zware financiële crisis in 2008, die mee veroorzaakt werd door de Fed die de rente te lang te laag hield. De verwachting dat de Fed zou ingrijpen als het fout liep, leidde ook tot roekeloos gedrag bij banken en beleggers.
Goudstandaard
In de plaats zou een goudstandaard ingevoerd kunnen worden. De hoeveelheid geld in de economie wordt dan niet meer bepaald door de centrale bank, maar door de beschikbare hoeveelheid goud in het land. De rente, de prijs van geld, wordt weer bepaald zoals de prijzen van alle andere goederen en diensten in een economie, namelijk door vraag en aanbod.
De invoering van een goudstandaard betekent echter volgens Peter De Keyzer, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis, de herinvoering van een gefaald en rigide systeem. Een plotse groeiopstoot dankzij een drastische verbetering van de productiviteit (denk aan het Internet eind jaren ’90) kan niet tot zijn volle potentieel komen omdat de geldmassa maar kan meegroeien met de goudhoeveelheid. Een deel van de potentiële economische groei, die een grotere behoefte aan geld met zich mee brengt, gaat zo verloren.
Lender of last resort
De afschaffing van de centrale banken betekent ook dat er geen partij met diepe zakken meer is die het banksysteem kan voorzien van liquiditeiten in stressperiodes. Een banksysteem is inherent onstabiel omdat banken korte-termijndeposito’s (spaargeld) omzetten in langetermijnleningen. Als onrust ontstaat en spaarders hun deposito’s opvragen, kunnen banken daar niet aan voldoen omdat het geld grotendeels is uitgeleend. Op dat moment is een centrale bank als ‘lender of last resort’ cruciaal om een waterval aan bank runs en faillissementen te voorkomen.
Zeepbellen voorkomen
In plaats van de centrale banken af te schaffen pleiten economen ervoor om niet enkel te kijken naar inflatie, maar ook naar de prijzen van vastgoed en aandelen. Zo kunnen nieuwe zeepbellen, zoals de vastgoedzeepbel in de VS, voorkomen worden. Het is echter niet eenvoudig te bepalen of huizen of aandelen te duur gewaardeerd zijn. Peter Vanden Houte, econoom bij ING, stelt daarom voor de kredietvolumes in het oog te houden. Een sterke stijging van de kredietvolumes is dan een alarmsignaal.
Mathias Nuttin
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier