Evaluatie van 1 jaar duurzaamheidsprofielen: nog geen maatwerk bij banken
Financieel adviseurs zijn sinds vorige zomer verplicht de duurzaamheidsvoorkeuren van hun klanten in kaart te brengen. Ze moeten die ook respecteren in hun aanbevelingen. Gebeurt dat?
Voordat ze een beleggingsproduct aanbieden, moeten banken en adviseurs al veel langer een beleggersprofiel opstellen voor hun klanten via het MiFID-formulier, genoemd naar de Europese richtlijn rond beleggersbescherming (Markets in Financial Instruments Directive). Met een vragenlijst peilen de bankiers naar de beleggingservaring, de financiële doelstellingen en de risicotolerantie van hun klanten. Sinds 2 augustus 2022 zijn daar nog vragen bij gekomen over de interesse in en de voorkeuren voor duurzaam en verantwoord beleggen. Die nieuwe vragenlijst heet MiFID ESG, verwijzend naar drie criteria: milieu (environmental), maatschappij (social) en goed bestuur (governance). De samenstelling van een portefeuille en het advies dat banken geven, moeten in lijn liggen met de duurzaamheidsvoorkeuren van de klanten.
De nieuwe regel past in het actieplan van de Europese Commissie voor de financiering van duurzame groei. Het omvat ook maatregelen om kapitaalstromen naar de energietransitie te sluizen en om greenwashing tegen te gaan.
U kunt het aan de bank overlaten
De duurzaamheidsvragenlijst invullen duurt niet lang. Het aantal vragen is relatief beperkt. De eerste vraag is vrij eenvoudig: Bent u geïnteresseerd in duurzaam en verantwoord beleggen?
Als het antwoord nee is, betekent dat niet dat geen rekening wordt gehouden met ESG-criteria. De meeste financiële instellingen hebben een duurzaamheidsbeleid, dat geldt voor al hun beheersmandaten en beleggingsfondsen. Het beleid kan bijvoorbeeld zijn bepaalde thema’s en sectoren uit te sluiten, zoals steenkool, controversiële wapens en tabak. Het kan ook rekening houden met de risico’s, verbonden aan de transitie naar hernieuwbare energie voor sectoren als fossiele brandstoffen. Of instellingen beloven de principes na te leven van het Global Compact van de Verenigde Naties, dat focust op mensenrechten, arbeidsnormen, milieu, anticorruptie enzovoort.
Als het antwoord ja is, dan zal de bank of de adviseur de klant vragen zijn duurzaamheidsvoorkeuren te definiëren. Wil de klant dat niet, dan laat die het aan de adviseur over om de duurzaamheidsnormen van de bank toe te passen.
U kunt zelf bepalen wat duurzaam is
Voor de klanten die hun eigen duurzaamheidsvoorkeuren willen definiëren, schuift Febelfin, de Belgische bankenkoepel, drie voorkeuren naar voren:
- De bank of adviseur moet rekening houden met de negatieve impact van het voorgestelde beleggingsproduct op de mens, het milieu of de maatschappij.
- De klant wil een minimum aan duurzame beleggingen. Die hebben een positieve en meetbare impact op het milieu of de maatschappij, zoals gedefinieerd in de Europese SFDR-richtlijn. Die stelt dat een duurzame belegging bijdraagt aan ten minste één duurzame doelstelling (zoals de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties), dat ze andere duurzaamheidsdoelstellingen niet ondermijnt en dat ze inzet op goed bestuur
- De klant wil een minimum aan investeringen in economische activiteiten die de Europese Commissie als ‘groen’ beschouwt. Europa werkt nog aan een sociale taxonomie, maar die wordt pas verwacht na de Europese verkiezingen van volgend jaar.
Die drie voorkeuren kunnen worden gecombineerd. Beleggers kunnen bijvoorbeeld 60 procent van hun portefeuille toevertrouwen aan hun bank en de rest verdelen tussen beleggingen met een beperkte negatieve impact en groene beleggingen.
Welke negatieve impact wilt u vermijden?
Het laatste deel van de vragenlijst gaat dieper in op de negatieve impact die u niet wilt. Klanten kunnen kiezen uit: klimaat (uitstoot van broeikasgassen), biodiversiteit, water en afval, en sociale en personeelskwesties.
Europese bedrijven moeten vanaf dit jaar een gestandaardiseerd duurzaamheidsverslag publiceren. Dat moet de toegang tot bedrijfsgegevens verbeteren en het aanbod aan duurzame beleggingsproducten vergroten. Beleggers moeten evenwel niet verwachten dat hun portefeuilles omgegooid worden, nadat ze hun duurzaamheidsvoorkeuren hebben opgegeven.
Alle klanten die duurzaamheid willen integreren, eindigen nu min of meer met een vergelijkbare portefeuille, ongeacht hun persoonlijke voorkeuren. Dat geeft Febelfin halfslachtig toe. “Het kan nog wel even duren voordat banken, verzekeraars en tussenpersonen in staat zijn een assortiment van producten aan te bieden dat voldoet aan de individuele duurzaamheidsvoorkeuren van alle klanten.”
Welke vragen moeten beleggers zich stellen?
De hamvraag is of bankiers door de vragenlijsten hun klanten beter kunnen adviseren. Stellen ze de juiste vragen? Begrijpt iedereen waarover het gaat? Kunnen klanten ook controleren of de bank rekening houdt met hun wensen?
Siem de Ruijter, de oprichter van de Duurzaam Beleggen Academy en docent aan de hogeschool UCLL, vraagt zich af of de Europese regelgeving niet te complex is. Ze gaat om types fondsen of activiteiten van bedrijven. “Wij raden onze cursisten altijd aan te beginnen met gezond verstand. Wat vinden zij het belangrijkste? Zijn ze vooral met het milieu begaan of toch meer met de maatschappelijke impact van hun beleggingen? Niet elk bedrijf is met elk thema evenzeer begaan.”
De tweede vraag is op welke manier beleggers willen dat hun beleggingsportefeuille hun mening weerspiegelt. Siem de Ruijter: “Willen ze dat bepaalde bedrijven of sectoren worden uitgesloten? Of willen ze druk uitoefenen op bedrijven, zodat die beter hun best doen om bijvoorbeeld hun ecologische voetafdruk te verkleinen? Willen beleggers mee investeren in oplossingen, dan kunnen ze in impactfondsen investeren. Er zijn bijvoorbeeld beleggingsfondsen, die inzetten op het realiseren van de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.”
Wilt u bijvoorbeeld geen euro meer in fossiele brandstoffen beleggen, dan kunt u dat gewoon tegen uw bankier zeggen. Als u zelf een fonds zoekt of als u een fonds wordt aangeraden, kunt u in de databank van Towards Sustainability opzoeken of dat fonds een blootstelling heeft aan de oliesector. In die databank kunt u ook fondsen vinden die op de duurzame ontwikkelingsdoelen werken. U hoeft niet te wachten tot de bank u vragen stelt. U kunt zelf ook vragen stellen over het duurzaamheidsbeleid van de bank of over de duurzame strategie achter bepaalde beleggingsproducten. IDW
De toekomst van vermogensbeheer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier