Dit zijn de nieuwigheden in uw nakende belastingaangifte

BELASTINGAANGIFTE Iedere huurder die de huur als beroepskosten wil inbrengen, moet voortaan bijlage 270 MLH invullen. De nieuwe rubriek E van vak XIII wijst u op die rapporteringsplicht. Daaraan werden ook de bevestigingscodes 1072 en 2072 toegevoegd. © Getty Images
Roel Van Espen medewerker Trends

Op 22 maart verscheen in het Belgisch Staatsblad het nieuwe aangifteformulier voor de aangifte voor de personenbelasting van uw inkomsten en uitgaven van 2023. Trends polste bij Jef Wellens, fiscalist van Wolters Kluwer, naar de nieuwigheden.

1/ Koopkrachtpremie (vakken IV en XVI)

Ondernemingen met een ‘hoge winst’ kunnen sinds 1 juni 2023 tijdelijk een koopkrachtpremie toekennen aan hun werknemers. Die is – afhankelijk van het bedrag en de situatie – al dan niet (gedeeltelijk) vrijgesteld van personenbelasting. Daarom moet ze worden opgenomen in de aangifte: de belastbare premie als loon in rubriek A.1 van vak IV en het voor vrijstelling in aanmerking komende bedrag in een nieuwe rubriek 12 van vak IV (de bedragen vindt u terug in de fiscale fiches 281.10 en 281.20, alsook in Tax-on-web).

Bedrijfsleiders die ook werknemers zijn en hiervoor in aanmerking komen, geven de vrijgestelde premie aan in een nieuwe rubriek 7 van vak XVI.

2/ Vrijwillige overuren (vakken IV en XVI)

Werknemers konden in 2023 tot 120 vrijwillige overuren (zonder overwerktoeslag) presteren, vrijgesteld van belasting. De bezoldigingen moeten zij nu aangeven in rubriek 11.a van vak IV (werknemers) of in rubriek 6.a van vak XVI (bedrijfsleiders die ook werknemer zijn).

“De nog niet benutte vrijstelling voor overuren gepresteerd in 2021 en/of 2022 die pas betaald werden in 2023, kun je alsnog aanvragen via de vroegere rubrieken 11.b en c van vak IV (werknemers) of 6.b en c van vak XVI (bedrijfsleiders)”, merkt Jef Wellens op. “De rubrieken voor de in 2020 gepresteerde overuren zijn uit de aangifte verdwenen.”

3/ 17 procenttarief (vakken VII en XV)

Voor verminderingen van liquidatiereserves die zaakvoerders aangelegden vóór het aanslagjaar 2018 werd in het verleden een specifiek belastingtarief van 17 procent toegepast, meer bepaald als het dividend werd uitgekeerd binnen de vijf jaar na aanleg van de reserve. Dat tarief is nu geschrapt, omdat die termijn verstreken is. De overeenkomstige codes in vak VII zijn dan ook uit de aangifte verdwenen.

Het 17 procenttarief werd in dezelfde omstandigheden ook toegepast op dividenden die als “vergoeding voor ontbrekende coupon of ontbrekend lot” werden gekwalificeerd. In vak XV werden de hierop betrekking hebbende codes eveneens geschrapt.

4/ Overgangsregeling auteursrechten (vak VII)

In vak VII vinden personen die een beroep doen op de overgangsregeling inzake auteursrechten vier extra codes (nieuwe rubriek D.2) terug. In 2022 werd de forfaitaire belastingregeling hieromtrent hervormd. Het toepassingsgebied werd aangescherpt en nieuwe begrenzingen werden ingevoerd.

“De nieuwe regeling is nu voor het eerst van toepassing in de aangifte”, weet Jef Wellens. “De omschrijving van de oude aangifterubriek werd daarom aangepast naar ‘inkomsten die in aanmerking komen voor de nieuwe regeling’ (rubriek D.1 van vak VII).”

Specifiek voor belastingplichtigen die uitgesloten zijn van het toepassingsgebied van de nieuwe auteursrechtenregeling werd voor één jaar (2023) in een overgangsregeling voorzien. De correcte toepassing daarvan vereist een eigen rubriek in de nieuwe aangifte: ‘Inkomsten die in aanmerking komen voor de overgangsregeling’ (rubriek D.2 van vak VII).

5/ Federale woonbonus (vak IX)

De federale woonbonus dooft uit. Die bestaat enerzijds uit een basisbedrag dat tijdens de hele duur van de lening een belastingvermindering oplevert en anderzijds uit een verhoging van dat bedrag gedurende de eerste tien jaar dat de lening loopt. Aangezien een woonbonuslening ten laatste in 2013 gesloten kon worden, is die termijn nu verstreken. Daardoor zijn nu tien veeleer technische codes uit het federale luik van vak IX verdwenen.

6/ Bijlage voor kaaimantaks (vak XIII)

Er bestaat al jaren de meldplicht van juridische constructies (trusts, stichtingen…) voor de correcte toepassing van de kaaimantaks of doorkijkbelasting. Jef Wellens: “Die meldplicht is in de nieuwe aangifte ingekort tot een eenvoudig ‘ja’, waarmee je bevestigt de oprichter of begunstigde van zo’n constructie te zijn. De details worden niet langer gevraagd in vak XIII, maar je dient wel een uitgebreide bijlage 276 CJC in te vullen en toe te voegen aan je aangifte.”

7/ Bijlage voor huuraftrek (vak XIII)

Een gelijkaardige nieuwe – verplicht in te dienen – bijlage 270 MLH werd geïntroduceerd voor huurders die hun betaalde huur (en toegekende huurvoordelen) fiscaal als beroepskosten inbrengen. De nieuwe rubriek E van vak XIII wijst u op die rapporteringsplicht. Daaraan werden ook de bevestigingscodes 1072 en 2072 toegevoegd.

“Let wel: voor ieder gehuurd en in kosten gebracht onroerend goed dien je een afzonderlijke bijlage in te vullen”, waarschuwt Jef Wellens. “Echtgenoten en wettelijk samenwonenden moeten bij hun gezamenlijke aangifte elk hun eigen bijlagen toevoegen. Wordt de bijlage niet ingevuld of toegevoegd, dan wordt de aftrek van de huur door de fiscus verworpen.”

8/ Brusselse Proxileningen (vak XI)

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kent sinds enkele jaren een belastingkrediet toe aan kredietgevers van een Proxilening (vergelijkbaar met de Vlaamse Winwinlening). Daarmee kunnen particulieren kmo’s financieel steunen op een fiscaalvriendelijke manier. Het belastingvoordeel bedraagt 4 procent gedurende de eerste drie jaar en valt daarna terug op 2,5 procent.

“Daarom werd vak XI van de aangifte aangepast”, zegt Jef Wellens. “Je vindt er enerzijds rubriek 1.a.1 voor de leningen gesloten vanaf 2021 die nog recht geven op het belastingkrediet van 4 procent, en anderzijds de nieuwe rubriek 1.a.2 voor de leningen gesloten in 2020 die terugvallen op 2,5 procent belastingkrediet.”

9/ Brusselse kredietcoöperaties (vak XI)

Sinds juni vorig jaar kent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een belastingkrediet van 3,5 procent toe aan natuurlijke personen die aandelen op naam van erkende kredietcoöperaties met een sociaal oogmerk kopen, vergelijkbaar met het Vlaamse Vriendenaandeel. Zij geven het in 2023 volgestort bedrag van de aandelen aan in een nieuwe rubriek 1.b van het Brusselse vak XI. Dat bedrag staat vermeld op het attest dat uitgereikt wordt door de bewuste coöperatie.

10/ Bedrijfsvoorheffing verenigingswerk (vak XV)

Inkomsten uit verenigingswerk zijn niet onderworpen aan bedrijfsvoorheffing. De verenigingen houden die dan ook niet in. Dat principe werd duidelijk na de hervorming van het fiscale regime hieromtrent in 2022. Gedurende de eerste maanden van dat jaar was er hierover echter nog verwarring, waardoor sommige verenigingen toch bedrijfsvoorheffing inhielden op het loon van hun verenigingswerkers. Daarom voorzag de aangifte van vorig jaar in een rubriek waar de ingehouden bedrijfsvoorheffing kon worden aangegeven. Maar omdat in 2023 geen voorheffing meer werd ingehouden op verenigingswerk, is die rubriek nu uit vak XV verdwenen.

11/ Belastingkrediet fietskilometervergoeding (vak XIX)

Het belastingkrediet fietskilometervergoeding is een tijdelijke compensatie van de kosten die werkgevers dragen na de invoering van de verplichte fietskilometervergoeding sinds 1 mei 2023.

“Aangezien de meeste werkgevers rechtspersonen zijn, wordt het belastingkrediet in principe gevraagd via de aangifte vennootschapsbelasting”, stelt Jef Wellens. “Maar voor werkgevers die natuurlijke personen zijn (bijvoorbeeld zelfstandige eenmanszaken met fietsend personeel) moet dat gebeuren via de aangifte personenbelasting. Zij dienen het bedrag zelf te berekenen en te vermelden in de nieuwe rubriek 5 van vak XIX.”

Voorstel van vereenvoudigde aangifte

De groep belastingplichtigen die een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangt, werd dit jaar uitgebreid. Meer bepaald met belastingplichtigen die:

· Inkomsten uit de deeleconomie (fiche 281.29) en het verenigingswerk (fiche 281.27 plus info van RSZ) ontvangen binnen vastgestelde grenzen.

· Uitgaven voor kinderoppaskosten (met recht op belastingvermindering) hebben gedaan, behoudens specifieke uitzonderingen.

· Overleden zijn en waarvoor (door de overlevende partner of de erfgenamen) geen keuze moet worden gemaakt tussen een individuele of gemeenschappelijke aanslag.

De volledige analyse van de nieuwe belastingaangifte door Jef Wellens van Wolters Kluwer vindt u hier.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content