Het draait om de interne markt, domoor!

Frits Bolkestein, Europees commissaris voor de interne markt, voorspelt veel dwarsliggerij op weg naar de hervorming van de Europese Unie.

De beste manier voor Europa om die uitdaging aan te gaan, is door het potentieel van de gemeenschappelijke markt volledig te ontwikkelen. Dat is onderkend tijdens de Europese Top in Lissabon in maart 2000. De Europese leiders spraken in Lissabon af dat Europa vóór 2010 de meest concurrerende economie ter wereld moet worden, en bereikten overeenstemming over een ambitieus programma van maatregelen om die doelstelling te bereiken. Het programma omvat de uitwerking van optimale omstandigheden voor innovatie en e-commerce, volledig geïntegreerde financiële markten vóór 2005, en een versneld liberaliseringsprogramma voor de energie-, post- en transportmarkt.

Sommige van onze doelstellingen zijn al gehaald. Zo heeft de EU overeenstemming bereikt over de wetten die de basisregels voor e-commerce vastleggen, en dat op basis van toezicht door het land van oorsprong. Hetzelfde geldt voor de wetgeving waarmee regels voor auteursrecht worden aangepast aan het digitale tijdperk.

Toch is er een betreurenswaardig gat tussen de intentieverklaring van de EU-leiders en hun bereidheid in te stemmen met de in de ‘Lissabon-agenda’ geschetste maatregelen. Eén voorbeeld is het Europees Patent. Om innovatie te stimuleren, moeten we het gemakkelijker en goedkoper maken om uitvindingen met één patent in de hele Unie te beschermen. We moeten meer bepaald de procedures vereenvoudigen en de vertaalkosten tot een minimum beperken. Maar sommige lidstaten hebben het einddoel uit het oog verloren in hun vastberadenheid om de eigen taal te verdedigen en de belangen van hun nationale octrooiverlenende instellingen en rechtbanken te beschermen.

Liberalisering van de markten voor energie en posterijen is een ander gebied waarop te langzaam vooruitgang is geboekt. Tegenstanders stellen doorgaans dat marktliberalisering de kwaliteit en voorziening van diensten in afgelegen gebieden in gevaar brengt. Maar dergelijke argumenten dienen dikwijls als rookgordijn ter bescherming van de gevestigde belangen van bestaande aanbieders.

Ook zijn er problemen geweest met initiatieven voor financiële diensten, zoals pan-Europese regels voor overnames en de uitbreiding van de reikwijdte van garanties tegen witwasserij.

Het is duidelijk dat we _ in het licht van maatregelen die de gemeenschappelijke EU-markt beter moeten doen functioneren _ rekening kunnen en moeten houden met alle belangen die door die initiatieven worden geraakt. Sterker nog, het is in ons belang om ons uiterste best te doen iedereen te raadplegen die door bepaalde voorstellen wordt getroffen. We moeten met hun mening rekening houden om de maatregelen op de realiteit van de markt te doen aansluiten.

Een van de fundamentele problemen is dat belangengroepen disproportionele invloed kunnen uitoefenen op het open en democratische besluitvormingsproces van de EU. De pogingen om bepaalde belangen te verdedigen, zijn nieuw noch verrassend. Wat wel nieuw is, is dat Europa aan de rest van de wereld heeft verklaard dat het de concurrentiepositie van de Verenigde Staten, Japan en elk ander land binnen de acht jaar wil voorbijstreven. De noodzaak om Europa concurrentiëler te maken, dient prioriteit te krijgen boven de belangen van ondernemingen, maatschappelijke groepen, sectoren, regio’s of landen.

Zijn we een sedentaire samenleving?

In sommige gevallen brengt de benodigde inspanning enkele pijnlijke structurele aanpassingen mee. Dat kan leiden tot noodzakelijke maatregelen die mogelijk politiek onpopulair zijn en daarom moeilijk uit te voeren. We moeten wel bedenken dat niemand de EU dwingt om binnen de acht jaar concurrentiëler dan de Verenigde Staten te worden. Maar als we dat echt willen, dan moeten we afstand nemen van het Rijnlandmodel van kapitalisme, waarin managers en werknemers de belangrijkste rol vervullen.

We moeten ons meer in de richting bewegen van het strengere regime van het Angelsaksische kapitalisme. Daar ligt het primaat bij de belangen van aandeelhouders, is de beloning hoger, maar de risico’s zijn dit ook. Kapitalisme is inderdaad revolutionair. Het eerbiedigt gewoonte noch traditie, geslacht noch klasse. Het is de vijand van elke sedentaire samenleving. Als Europa echt de meest concurrentiële samenleving ter wereld wil worden, kan het zich niet veroorloven sedentair te blijven.

De regeringen van de lidstaten, het Europees Parlement en uiteraard de Europese Commissie zelf moeten in 2002 hard werken om vooruitgang te boeken. De bijeenkomst van de Europese Raad in Barcelona in maart vormt een goede gelegenheid om te laten zien dat het de EU menens is. Als we daar niet in slagen, zal de geloofwaardigheid van het hele Lissabon-proces worden ondermijnd.

“We moeten meer evolueren in de richting van het strengere Angelsaksische kapitalisme.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content