Geen gezwam op de werkvloer

Champignonkwekerij Lesage hoeft zich geen zorgen te maken over de krapte op de arbeidsmarkt. Het West-Vlaamse bedrijf werkt met allochtone werknemers, en bewijst dat integratie op de werkvloer mogelijk is.

Op het eerste gezicht lijkt de champignonkwekerij Lesage op de vele andere KMO’s in Zuidwest-Vlaanderen. Een familiebedrijf dat zijn wortels heeft in de crisis die de vlassector een dertigtal jaar geleden heeft doorgemaakt.

“Mijn vader was inderdaad eigenaar van een vlasbedrijf. Toen de markt instortte, besloot hij te diversifiëren. Een champignonkwekerij bleek een van de oplossingen,” zegt de huidige zaakvoerder Filip Lesage. “Bij het overlijden van mijn vader in 1979 hebben we de vlasactiviteiten definitief afgestoten.”

Lesage Champignons groeide met een weekproductie van 14 ton uit tot een belangrijke nichespeler. Lesage: “In 2001 haalden we een omzet van 1,2 miljoen euro. Dit jaar is 1,4 miljoen euro het streefdoel. 50% van onze productie is voor de export bestemd.”

Maar wat het bedrijf zo bijzonder maakt, is dat achttien van de 25 werknemers allochtonen zijn, die twaalf verschillende nationaliteiten vertegenwoordigen. Een concentratiebedrijf in Bavikhove? Filip Lesage: “Enkele jaren geleden kampten we met een ernstig personeelsprobleem, zoals zoveel bedrijven in de streek. Tot we spontane sollicitaties binnenkregen van een aantal allochtonen, zij het met de Belgische nationaliteit. Dat leek ons interessant, zeker omdat Vlaams minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt (SP.A) op dat moment een roadshow organiseerde. Hij stelde een actieplan voor dat meer allochtonen naar het bedrijfsleven moest lokken. Bedoeling was om via de werkvloer tot integratie te komen. Sinds kort vinden in het bedrijf ook cursussen Nederlands plaats.”

Het actieplan van Landuyt kwam op het geschikte moment. Lesage: “In juni 2001 kwamen ook andere instanties met integratieprojecten op de proppen. De combinatie van de verschillende projecten leek voor ons bedrijf heel interessant.” Naast het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap waren dat de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), het Europees Sociaal Fonds en ook Subregionaal Tewerkstellingscomité-Projectontwikkeling (STC) Kortrijk-Roeselare. Zegt Ann Sierens van Lesage Champignons: “Door een beroep te doen op die verschillende diensten, konden we binnen de champignonkwekerij met een opleidingscentrum starten, om zo de integratie van allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt te bevorderen. We gaven ons project de voor de hand liggende naam Integration.”

Arbeidsattitude aanleren

Lesage Champignons kreeg meteen het statuut van instroom-doorstroombedrijf. Dat betekent dat de werknemer binnen het bedrijf werkt met een VDAB-opleidingscontract van twee maanden. Daarna valt hij onder het statuut van de individuele beroepsopleiding (IBO) van zes maanden. De werknemer wordt eerst vier maanden uitbesteed aan het instroombedrijf. Daarna volgen twee maand on the job-training in het doorstroombedrijf. “Uiteindelijk is het de bedoeling om tot een vaste tewerkstelling te komen,” aldus Sierens. “En dat hoeft dus niet per se bij ons te zijn. Het is overigens niet moeilijk om allochtone kandidaten te vinden voor een opleiding. Dat blijkt uit de lange wachtlijsten.”

Het onderscheid tussen een instroom- en een doorstroombedrijf is niet onbelangrijk. In het eerste geval is het de bedoeling allochtonen aan een job te helpen. “Maar na de opleiding kunnen we al een evaluatie maken en spreken we van maatwerk,” zegt Sierens. “Dan stellen we concrete vragen: wat zijn de kwaliteiten van de cursist, welk type beroep wil hij uitoefenen, kan hij bepaalde taken wel aan?” Aan zo’n project hangt natuurlijk een prijskaartje (“Wij zijn immers geen sociaal bureau.”): 172.817 euro. 70% daarvan komt van de overheid.

Via het Integration-project raken de allochtonen niet alleen aan een job, ze leren ook een echte arbeidsattitude en -motivatie aan. “De opleiding besteedt ook aandacht aan ‘de persoonsgerichte training met aandacht voor regiospecifieke arbeidsnormen’, zoals dat heet. Zoals op tijd komen en de omgang met collega’s en bedrijfsleiders. Voor ons is dat een evidentie, voor hen niet,” zegt Lesage.

“Die arbeidsethiek is erg belangrijk. Zeker in een voedingsbedrijf als het onze, waar het productieproces nauwgezet gecontroleerd moet worden.” De autochtone werknemersgroep heeft geen problemen met de aanwezigheid van de nieuwe arbeidskrachten. “Ik trap een open deur in als ik zeg dat het ook van de andere werknemers een aanpassing vergt. Maar ze weten dat de groei van het bedrijf en de uitbreiding van het personeelsbestand een economische noodzaak is. Het aantal allochtonen neemt ook maar mondjesmaat toe.”

Lesage Champignons recruteert ook uit het reservoir van geregulariseerde asielzoekers. “Dat zijn 20 tot 30.000 mensen die we kunnen integreren. Anders komen ze in het zwartwerkcircuit terecht. Dit is toch het bewijs dat werk een heel goed middel tot integratie is. Het resultaat reikt veel verder dan wanneer je een of andere sportclub voor migranten opricht.”

Algemeen Beschaafd Bavikhoofs

Een bedrijf dat moet werken met een exotische mix van twaalf nationaliteiten wordt onvermijdelijk geconfronteerd met problemen die men in de verste verte niet zag aankomen. “We wisten natuurlijk op voorhand dat we flexibel moesten zijn,” aldus Ann Sierens. “Van het dragen van een sluier is hier geen sprake, maar we houden wel rekening met de religieuze feesten. Maar waar we bijvoorbeeld niet aan hadden gedacht, is dat veel allochtonen weinig mobiel zijn. Dus hebben we fietsen moeten huren om ervoor te zorgen dat iedereen op tijd op het werk raakt. Een ander probleem is de voertaal. Je mag dan nog cursussen Nederlands organiseren, op de werkvloer wordt de streektaal gebruikt. Niet echt eenvoudig voor iemand die uit Afghanistan komt. We hebben dan maar een soort van bedrijfswoordenboek samengesteld met 500 eenvoudige en bruikbare termen. Maar als je de hele dag op dezelfde plaats tussen Vlamingen werkt, dan maak je je woordenschat automatisch rijker.”

Voor buitenstaanders kan het een groot risico lijken dat een bedrijf als Lesage een gerichte aanwervingspolitiek voert ten opzichte van allochtonen, die tenslotte weinig of geen werkervaring hebben. “Ik merk nog altijd een zekere scepsis, ook al is het project al bijna een jaar bezig,” zegt Filip Lesage. “Voor een buitenstaander lijkt het natuurlijk een risico. Je zit in een sector met een enorm scherpe controle op de kwaliteit van het productieproces, en onze afnemers willen op sommige momenten heel snel beleverd worden. Wel, ik denk dat we het bewijs leveren dat we die doelstellingen ook met een heterogeen personeelsbestand kunnen halen. Ik zei het al, het aanleren van een goede arbeidsattitude zit daar voor veel tussen.”

Lesage is inderdaad in een allesbehalve gemakkelijke branche actief. De markt van de champignonkwekers telt steeds minder spelers. “En er zijn eigenlijk nog altijd te veel aanbieders,” aldus Lesage. “Door de fusie tussen grote supermarktketens heeft de vraag toch een tik gekregen. Een andere factor waar we rekening mee moeten houden, is het stijgende belang van discounters. Je moet je constant afvragen of jouw producten, die toch tot een zekere kwaliteitscategorie behoren, daar wel de ideale afnemers zullen vinden.”

Alain Mouton

amouton@trends.be

“We hebben fietsen moeten huren om ervoor te zorgen dat iedereen op tijd op het werk raakt.”

“Wij bewijzen dat we onze kwaliteitsnormen ook kunnen halen met de hulp van allochtonen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content