Hoe het Europese herstelplan grensverleggend kan worden

Commissievoorzitter Ursula von der Leyen © belga
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

De Europese Commissie heeft deze week haar plannen voorgesteld die de Unie een economische relance moeten bezorgen. Ze schuwt de daarin de grote ambities niet.

Het Europees herstelpakket of -fonds is goed voor 750 miljard euro extra financiële steun. Hoewel je niet echt van een fonds kunt spreken, want dat geld zal via een tiental Europese financieringsprogramma’s en -faciliteiten tot bij de lidstaten doorsijpelen.

De Commissie stelt voor dat pakket in te bedden in de Europese meerjarenbegroting, of meerjarig financieel kader (MFK), die de EU om de zeven jaar opstelt. De onderhandelingen voor het volgende MFK, goed voor zo’n 1100 miljard euro, voor de periode 2021 tot 2027 liepen volop toen de coronacrisis toesloeg. Met de extra 750 miljard euro erbij, zal de EU volgens het Commissievoorstel de komende zeven jaar 1850 miljard euro kunnen uitgeven.

De Commissie kiest ervoor 500 miljard euro via subsidies of giften tot bij de lidstaten te krijgen, en 250 miljard via leningen. In de voorgaande discussies over Europese noodfinanciering is daar onder de lidstaten stevig over geruzied. De noordelijke lidstaten willen dat de EU enkel in goedkope leningen voorziet voor de lidstaten. De zuidelijke lidstaten eisten solidariteit in de vorm van nieuwe gemeenschappelijke Europese schulden, om het geleende geld als giften naar de lidstaten door te sluizen. Met het Commissievoorstel lijkt het laatste kamp aan het langste eind te trekken.

Bovendien kregen ze vorige week ruggensteun uit onverwachte hoek, toen de Duitse bondskanselier, Angela Merkel, samen met de Franse president, Emmanuel Macron, een Europees herstelfonds van 500 miljard euro voorstelde, volledig gefinancierd met gemeenschappelijk schulden en als giften te verdelen onder de lidstaten.

Eerste primeur: Europese schulden

Het Commissievoorstel zit dus op de Frans-Duitse lijn. Als het erdoor komt, zal er voor het eerst in de geschiedenis van de EU een gemeenschappelijke Europese schuld komen. Zowel Commissievoorzitter Ursula von der Leyen als Merkel en Macron waren in hun communicatie geslepen genoeg om niet te spreken van euro-obligaties of corona-schuldpapier. Integendeel, ze konden niet sterk genoeg benadrukken dat het herstelfonds tijdelijk is en de aangegane schuld eenmalig.

Hun bedoeling is op zo lang mogelijke termijnen te lenen, en pas na 2028 te beginnen afbetalen. Maar wie weet wat de Europese ontmaagding op de internationale schuldmarkten in gang zet. Misschien is het Europese schuldpapier in trek op de financiële markten. Dat zet misschien aan tot meer uitgiftes, waarmee er misschien een echte Europese safe asset komt, een financieel actief waar investeerders wereldwijd naartoe vluchten wanneer het stormt op de markten. Nu is die rol voorbehouden voor Amerikaanse staatsobligaties. En zal men eraan kunnen weerstaan die Europese obligaties gewoon te herfinancieren, wanneer een deel ervan de vervaldag nadert?

Tweede primeur: Europese belastingen

Los van die vergezichten, zal de EU op kortere termijn op zoek moeten gaan naar nieuwe inkomstenbronnen, om onder meer de rente op dat nieuwe schuldpapier af te lossen. Daarmee komen we al gauw bij een volgende primeur: een Europese belasting. Tot nu toe zijn nationale bijdragen van de lidstaten de voornaamste bron van de Europese meerjarenbegroting. Maar aangezien die niet happig zijn op verhoogde bijdragen, zal de Commissie elders nieuwe centen moeten halen.

Ze liet daar al enkele ballonnetjes over op. Zo is er sprake van de Europese emissiehandel uit te breiden en een deel van de opbrengsten te reserveren voor de EU. Een digitaks is een ander denkspoor. En met de vergroeningsijver van deze Commissie is een koolstoftaks, of een taks op vervuilende import zeker een idee dat op tafel zal komen.

Terugvallen op de bestaande programma’s en prioriteiten

De Commissie zal de 750 miljard volgens een verdeelsleutel aan de lidstaten toekennen. Italië staat bovenaan, als grootste ontvanger, met 82 miljard euro aan giften en 91 miljard euro aan leningen. Daarna komt Spanje met respectievelijk 77 en 63 miljard. Als derde krijgt Polen 38 miljard giften en 26 miljard leningen. België maakt aanspraak op 5,5 miljard euro aan giften.

Het gros van die 750 miljard zal de Commissie uitdelen via de nieuwe herstel- en weerbaarheidsfaciliteit, oftewel de Recovery and Resilience Facility, dat bekt natuurlijk beter. Die zal 560 miljard euro ter beschikking stellen aan de lidstaten, waarvan 310 via giften en 250 miljard via leningen.

Om geld uit dat potje te krijgen, zullen de lidstaten herstelplannen moeten voorleggen aan de Commissie. Die plannen moeten in lijn liggen met de aanbevelingen die de Commissie in haar semestercyclus doet. Met dat geld moeten de landen gerichte investeringen en hervormingen doen, om de economische en sociale impact van de coronacrisis zo goed mogelijk op te vangen.

Daarnaast breidt de Commissie bestaande programma’s uit, zoals het innovatieprogramma HorizonEurope, het investeringsprogramma InvestEU en de cohesiefondsen die armere regio’s ondersteunen.

Los van de techniciteiten zijn de herstelplannen van de Commissie helemaal in lijn met haar beleidsprioriteiten van voor de coronacrisis. Toen was al wat uit haar beleidskoker kwam groen of digitaal. Nu heeft ze daar het luikje ‘weerbaar’ aan toegevoegd.

Het is misschien een hersenschim, maar het lijkt er ook op dat de standvastigheid waarmee de Commissie die prioriteiten benadrukt, sterker klinkt dan voordien. Behalve voorstellen om de economische heropleving in de EU op gang te trekken, bevat het herstelplan ook talrijke voorstellen en mechanismen die de Europese economie minder afhankelijk maken van cruciale buitenlandse technologie, die kritische infrastructuur beter afschermen van buitenlandse bedreigingen en die sociale en ecologische duurzaamheid vooropstellen.

Als die standvastigheid niet verwatert bij de uitvoering van al die plannen, zou de EU er over tien jaar helemaal anders kunnen uitzien dan wat men er tot voor kort van verwachtte. Dat idee spitten we verder uit in het Trends-nummer van volgende week.

Partner Content