Mededeling Fortis over call optie op aandelen BNP Paribas

Vandaag heeft de Europese Commissie haar besluit gepubliceerd waarin diverse elementen van de herziene overeenkomst tussen Fortis, BNP Paribas en de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) van 12 maart 2009 verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden verklaard.

Op grond van deze overeenkomst is Fortis begunstigde van een door de FPIM toegekende, niet-gestandaardiseerde en uitsluitend in cash afwikkelbare call optie die Fortis in staat stelt te genieten van een waardevermeerdering van de aandelen BNP Paribas in handen van de FPIM.

Deze aandelen zijn verkregen door de FPIM als tegenprestatie voor de aandelen Fortis Bank die door de FPIM werden ingebracht in het kapitaal van BNP Paribas.

De optie geeft Fortis recht op het verschil tussen de uitoefenprijs van EUR 68 en de aandelenkoers van BNP Paribas op het moment van uitoefening van de optie of de verkoopprijs van de onderliggende aandelen BNP Paribas, indien de FPIM hiervoor opteert.

Zij vervangt de zogenoemde “Coupon 42”-regeling, een compensatiemechanisme gecreëerd door de Belgische Staat ten gunste van bepaalde Fortis aandeelhouders dat evenwel niet werd geïmplementeerd.

Volgens de Commissie duidt de toekenning van de optie aan Fortis op een staatssteun ten gunste van Fortis. Zij oordeelde echter dat deze steun verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, onder meer op grond van de bevinding dat de concurrentieverstoring beperkt wordt door de toezegging van Fortis om de opbrengst van de optie uit te keren aan de aandeelhouders.

Fortis heeft inderdaad toegezegd om, in de mate waarin dit wettelijk is toegestaan en rekening houdend met bepaalde praktische beperkingen, aan haar aandeelhouders voor te stellen het gerealiseerde voordeel uit te keren via een dividenduitkering, indien en zodra zij een bedrag ontvangt uit hoofde van de optie, bij een (gedeeltelijke) uitoefening en/of het te gelde maken van de optie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content