Danny Van Quaethem
Het Zwarte beursbeest
Onze columnist Danny Van Quaethem heeft het over het zwarte beest voor beursanalisten. “Hoe de beurs volgend jaar zal presteren, is koffiedik kijken. Wie anders pretendeert, verdient het als Romeinse vogelwichelaar ontmaskerd te worden.”
Elke maandag laten we een prominente stem uit de financiële wereld aan het woord. Vandaag: Danny Van Quaethem, aandelenexpert bij Société Générale Private Banking.
Behoren beursanalisten tot de Nuttelozen van de Nacht? Nogal wat criticasters, vaak uit academische milieus, menen van wel. “Beursexpert is een oxymoron”, beweert een hooggeleerde jonge Vlaamse filosoof. Een oxymoron is, aldus Van Dale, een nauwe verbinding van twee tegenovergestelde begrippen. Voor wie het aan taalkundige finesse ontbreekt: denk aan woordcombinaties zoals ‘een jeugdige grijsaard’ of ‘levend dood’. Een goede discussie begint men een heldere begripsomschrijving.
“Beursprognoses zou je als commentaren bij een voetbalmatch kunnen beschouwen. Soms scherp en correct, maar veeleer vermaak dan lering”
Wie met beursexperts stervelingen bedoelt, die goed zijn in het voorspellen van de beurs, brengt een eenzijdig verhaal dat eindigt met apen, dolfijnen en vogelpik. Waarbij de fauna en de willekeur uiteraard beter scoren dan de vermaledijde beursexpert. Wanneer sommigen dan toch succes halen, wordt dat afgedaan als een statistische anomalie. Nogal wat “geslaagde” beursspeculanten, zoals Soros of Kostolany, hebben overigens een filosofische achtergrond. Net als Carl Icahn, gediplomeerd filosoof van Princeton, in een later leven analist en nog wat later specialist in opties en aandelenarbitrage. Uiteindelijk werd hij bedrijfsactivist, de echte Gordon Gekko, waarmee hij een miljardenfortuin verdiende. Zoals de meeste van die succesvolle beleggers ligt hij niet op een zonnig eiland te genieten, maar is hij op zijn negenenzeventigste nog steeds één van de meeste lucide bedrijfsactivisten, die jongbloedjes als Bill Ackman wel eens een poepje laat ruiken. Kortom, Icahn is een gezwinde, doorwinterde beursexpert.
De begripsverwarring ontstaat als je “expert” gelijkstelt met “voorspeller”. Welke terrorisme-expert kan voorspellen waar en wanneer de volgende aanslag zich zal voordoen? Zelfs de best geïnformeerde expert zal spreken over kansen, risico’s en waarschijnlijkheden. Zo zou het ook over de beurs moeten gaan. Inderdaad, niemand kan met enige consistentie de markt voorspellen. Dat hoeft ook niet om een degelijk rendement te behalen in functie van het risico. Het risico van timing kan men elimineren door regelmatig een gelijk bedrag te beleggen. Het individueel aandelenrisico kan men afzwakken door te spreiden. De optimale spreiding is de index.
Maar het marktrisico kan niemand wegtoveren. Tegenover dat risico staat een premie, die ervoor zorgt dat aandelen op lange termijn één van de beste beleggingscategorieën zijn. Wat niet wegneemt dat aandelen over een periode van tien jaar barslecht kunnen presteren, zoals in 2000-2009. Hoe de beurs in een bepaald jaar zal presteren, is helemaal koffiedik kijken. Wie anders pretendeert, verdient het als Romeinse vogelwichelaar ontmaskerd te worden. Beursprognoses zou je als commentaren bij een voetbalmatch kunnen beschouwen. Soms scherp en correct, maar veeleer vermaak dan lering. Niemand zal echter het nut van een doorgedreven kennis van de materie in twijfel trekken. Waar zit het talent? Wie zijn de beste schutters? Welke tactieken leiden tot succes?
Wanneer men afdaalt tot het niveau van de individuele aandelen, dan neemt het risico sterk toe. De prestaties kunnen enorm verschillen. Dit jaar staat de Stoxx Europe 50 op een winst van 6%, de brede Eurostoxx 600 op 9,7% en de CAC40 of de Bel-20 klokken 12% hoger af. De prestaties van de sectoren lopen sterk uiteen: dranken en persoonlijke verzorging leverden meer dan 20% op, terwijl basisgrondstoffen 30% in het rood doken. Individueel bekeken: Heineken +40%, Unilever +25% versus ArcelorMittal -57%. Met dat laatste aandeel komen we in de buurt van de zwarte beesten van de beurs: zwarte gaten die beleggerswaarde vernietigen.
Hoe vermijd je als belegger dergelijke rampgevallen? Ten eerste is het bijna onmogelijk missers te vermijden. Zo niet zouden beleggers vooral risicovolle aandelen kopen met de hoogst mogelijke opbrengst.
Men kan zich beperken tot zogenaamde kwaliteitswaarden. Maar ook dat biedt geen garantie tegen verlies. Een gigant zoals WalMart staat dit jaar op een verlies van 30%. Niet leuk, maar nog steeds binnen de “beursnormen” waarin een hoge volatiliteit eerder regel dan uitzondering is. De echte catastrofes zijn van een andere ordegrootte. Dan hebben we het over Fagron, dat 80% onderuitging. Van eenzelfde catastrofekaliber als Nyrstar en Thrombogenics. Zo’n nefaste afloop is onvoorspelbaar. Via scenarioanalyses kan je wel de risico’s en kansen aanduiden, maar dat is iets anders dan de afloop voorspellen.
De enige oplossing bestaat erin de zaken goed op te volgen en pijnlijke beslissingen te durven nemen. We zijn geen voorstander van een mechanische stoploss, maar om zich te beschermen zouden beleggers toch ergens een limiet kunnen trekken, bv. een automatische verkoop als een aandeel met meer dan 20% daalt. Daar wringt meestal het schoentje. “Ik kan toch niet met verlies verkopen?”, is een veelgehoord argument. Toch wel. Vaak is dat zelfs veruit de beste beslissing. Maar doe het dan liefst zo snel mogelijk. Net zoals men beter wat langer aarzelt om winst te nemen. Die tactiek is niets anders dan de oudste, meest efficiënte beursregel: verliezen snel en tijdig afsnijden, winsten laten oplopen. Waar die winsten of verliezen zullen zitten, kan niemand voorzien.
Danny Van Quaethem is aandelenexpert bij Société Générale Private Banking.
Lees ook van deze auteur: ‘Het is een boeiend resultatenseizoen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier