‘Beleggers hebben meer appetijt voor Syensqo dan voor Solvay.’ Wat Philips en ASML ons kunnen leren
De beursgang van Syensqo – het nieuwe bedrijf rond gespecialiseerde kunststoffen, dat afgesplitst is van Solvay – gebeurt niet zonder slag of stoot. Het Solvay-aandeel zakte ruim 27 procent, terwijl Syensqo bijna 12 procent vooruitging. Techondernemer en auteur Peter Hinssen herkent een parallel met de afsplitsing van ASML en Philips in de jaren negentig.
Het is een moeilijke dag voor Solvay. Het chemiebedrijf verloor ruim een derde van zijn marktkapitalisatie na de beursopening. De referentiekoers van het nieuwe Solvay bedroeg 29,1 euro, maar het aandeel opende tegen 19,29 euro. In de loop van de dag was er een licht herstel naar iets meer dan 21 euro. Solvay vertegenwoordigt de chemieactiviteiten, zoals soda, waterstofperoxide en kleefstoffen, ofwel de traditionele bedrijfstak waar het bedrijf sinds de negentiende eeuw om bekend staat.
Syensqo opent dan weer bijna 12 procent hoger bij zijn eerste beursdag. De referentiekoers was vastgesteld op 83,25 euro, maar bij de opening bedroeg de koers 90 euro en het aandeel steeg door tot boven 93 euro. In Syensqo zitten de kunstsstofactiviteiten onderverdeeld die steeds belangrijk worden voor elektronica- en batterijtoepassingen. Op video zagen we een enthousiaste Ilham Kadri de bel luiden bij de beursgang. De vroegere Solvay-topvrouw komt aan het hoofd te staan bij Syensqo.
Solvay-beleggers zagen hun aandeel gesplitst en de realiteit wil dat het Solvay-deel in grote aantallen is verkocht, terwijl Syensqo werd bijgekocht. “Beleggers hebben een duidelijk signaal gegeven”, vindt Peter Hinssen, de CEO van het techconsultancybedrijf Nexxworks. “Er is meer appetijt voor het Syensqo-deel, de innovatie. Er zitten parels tussen hun polymeerproducten. Plastic had jarenlang een heel slecht imago, maar nu is duidelijk geworden dat met de polymeerchemie nog zoveel mogelijk is. Hun materialen zijn bijvoorbeeld belangrijk voor de productie van elektrische auto’s, en die omslag moet eigenlijk nog plaatsvinden als je het op wereldschaal bekijkt.”
Dat verklaart het succes van Syensqo, maar waarom kan die belegger het nieuwe Solvay blijkbaar niet smaken?
HINSSEN. “De basischemie is in feite een commoditymarkt, ofwel een markt van weinig gespecialiseerde en vervangbare producten. Wat daar nog van belang is, is de schaal. Je moet je bij de grootste bedrijven kunnen rekenen om het verschil te maken, vermits er al jarenlang consolidatie bezig is. Als je niet tot de allergrootsten behoort, is het moeilijk om te overleven. Het nieuwe Solvay vertegenwoordigt ook nog eens een kleiner gedeelte van de omzet.”
Dat klopt. Na de afsplitsing was al bekend dat het nieuwe Solvay de kleinste van de twee bedrijven zou worden. De activiteiten van Solvay zijn goed voor een omzet van 5,6 miljard euro per jaar en er werken 9.000 werknemers. Het nieuwe Syensqo vertegenwoordigt een jaaromzet van 7,9 euro en heeft 13.200 werknemers in dienst.
HINSSEN. “Er heeft nu een correctie plaatsgevonden op basis van de kaarten die de twee bedrijven momenteel op tafel hebben, maar dat geeft daarom nog geen garantie voor de toekomst. Solvay zal zich grotendeels moeten heruitvinden. Het bedrijf moet opletten dat het niet in dezelfde val trapt als bijvoorbeeld Philips, dat de chipmachinemaker ASML heeft laten gaan.”
Fris ons geheugen eens op.
HINSSEN. “Het Nederlandse Philips is vandaag nog maar een schaduw van het grote elektronicaconcern dat het in de jaren zeventig en tachtig was. Het was toen de trots van Nederland. Philips zag de vraag naar elektronicachips toenemen en is daarom in 1984 in een joint venture gestapt rond een bedrijf dat de machines maakt om chips te produceren. Dat bedrijf kennen we vandaag als ASML. Philips heeft dat kwakkelende bedrijf jarenlang financieel overeind gehouden. In de jaren negentig heeft ASML groeikapitaal gezocht, terwijl Philips zijn aandelen heeft afgebouwd.
‘Het nieuwe Solvay moet proberen een scenario als bij Philips te vermijden’
Peter Hinssen, techondernemer en auteur
“Het gevolg daarvan is interessant voor de manier waarop we nu naar Solvay en Syensqo kijken. ASML is naar de beurs gegaan en is vandaag marktleider met een waarde van 260 miljard euro, terwijl Philips de helft van dat bedrag waard is. Philips heeft alleen al in de afgelopen vijf jaar ongeveer 40 procent van zijn waarde verloren.
“Ondertussen is het bedrijf nog opgesplitst, want de verlichtingsbusiness is het aparte bedrijf Signify, en dat is ook weer een grotendeels succesvolle business die is gegroeid. Philips daarentegen blijft zijn naam behouden, maar het blijft een krimpoperatie. Het nieuwe Solvay moet proberen zo’n scenario te vermijden.”
Is zo’n splitsing vanuit een businessoogpunt dan een goede beslissing? Ik kan me voorstellen dat het bestuur van Solvay schrikt van de huidige koers. Dit lijkt op het scenario waar de vakbonden voor vreesden, die tegen de splitsing waren gekant.
HINSSEN. “Ja, vanuit een businessoogpunt blijft dit logisch. Het Syensqo-gedeelte draait om innovatie en om die groei te garanderen, is een aparte business een logische keuze. Het gaat ook om het narratief. Het oude Solvay had naar investeerders toe een veel moeilijker verhaal omdat de twee bedrijfstakken zo sterk uiteenlopen.
‘Waar het vandaag misschien geen positief verhaal lijkt door de beursterugval van Solvay, kan dit op lange termijn nog steeds wel de beste oplossing worden.’
Peter Hinssen, technondernemer en auteur
“En dan speelt ook nog manageability mee. Als een bedrijf uiteenlopende bedrijfstakken heeft, spelen ook verschillende belangen. Terwijl de chemietak zich moet heruitvinden, wil de polymeerafdeling sterk groeien. Op een bepaald moment kan die spreidstand ook gewoonweg te groot worden.
“Waar het vandaag misschien geen positief verhaal lijkt door de beursterugval van Solvay, kan dit op lange termijn nog steeds de beste oplossing worden. Ik begrijp de vakbonden. Hun doel is om iedereen aan boord te houden, maar ik ben er niet van overtuigd dat dat daarom de beste strategie is.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier