Autoaandelen in de kijker

Een groot Europees autoconcern komt er voorlopig niet. Fiat kreeg Opel, de Europese tak van General Motors, niet in handen. Volgens sommigen ruikt dat naar protectionisme, maar het is anderzijds een onmiskenbaar feit dat Magna over veel betere troeven beschikte. Inmiddels hebben de autoaandelen op de beurs al een stevig rit achter de rug.

Over protectionisme: dan heeft Wilfried Steentjes van Steentjes Vermogensbeheer het vooral over de Italianen. In hun ogen mocht Opel niet in handen komen van hun nationale trots omdat dit dan een bedreiging zou vormen voor de Duitse autobedrijven en in het bijzonder Volkswagen.

Vandaar dat Opel uiteindelijk ging naar de Canadees-Oostenrijkse auto onderdelenfabrikant Magma. Ondanks dat er deze week Europese verkiezingen zijn is er blijkbaar nog altijd niet een Europees denken.

Nu houden Italianen altijd al van de complottheorie. Feit is dat Fiat alleen wilde betalen in aandelen en met veel overheidsgeld, zodat het bod van het Canadese Magma veel interessanter was.

De Italianen zijn dus op kwaliteit verslagen en niet op oneigenlijke gronden. Overigens is Volkswagen zelf ook onderwerp van een mogelijke overname en wel door Porsche. Deze overname is op zichzelf al een enorme soapserie.

Porsche heeft nog altijd een grote hoeveelheid opties in handen om aandelen Volkswagen te kopen. Echter een aantal analisten denkt niet dat Porsche genoeg geld heeft om al die aandelen te kopen.

Immers door de kredietcrisis daalt de winst van dit luxeautomerk snel. De vraag is of er ooit nog een echte samenwerking kan komen.

De rest van de autoaandelen konden de afgelopen week redelijke koerswinsten boeken omdat men steeds meer verwacht dat de economie zich op korte termijn gaat herstellen.

De index voor de autoaandelen is in de afgelopen maanden met ruim 40% hersteld. Toch lijkt er ruimte te zijn voor verdere koersstijgingen in de sector.

Dit is onder meer gebaseerd op het gegeven dat de bedrijven de afgelopen tijd veel productiecapaciteit hebben teruggebracht. Hun kostenstructuur hebben zij zo naar beneden gebracht. Als de economie weer gaat opleven zullen zij daar zeker van profiteren, zo merkt Steentjes nog op.