Vijf in plaats van twee
We hebben het recentelijk (zie IB-32A) nog aangegeven: de landbouwsector staat echt wel voor enorme uitdagingen. De 2 miljard extra monden en de veranderde eetgewoonten dwingen de landbouwsector tot het verhogen van de productie met 60 à 70% tegen 2050. Dit betekent concreet nog eens 1 miljard ton graan extra en 200 miljoen ton vlees in 2050, in vergelijking met het gemiddelde niveau in de periode 2005/2010.
De uitdaging wordt des te groter gemaakt door de moeilijkheid om het landbouwareaal uit te breiden. Naar verwachting zal de totale oppervlakte aan landbouwgrond in 2050 met amper 70 miljoen hectare toenemen, wat minder is dan 5%. Ook is er de dreiging van de beschikbaarheid van voldoende water. De landbouwsector gebruikt zowat 70% van het wereldwijd beschikbare drinkbaar water.
Eigenlijk moeten we dus uitgaan van een stabiel landbouwareaal, wat dus betekent dat de extra productie louter het gevolg zal moeten zijn van verhoogde opbrengst per hectare. In 2020 zal een hectare landbouwgrond 5 mensen moeten voeden, in plaats van 2 in 1960. Dat kan enkel door meer en betere zaden, meer en betere gewasbeschermingsmiddelen, meer en betere meststoffen, meer en betere landbouwwerktuigen…te gebruiken. Zo wordt verwacht dat in de periode 2010-2018 71% van de verwachte groei in de landbouwsector in de emerging markets zal worden gerealiseerd. Dat is natuurlijk logisch als we de prognoses zien dat de komende 30 jaar de groeilanden gemiddeld 2,6 keer het groeicijfer van de ‘mature’ westerse geïndustrialiseerde landen zullen behalen.
Groeilanden boven
Die gunstige perspectieven zien we ook in de verkoop van landbouwwerktuigen. Vorig jaar kon The Association of Equipment Manufacturers nog een groei van 10% laten optekenen ten opzichte van het jaar voordien. Vooral de tractoren met meer dan 100 pk lieten een substantiële groei zien. Ook dit jaar moet die groei zich bestendigen, met een verwachte toename met 5%. Op wat langere termijn (de komende 5 jaar) wordt voor de vraag naar landbouwwerktuigen een jaarlijkse gemiddelde groei van 6,7% gepronostikeerd. Dat moet tegen 2016 dit marktsegment een omvang van 173,5 miljard USD geven.
Het zal u niet verwonderen dat de sterkste groei in landen als China, India, Brazilië, Argentinië, Indonesië en Thailand zal worden genoteerd. Vorig jaar lag de groeivoet in China op 17% en voor India zelfs op 21%. Maar ook Rusland laat zich niet onbetuigd. Daar zagen we het voorbije jaar vooral een sterke groei in de zwaardere tractoren. We kunnen de verschillen in regionale groei heel duidelijk illustreren. De belangrijkste markt in de wereld blijft Noord-Amerika. In de periode 2007-2012 zagen we daar een gemiddelde groei van 9%. West-Europa is de tweede, belangrijkste, regionale markt, maar verliest marktaandeel door een bescheiden gemiddelde groei van 2% in de afgelopen 5 jaar. Centraal- en Zuid-Amerika is in stevige opmars met een gemiddelde groei tussen 2007 en 2012 van 18%. Kleiner, maar wel met het hoogste groeiritme is de regio Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Een jaarlijkse gemiddelde groei in de bestedingen aan landbouwwerktuigen van 21% is werkelijk impressionant. Centraal- en Oost-Europa zit er, ondanks het meest grillige patroon, mooi tussenin, met een gemiddelde jaarlijkse groei van 11%.
Het Amerikaanse Deere&Company is veruit de grootste speler in de sector en heeft uiteraard een strategie klaar om vooral in de opkomende landen sterk te kunnen groeien. De ambitie is om de omzet tegen 2018 tot 50 miljard USD op te krikken (33,5 miljard USD in het vorige boekjaar).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier