Opwaarts potentieel voor tarwe

Na een korte opleving in het derde kwartaal moeten de grondstoffen bij de start van het laatste kwartaal van 2013 opnieuw de rol lossen.

Terwijl de aandelenindexen de records blijven aaneenrijgen, daalde de S&P Goldman Sachs Commodity Index (GSCI) vorige week naar het laagste niveau sinds begin juli. In de grondstoffenfamilie bengelen de granen, samen met goud en zilver en enkele landbouwgrondstoffen, aan de staart van het peloton. Over soja hadden we het al uitgebreid in IB-42B, met een shortscenario. Mais moest sinds begin dit jaar 29% inleveren en noteert op het laagste prijsniveau sinds augustus 2010. Tarwe deed het iets minder slecht maar kost toch ook 20% minder dan bij de start van het jaar.

Na een tegenvallend oogstjaar in de Verenigde Staten zal de tarweopbrengst dit jaar opnieuw toenemen. Vorige week was al 86% van de wintertarwe voor het huidige seizoen gezaaid en de weersomstandigheden evolueren gunstig. De International Grains Council (IGC) verwacht dat de wereldwijde tarweopbrengst dit jaar zal stijgen tot 696,4 miljoen ton, ruim 6% meer dan een jaar eerder. De instelling verhoogde tegenover een maand daarvoor haar prognoses voor de oogsten in Canada, Kazachstan en Iran. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) verwacht op jaarbasis zelfs een stijging met 8,2%, tot meer dan 700 miljoen ton.

Tarwe had verder ook te lijden onder de speculatie dat India een deel van zijn strategische reserves zal verkopen. India, de op één na grootste tarweproducent en na de Verenigde Staten de belangrijkste exporteur, had vorige maand 36,1 miljoen ton tarwe in voorraad. Dat is dubbel zoveel als de normale voorraadniveaus. Dat bracht de regering van India ertoe de minimumprijs waartegen staatsvoorraden op de wereldmarkt mogen worden verkocht, te verlagen van 300 USD naar 260 USD per ton.

Er is ook minder goed nieuws uit Rusland en Oekraïne. De regio rond de Zwarte Zee, ook wel de graanschuur van de wereld genoemd, had dit najaar te kampen met overvloedige neerslag. Daardoor wordt veel minder wintertarwe gezaaid dan verwacht. De Russische Grain Union stelde haar prognose voor landbouwoppervlakte die wordt gebruikt voor het verbouwen van tarwe neerwaarts bij, van 16,4 miljoen hectare naar 13 miljoen hectare, een daling met meer dan een kwart. In Oekraïne zou de afname zelfs tot 30% kunnen oplopen. Een lagere productie in Rusland en Oekraïne is in principe goed nieuws voor de Verenigde Staten, omdat importeurs dan meer Amerikaans tarwe moeten kopen.

Daarnaast heeft het productiepotentieel in Latijns-Amerika een deuk gekregen door vorst tijdens de voorbije winter in het zuidelijk halfrond. Zo heeft Argentinië zowel de geschatte landbouwoppervlakte voor tarwe als de oogstprognose verlaagd. De nieuwe schattingen van de Buenos Aires Grains Exchange bedragen nu 3,6 miljoen hectare en 8,8 miljoen ton, tegenover respectievelijk 3,9 miljoen hectare en 9,8 miljoen ton eerder. Daarnaast is er veel vraag naar Amerikaans tarwe vanuit China en Brazilië, die hun voorraden opnieuw aanvullen.

Op iets langere termijn oogt de situatie bij tarwe iets gunstiger dan bij de andere graangewassen, maar het is belangrijk te benadrukken dat op korte termijn geen sprake is van schaarste. Een andere risicofactor is het steeds grotere prijsverschil met mais. Door de sterkere prijsdaling bij mais is de spread tussen beide toegenomen tot 2,3 USD, tegenover een gemiddelde van 1,11 USD tijdens de voorbije vijf jaar. Het gevaar bestaat dat de vraag naar tarwe voor veevoeder zal dalen, ten voordele van het goedkopere mais. De wereldwijde tarweconsumptie is in de drie maanden tot september wel met 10% toegenomen.

Inspelen op een hogere tarweprijs kan via hefboomproducten en/of trackers. Bij de hefboomproducten onderscheiden we de turbo’s van ABN Amro Markets en de gelijknamige producten van RBS Markets, die op Euronext Amsterdam noteren. Beide instellingen bieden twee turbo’s long aan met tarwe als onderliggende waarde, maar de hefbomen zijn in beide gevallen nogal hoog (respectievelijk 5,5 en 7,8 bij de turbo’s van RBS en 5,7 en 10,6 bij de turbo’s van ABN Amro). Beleggers die toch een voorkeur hebben voor hefboomproducten, maar het risico binnen de perken willen houden, kunnen terecht op de Duitse beurs, waar achter minifutures long op tarwe noteren.

Tarwe Mini long

Isin-code: DE000RBS5K84

Munt: EUR

Financieringsniveau: 478

Referentieprijs: 659

Stoploss: 526

Hefboom: 3,67

Koers: 13,16

De onderliggende waarde van deze mini long is het termijncontract voor levering in december. Het verschil tussen de stoploss en de referentieprijs bedraagt 25%.

Bij de trackers vinden we op de Duitse beurs drie RBS-certificaten terug. Het gewone certificaat (Isin-code NL0000210912) schaduwt de evolutie van de tarweprijs, maar het Quanto-certificaat met Isin-code NL0000417111 voegt daaraan nog een bescherming tegen het muntrisico toe. Veruit de interessantste van de drie is het Enhanced Quanto-certificaat (Isin-code DE000AA1KPV8), dat naast het afdekken van de valutaschommelingen investeert in termijncontracten met een verschillende afloopdatum. Dat heeft als voordeel dat het negatieve rolrendement dat ontstaat doordat tarwe in contango is (termijncontracten met een latere afloopdatum zijn duurder), wordt beperkt. Dat is echter enkele van toepassing voor beleggers die het certificaat langere tijd in portefeuille houden.

Partner Content