De man van Delvaux: Het jaar van Kasper Bosmans

*  

In de eerstvolgende lentecollectie voor Delvaux spreekt de Belgische kunstenaar Kasper Bosmans de taal van de heraldiek, in de hoop te verbinden. Nog in de lente opent in Parijs een expo over zijn expressieve werk. 2024 zou weleens het jaar van Bosmans kunnen worden.

Kasper Bosmans heeft het druk. Enkele ­dagen na ons interview vertrekt de kunstenaar naar een residentie in Brazilië en hij is al volop bezig met de ­productie van een expo in Parijs in februari. Tegen dan ligt
ook de tassencollectie die hij ontwierp voor Delvaux in de winkels.

Elf iconische tassen voorzag hij van een nieuwe beeldtaal. En dat allemaal dankzij zijn tentoonstelling in WIELS vorig jaar. Toen Marc Loubier, de CEO van Delvaux, daar tussen het werk van de jonge kunstenaar liep, zag hij sterke overeenkomsten met zijn merk. Bosmans zelf kwam meer uit de lucht gevallen. “Ik had een vrij klassiek beeld van Delvaux”, vertelt hij. “Al merkte ik tijdens de eerste gesprekken dat we eenzelfde werkwijze en aandacht delen. Ook ik vind savoir-faire en een artisanale focus heel belangrijk, en ook ik werk met vaste ambachtslieden. Bovendien gaan we allebei vrij narratief te werk. Mijn kunstpraktijk is editoriaal: ik verzamel verhalen en giet die in een vorm voor een breed publiek, zonder aan inhoud in te boeten. Delvaux sluit ook geen enkel technisch compromis om exact dat verhaal te brengen dat het voor ogen heeft.”

Verbindende wapenschilden

Bosmans zette elf emblematische ontwerpen zette naar zijn hand via een typische felgekleurde beeldtaal. Die is, zoals altijd, rijk aan historische symbolen. Een deel van de tassen wordt omhuld door abstracte, natuurlijke vormen, maar de hoofdrol is weggelegd voor heraldische iconen, voor leeuwen, kronen en schilden zoals die al eeuwenlang vlaggen en zegels sieren. Al heel zijn leven voelt Bosmans zich aangetrokken tot die symbolische taal, al begreep hij lange tijd niet waarom. “Eerst was het een nostalgische manier van dromen”, bedenkt hij. “Maar gaandeweg begon het meer over identificatie te gaan. Identiteit is zo belangrijk, zeker als queer persoon. Als kind zag ik op tv nooit wat ik voelde. Ik werd verliefd op mannelijke vrienden van mijn vader en wist niet hoe ik daarmee moest omgaan. In de complexe, mysterieuze taal van de geschiedenis kon ik vluchten. Het bleek een goede plek om een geheim, zoals dat van de ­liefde, te verstoppen. Zo is heraldiek in mijn ­leven gekomen en er niet meer uit weggegaan.”

Net die wapenschilden spraken CEO Marc Loubier zo aan in Bosmans’ expo. Hij wilde er al langer iets mee doen voor Delvaux. De vraag was alleen hoe, want vaak wordt heraldiek vooral nostalgisch ingezet, op een manier die meer gaat over de vorm dan de inhoud. ­Bosmans pakt het anders aan: hij schikt heraldiek tegenover kwesties die spelen in de maatschappij. “Heraldiek gaat over identificatie”, ­benadrukt hij opnieuw. “Een schild is een embleem dat een familie of stad vertegenwoordigt. Twee steden die zich dicht bij elkaar bevinden, zoeken zo een manier om zich te onderscheiden.” Dat verschil wil hij net opheffen. De tassencollectie heet dan ook Mutualism, en gaat over symbiose, de positieve relaties tussen ­organismen. “Het bekendste voorbeeld is de mens en de hond: de mens heeft de wolf tot een dier dat niet langer zonder de mens kan leven. We groeiden naar elkaar toe. Terwijl steden en families zich vroeger via wapenschilden van ­elkaar onderscheidden, gebruik ik ze juist om wezens naar elkaar toe te brengen.”

Cryptisch

De magische vormen en de felle kleuren zijn op zich al een spel voor de ogen, maar daarachter gaan nog vele lagen schuil. Toch is het geen keuze voor Bosmans om in al die ­lagen te wroeten; het is hoe hij gevormd is. “Mijn werk en de verhalen erachter zijn vrij complex, maar niemand heeft mij ooit op eenvoudige manier iets uitgelegd”, zegt hij. “Op tv zag ik nooit mannen kussen en op de radio hoorde ik niets over homoseksualiteit of queerness. Ik heb mijn identiteit moeten uitzoeken via informatie uit de gemarginaliseerde laag van de maatschappij. Daardoor ben ik gevoelig geworden voor verborgen vormen van communicatie. Ik heb wellicht niets verstopt, maar ik heb voor een groot deel van mijn leven in een kast gezeten. Dan ga je zoeken naar signalen, je gaat cruisen, je wacht op een knipoog of een insinuatie.”

‘Mijn werk en de verhalen erachter zijn vrij complex, maar niemand heeft mij ooit op eeneenvoudige manier iets uitgelegd’

Hij heeft zich lang gemarginaliseerd gevoeld en kijkt daarop terug als een heel pijnlijke, eenzame periode, die zijn leven bepaald heeft: wat hij doet, hoe hij denkt, hoe hij naar de ­dingen kijkt. “Sindsdien probeer ik de conservatieve taal van de geprivilegieerde klassen naar mijn hand te zetten. Het zorgt ervoor dat mijn werk soms cryptisch en complex is, maar het is ook mooi te moeten puzzelen voordat je eenvoudige dingen kan zien. Toch probeer ik die complexiteit soms weg te nemen door gemakkelijke vormen te creëren of kleine schilderijen te maken, die verhalen zonder
een duidelijke link met elkaar verbinden.”

Chocoladehanden

Op zijn zesde wist Bosmans al dat hij kunstenaar wilde worden. Net als zijn voorbeelden Leonardo Da Vinci en Michelangelo zou hij daar alle kanten mee uitgaan. Soms maakt hij een beeld uit brons, dan weer een tekening of een muurschildering. Zolang het verhaal maar klopt. “Het conceptuele is het belangrijkste deel van mijn job”, zegt hij. “Ik stel tentoonstellingen samen door objecten te maken en die te organiseren in de ruimte. Daarbij pas ik de vorm aan de inhoud aan, zodat ik de beste, meest interactieve manier vind om iets over te brengen.”

Die interactie blijkt erg belangrijk. Wanneer hij vertelt over een man die elke ochtend opstaat met zijn schilderij of een reactie na een tentoonstelling, lijkt het Bosmans nog steeds te raken. Toch blijft zijn werk vaak op een afstand. Zijn kunstobjecten zijn niet gemaakt om aan te ­raken; wel om het verlangen daarnaar op te wekken. “Ik weet dat het goed zit, wanneer mijn zesjarige nichtje niet kan weerstaan om naar een werk te rennen en er met haar chocoladehandjes aan te zitten”, zegt hij. “Dan is het geslaagd, want dan is er uitwisseling.” Daarom vindt hij het ook zo fijn mee te werken aan de tassen van Delvaux, die mensen dicht bij zich dragen en waarmee ze zich identificeren. “Op de Expo ’58-handtas hebben we bijvoorbeeld een maan gedrukt. Het idee dat ik straks ­iemand op straat kan zien rondlopen met de maan onder haar arm, vind ik zo grappig en ontwapenend. It’s a bag for lunatics.” (lacht)

Eerste publiek

Hoewel hij voor Delvaux in een totaal andere wereld terechtkwam, moest hij zijn werkwijze niet zoveel aanpassen. “Anders vertrek ik ook niet van een wit blad. Ik giet bestaande verhalen in de juiste vorm. Bovendien werk ik vaak samen met ambachtslieden, zoals nu ook het geval was. Ik ben geen kunstenaar die zichzelf op zolder opsluit.” Zonder zijn trouwe bronsgieter of houtbewerker hadden zijn kunst­werken niet bestaan en er vast ook anders ­uitgezien. “Als ik een sculptuur wil maken, pluis ik eerst met mijn bronsgieters uit wat technisch haalbaar is”, legt hij uit. “Zij geven mij advies over hoe we het efficiënter en ­technisch beter kunnen uitvoeren. In zekere zin zijn de artisans dus mijn eerste publiek.”

De uitwisseling met de ambachtslieden ­beïnvloedt zowel de praktische als de inhoudelijke kant van zijn werk. “Zo zijn er kleuren, zoals paars, die in email moeilijk uitvoerbaar zijn. Als gevolg hang ik naast dat emaillen werk bijvoorbeeld een schilderij met alle ­kleuren die ik in email moeilijk kan maken.” Dat felle, hedendaagse kleurenpalet is een van de enige aspecten van zijn werk dat hij heel ­intuïtief bijeen puzzelt. Door de jaren heen leerde hij harmonie en contrasten naadloos aan te voelen. Toch voorkomt die opgebouwde kennis niet dat soms dingen misgaan. “Fouten aanvaard ik gewoon. Zelden stuur ik iets terug. Zo waren enkele stalen voor Delvaux mos­kleurig uitgevallen in plaats van fel groen. Het team wilde ze opnieuw laten maken, maar ik vond ze zo mooi, dat we de kleur behouden hebben. Onverwachte dingen moet je niet te snel bestempelen als fout.”

De nieuwe expo van Kasper Bosmans opent op 1 februari 2024 in Mendes Wood DM (Place des Vosges 25, Parijs).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content