Kromme dagen

Nog maar net zomer en het lange gras
staat nu al dor langs de waterkant,
het water reeds hoog aan onze lippen.
Wat zullen ze later schrijven over deze
kromme dagen? Wat zal achterblijven
en wat zal stomweg vergaan?
Om te beginnen: al die keren dat jij
je handen ridderlijk voor mijn ogen vouwde
wanneer het leven me weer eens te veel werd.
Hoe je me een tuin vol wilde bloemen beloofde,
en hoe we een duivels plezier beleefden
aan de vernieling van onszelf en van elkaar.
Hoe ik maar tegen de vergankelijkheid in
bleef schrijven, tegen beter weten in.
Al die tijd hebben we onszelf oppermachtig
gewaand, zijn we te gulzig geweest.
Maar van de taal en van ons
was er nooit genoeg.
Stijn De Wandeleer
schrijft maandelijks een gedicht over het leven en wat hem daarin beroert.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier