De balans: Patrick Lefevere was succesvol ondanks het kaduke businessmodel van het wielrennen

Patrick Lefevere | Foto: Belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De voorbije jaren groeide Patrick Lefevere, de CEO van Soudal-QuickStep, uit tot een van de succesvolste wielermanagers. Hij verzette de bakens door een wielerteam te leiden als een bedrijf. Lefevere was succesvol, ondanks zijn grote afhankelijkheid van sponsors en van een financieel wielermodel dat de organisatoren door de tv-rechten te veel macht en middelen geeft.

Meer dan duizend zeges met zijn renners. 22 klassiekers genre Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. 19 wereldtitels. Wanneer Patrick Lefevere (69) begin volgende maand stopt als CEO van de wielerploeg Soudal-Quickstep, mag hij tevreden terugblikken. De West-Vlaming is de succesvolste Belgische wielermanager van de voorbije decennia.

Hij geldt ook als de inspiratiebron voor de huidige generatie succesvolle ploegleiders en managers zoals Richard Plugge (Visma Lease a Bike), Mauro Gianetti (UAE) en Ralph Denk (Red Bull Bora). Patrick Lefevere professionaliseerde het beheer van een wielerploeg. Hij bekeek het als een bedrijf waarin iedereen een even grote rol speelde. Niet enkel de renners, ook de entourage van verzorgers en mecaniciens: iedereen was onmisbaar. Met sponsors sloot hij duidelijke langetermijncontracten af.

Weg van het amateurisme

Dertig, veertig jaar geleden werden wielerploegen nog amateuristisch geleid. De investeerders deden aan een soort van filantropie. Sponsors waren meer dan eens lokale ondernemers die met hun zwart geld geen blijf wisten en het dan maar in een wielerploeg stopten.

Economisch stond de wielersport in haar kinderschoenen. Hein Verbruggen, de topman van de internationale wielerunie UCI, zei toen: “De wielersport is een frituur. We moeten evolueren richting het betere restaurant.”  Dat is de voorbije kwarteeuw grotendeels gelukt dankzij de aanpak van Patrick Lefevere.

Hij koos ook voor een modern peoplemanagement, al werd hem paradoxaal genoeg toxisch leiderschap verweten. Toen hij dit jaar zijn ondermaats presterende vedette Julian Alaphilippe publiek de les spelde bijvoorbeeld. Of toen hij zei dat een vrouwelijke wielerploeg leiden geen prioriteit was, “want ik ben geen OCMW”. Dat werd beschouwd als een vrouwonvriendelijke uitspraak, terwijl Patrick Lefevere eigenlijk de ondermaatse financiering van het vrouwenwielrennen aanklaagde.

Renners en ex-renners brengen een positief verhaal over hun jaren met Patrick Lefevere. Hij bracht net moderne hr-technieken in het wielrennen. Medewerkers wist hij op het goede moment te motiveren. Wanneer er kritiek kwam van buitenaf, sprong hij in de bres voor “mijn mensen”.

Dankzij zijn netwerk en reputatie wist Patrick Lefevere elk jaar net op tijd voldoende sponsors binnen te halen, maar die aanpak botst stilaan op zijn grenzen.

Tv-geld mislopen

Maar het was niet allemaal rozengeur en maneschijn. Patrick Lefevere ontpopte zich tot een succesvol manager ondanks het kaduke businessmodel van het wielrennen. Een ploeg bestaat enkel bij gratie van de sponsors. Die zorgen voor 90 procent van de inkomsten. De rest zijn startgelden. De tv-rechten die in het voetbal een goudmijn zijn voor de ploegen, blijven in het wielrennen grotendeels in de handen van de organisatoren. Neem de Ronde van Frankrijk, de belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar. De tv-rechten bedragen 80 miljoen euro en zijn integraal voor de organisator Amaury Sports Organisation (ASO). Het prijzengeld voor de ploegen bedraagt slechts 3 miljoen euro, en dat bedrag is al jaren niet aangepast aan de inflatie. Ploegen die te veel protesteerden tegen dat systeem, dreigden een selectie voor de Tour te missen.

Patrick Lefevere zei daarover in 2019 in Het Nieuwsblad: “Dit businessmodel is zo versleten als wat. Ik pleitte al in 1995 voor verandering en deed dat nog eens opnieuw in 2004, maar blijkbaar was dat telkens het verkeerde moment. Deze manier van werken, waarbij sponsors ervoor zorgen dat we iedereen kunnen betalen, zal dus nog wel een tijdje meegaan.”

Dat jaar moest de West-Vlaming maar liefst 31 sponsors samenbrengen om zijn budget van 20 miljoen euro rond te krijgen. Een bron van frustratie die er wellicht mee toe leidt dat Lefevere er nu mee stopt. “Die eeuwige zoektocht naar sponsors, mensen die al vragen naar 2028, terwijl 2025 nog moet beginnen. Dat maakt me moe”, zei hij naar aanleiding van zijn afscheid.

Daar zijn de miljardenbedrijven

Dankzij zijn netwerk en reputatie wist Patrick Lefevere elk jaar net op tijd voldoende sponsors binnen te halen, maar ook die aanpak botst stilaan op zijn grenzen. Dat Soudal-Quick Step nu nog bestaat, is ook te danken aan de andere sterke man van de ploeg, de puissant rijke Tsjech en hoofdaandeelhouder Zdenek Bakala. Hij trekt steevast de geldbeugel open wanneer bonussen moeten worden betaald of een extra financiële inspanning moet worden geleverd om goudhaantje Remco Evenepoel aan boord te houden.

De sponsors die Lefevere in het verleden wist aan te trekken waren succesvolle Vlaamse bedrijven met een sterke financiële basis zoals Deceuninck (880 miljoen euro omzet) of een Soudal (1,34 miljard euro omzet). Maar de voorbije jaren duiken elders sponsors op met veel diepere zakken. Niet enkel rijke oliesjeiks die ploegen als UAE en Jayco Alula als suikerooms financieren.

Red Bull Bora trok al meermaals aan de mouw van Remco Evenepoel, die nog tot eind 2026 onder contract ligt. Vroeger dan later zal echter een nieuw offer you can’t refuse komen.

Er zijn ook miljardenbedrijven actief in het wielrennen. En die spelen in een andere divisie zoals retailer Lidl (125 miljard euro omzet) of de energiedrankenproducten Red Bull (10 miljard euro omzet). Die sponsors kunnen de renners heel hoge bedragen aanbieden, waar een ploeg met vooral Belgische geldschieters niet tegen op kan. Red Bull Bora trok al meermaals aan de mouw van Remco Evenepoel, die nog tot eind 2026 onder contract ligt. Vroeger dan later zal echter een nieuw offer you can’t refuse komen.

Want met die extra miljarden gaat het hard in het wielrennen. Vorige maand raakte bekend dat Tadej Pogacar, ’s wereld nummer één, de komende zes jaar 8 miljoen euro per seizoen zal verdienen – zonder bonussen. De afkoopsom bedraagt 200 miljoen euro.

Veel kans dat een Evenepoel over maximaal twee jaar ergens een vergelijkbaar contract afsluit. Daar kunnen Belgische wielerploegen niet tegenop, zelfs als ze geleid worden door een Patrick Lefevere.

Partner Content