Jozef Vangelder
‘De gouden bergen van Donald Trump’
Het leek eerst onderhandelingstactiek, maar het is intussen bittere realiteit. Donald Trump heft een invoertarief van 25 procent op ingevoerde producten uit Canada en Mexico, uitgerekend de landen waarmee hij tijdens zijn eerste ambtstermijn een vrijhandelsakkoord afsloot. China, de echte rivaal van de Verenigde Staten, krijgt een voorkeursbehandeling, met een tariefverhoging van slechts 10 procent.
Een handelsoorlog starten met je drie belangrijkste handelspartners, het is Trump ten voeten uit. De drie getroffen landen hebben al tegenmaatregelen aangekondigd, wat de economische schade alleen maar groter zal maken. Maar in de simpele wereld van Trump wordt het fantastisch. Invoertarieven brengen bergen geld op en kunnen zelfs de hele Amerikaanse begroting financieren. De Amerikaanse inkomensbelasting mag dus op de schop, voortaan zullen de buitenlanders de begroting betalen.
Volgende schietschijf: EU
Economen verwezen die beweringen al meteen naar het rijk der fabelen. Invoertarieven kunnen nooit de hele Amerikaanse begroting financieren. En niet de buitenlanders, maar de Amerikaanse consumenten worden de pineut, want zij zullen de invoertarieven moeten slikken in de vorm van hogere inflatie.
De kritiek komt ook van Trumps eigen achterban, met de Amerikaanse bedrijfswereld voorop. Door de jarenlange vrijhandel zijn de Amerikaanse, Canadese en Mexicaanse economie erg verweven geraakt, allicht nog het meest in de auto-industrie. De Amerikaanse autoconstructeurs hebben productievestigingen in beide buurlanden, of voeren vandaar onderdelen in. Een Mexicaans product ingevoerd in de Verenigde Staten bevat gemiddeld 40 procent aan Amerikaanse onderdelen, een Canadees product gemiddeld 25 procent. De handelsoorlog dreigt die productieketen te ontwrichten, met alle gevolgen voor de betrokken banen. Economisch nationalisme heeft altijd een prijs.
De volgende schietschijf van Trump wordt allicht de Europese Unie, vanwege het grote Amerikaanse handelstekort met Europa. De Europese Commissie liet al weten dat de Verenigde Staten een fors antwoord mogen verwachten als Trump de invoertarieven op Europese producten verhoogt. En zo dreigt de halve wereld in een handelsoorlog meegesleurd te raken.
Nieuwe technologieën
Handelsoorlogen zijn als echte oorlogen. Ze brengen niks goeds. Ze zijn als protectionisme in het kwadraat. Kosten stijgen doordat de productie fragmenteert en in handen komt van binnenlandse bedrijven die zich niet langer hoeven te bekommeren om buitenlandse concurrentie en zo verworden tot inefficiënte oligopolies. Het komt neer op verspilling van middelen en welvaart.
Op korte termijn kent vrijhandel verliezers. Er gaan banen verloren, wat heel zichtbaar is in de media. Veel minder zichtbaar zijn de voordelen op lange termijn, want ze zitten verspreid over de hele economie en halen daarom amper de media. Onderlinge vrijhandel bevordert specialisatie en verhoogt de gezamenlijke productie, wat voor banen en producten tegen lagere kosten zorgt. Onze smartphones zouden onbetaalbaar worden als we ze in België zelf zouden moeten maken.
Internationale handel bevordert ook de uitwisseling van nieuwe ideeën en technologieën, en verscherpt de concurrentie. Dat stimuleert bedrijven om te innoveren, zodat ze productiever worden. Dat verhoogt de economische groei, zorgt opnieuw voor banen, en dus voor welvaart.
Maar met zo’n economisch discours wint een politicus geen verkiezingen, en al zeker Donald Trump niet. ‘America First’ klinkt veel beter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier