Jozef Vangelder
‘Beleggers die zich verheugden op de terugkomst van Trump, weten nu wel beter’
Tot zover dan de ‘Trump trade’. Beleggers die zich verheugden op de terugkomst van Donald Trump, weten nu wel beter. De beurzen kregen een rammeling toen Trump zijn dreigende handelsoorlog tegen Canada en Mexico in realiteit leek om te zetten. Het was uiteindelijk slechts borstgeroffel, maar de onzekerheid blijft, ook op lange termijn.
Trump blijkt niet te beroerd om een handelsoorlog te beginnen met twee landen waarmee hij in zijn eerste ambtstermijn nog een vrijhandelsakkoord afsloot. Beleggers en bedrijven weten meteen hoe na de economie hem aan het hart ligt. En landen die nog een handelsakkoord met de VS dachten af te sluiten, weten meteen hoe betrouwbaar Trump is. Onvoorspelbaarheid heeft kosten.
Intussen kreeg China daadwerkelijk een tariefverhoging van 10 procent aangesmeerd. Als de handelsoorlog met de drie voornaamste handelspartners van de VS alsnog escaleert, wordt de economische schade niet te overzien. Maar in de simpele wereld van Trump wordt het fantastisch. Invoertarieven brengen bergen geld op en kunnen volgens hem zelfs de hele Amerikaanse begroting financieren. De Amerikaanse inkomensbelasting mag dus op de schop, voortaan zullen de buitenlanders de begroting betalen.
EU: volgende schietschijf
Economen verwezen die beweringen al meteen naar het rijk der fabelen. Invoertarieven kunnen nooit de hele Amerikaanse begroting financieren. En niet de buitenlanders, maar de Amerikaanse consumenten worden de pineut, want zij zullen de invoertarieven moeten slikken in de vorm van hogere inflatie. Intussen ging de dollarkoers hoger, maar het is de vraag of dat het effect van de hogere invoertarieven zal compenseren.
Door de jarenlange vrijhandel zijn de Amerikaanse, Canadese en Mexicaanse economie erg verweven geraakt, allicht nog het meest in de auto-industrie. De Amerikaanse autoconstructeurs hebben productievestigingen in beide buurlanden, of voeren vandaar onderdelen in. Een Mexicaans product ingevoerd in de Verenigde Staten bevat gemiddeld 40 procent Amerikaanse onderdelen, een Canadees product gemiddeld 25 procent. De handelsoorlog dreigt die productieketens te ontwrichten, met alle gevolgen voor de betrokken jobs. Economisch nationalisme heeft altijd een prijs.
De volgende schietschijf van Trump wordt allicht de Europese Unie, vanwege het grote Amerikaanse handelstekort met Europa. De Europese Commissie liet al weten dat de Verenigde Staten een fors antwoord mogen verwachten als Trump de invoertarieven op Europese producten verhoogt. En zo dreigt de halve wereld in een handelsoorlog meegesleurd te raken.
Uitwisseling van ideeën en technologieën
Handelsoorlogen zijn als echte oorlogen. Ze brengen niks goeds. Kosten stijgen doordat de productie fragmenteert en in handen komt van binnenlandse bedrijven die zich niet langer hoeven te bekommeren om buitenlandse concurrentie en zo verworden tot inefficiënte oligopolies.
Vrijhandel en globalisering kennen ook schaduwkanten, betoogt Harvard-professor Dani Rodrik in zijn bestseller The Globalization Paradox. Er gaan banen definitief verloren. Globalisering komt de winsten van multinationals goed uit, terwijl de lasten vaak gedragen worden door de zwakste schouders. De maatschappelijke ontwrichting zorgde voor de volkswoede die populisten als Trump aan de macht bracht. In een interview met Trends nuanceerde Rodrik wel zijn betoog. Automatisering en robotisering speelden volgens hem een veel grotere rol in het verdwijnen van productiejobs dan de concurrentie met lagelonenlanden.
De omgang met vrijhandel en globalisering zal altijd moeilijk blijven. Dat is geen reden om het kind met het badwater weg te gooien. Europa zou nooit zijn welvaart van vandaag hebben als het een lappendeken van aparte marktjes was gebleven met daarrond slotgrachten van douanetarieven. Onderlinge vrijhandel bevordert specialisatie en geeft ondernemers kansen, wat voor groei en banen zorgt. Handel bevordert ook de uitwisseling van ideeën en technologieën, en verscherpt de concurrentie. Dat stimuleert bedrijven om te innoveren, zodat ze productiever worden. Dat verhoogt de economische groei, zorgt opnieuw voor banen, en dus voor welvaart.
Maar met zo’n economisch discours wint een politicus geen verkiezingen, en al zeker Donald Trump niet. ‘America First’ klinkt veel beter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier