Vlaamse ondernemers in Oekraïne over 1 jaar oorlog: ‘Vaart de boot op een zeemijn, dan zien we ons geld niet’
Op 24 februari is de oorlog in Oekraïne 1 jaar oud. Vlaamse ondernemers ter plekke proberen zich uit de slag te trekken. Bij de ene lukt dat al wat beter dan bij de andere. Of lukt het helemaal niet. Trends verzamelde getuigenissen. Vandaag: Tom Van Goey heeft een boerderij ten zuiden van Kiev en zag vooral de logistieke problemen toenemen.
Vrachtwagens vinden, daar draait het bij Tom Van Goey om. Zijn boerderij van 3.600 hectare in Cherkasy, op twee uur rijden ten zuiden van Kiev, produceert net zoals vroeger tarwe, maïs, koolzaad en aardappelen. Maar de logistiek is flink veranderd. “Vroeger gebeurde alles per spoor. Vrachtwagens waren enkel nodig om de oogst van de schuur naar het dichtstbijzijnde station te vervoeren, 20 tot 30 kilometer verderop. Vandaar vertrokken de producten naar de havens van Odessa aan de Zwarte Zee en van Izmajil en Reni aan de Donau. Nu moeten we alles zelf naar de havens brengen, met vrachtwagens. We spreken over afstanden van 1.000 tot 1.500 kilometer heen en terug. In de haven staan de chauffeurs soms drie, vier dagen aan te schuiven, met veel dode tijd tot gevolg. Gelukkig zijn de logistieke kosten aan het zakken. We spreken nu over 80 euro per ton, komend van 200 euro. Ook al blijft het moeilijk, de routine begint erin te komen bij de transporteurs.”
Ook de prijzen voor de gewassen zakken. “De pieken van 400 euro per ton tarwe zijn voorbij”, zegt Van Goey. “We zitten nu aan 200 euro per ton, nog altijd een bovengemiddelde prijs. Voor de oorlog is het jarenlang rond 150 euro blijven hangen.” Vooral de machtsverhoudingen op de markt zijn veranderd. “Vroeger konden we wachten tot we een mooie prijs kregen en volstonden een paar telefoontjes. Nu zijn we 200 dagen per jaar bezig met pogingen om van ons graan af te raken. De betaaltermijnen zijn ook veel langer. Maanden wachten op 100.000 of 200.000 dollar omdat de boot maar niet komt, is geen uitzondering. Vroeger kocht de exporteur het graan zelf op, nu verlegt hij het risico naar de boer door in de rol van bemiddelaar te kruipen. Hij probeert een goede prijs te bedingen bij de eindklant, meer niet.”
“Zo bekeken zijn de boeren nu zelf exporteur geworden, met alle risico’s die erbij horen. We krijgen pas ons geld als de boot de Bosporus gepasseerd is. Als de boot voordien op een zeemijn vaart en vergaat, zien we ons geld niet. Gelukkig hebben we dat nog niet moeten meemaken. Maar vroeger hoefden we met dat soort risico’s totaal geen rekening te houden.”
De boerderij in Cherkasy ligt ver van de frontlinie. Van de tachtig werknemers zijn er zeven vertrokken naar het front, zodat Van Goey nog genoeg mensen overhoudt om de boerderij draaiend te houden. Met een Russisch lenteoffensief in het verschiet is er een nieuwe Oekraïense mobilisatie aan de gang. Van Goey voelt de nervositeit onder zijn personeel toenemen. “De patriotten zitten al een het front. Wie zal nu nog willen gaan? Iedereen is de toestand moe. Tot in het kleinste dorpje van Oekraïne zijn er nu jonge mensen die terugkeren in een lijkkist. Maar dat wakkert alleen maar de haat tegen de Russen aan, én de moed. ‘We zullen de Russen buitenborstelen’, luidt het hier nog altijd. Oekraïne zal nooit plooien.”
Lees meer getuigenissen
– ‘Mijn werknemers zijn nu supergemotiveerd’
– ‘Mijn personeelsbestand halveerde van de ene op de andere dag’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier