UBO: de moderne versie van het vermogenskadaster

Fabrice Grognard, BDO Tax Partner © ANDREAS GIJBELS
Fabrice Grognard & Didier Leclerq
Expert aan het woord

Expert aan het woord verbindt organisaties met de lezers van en doet een beroep op de specialisten van Roularta Brand Studio voor tekst en illustraties. De inhoud wordt eventueel aangebracht door de partner en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.

31 januari 2019, 00:30 Bijgewerkt op: 20 juli 2022, 08:02

De oprichting van het register van uiteindelijke begunstigden (in het Engels Ultimate Beneficial Owner, UBO) is het voorlopige eindpunt van een lang proces richting een echt vermogenskadaster. Dat begon in 2005, toen besloten werd de effecten aan toonder af te schaffen. Het UBO-register brengt vermogensconstructies in kaart, zelfs als die internationaal zijn georganiseerd of geen rechtspersoonlijkheid hebben. Anonimiteit wordt almaar moeilijker.

Terug naar België

Het UBO-register is geen louter Belgisch initiatief, het is een gevolg van een Europese richtlijn. Fiscale transparantie gaat veel verder dan de Belgische grenzen. Veel Belgen hebben dat al begrepen. Regelmatig krijgen we de vraag de zetel van bepaalde constructies, vooral de Luxemburgse, over te brengen naar België. Fiscaal heeft een Belg er immers geen belang meer bij zijn vermogens in een ander land van de Europese Unie te parkeren. De kwaliteit van buitenlandse investeringsadviseurs kan wel een argument zijn, maar ook dan is transparantie het ordewoord.

Sommigen zijn geneigd verder te kijken. Maar ook de buurlanden van de Europese Unie, zoals Zwitserland, worden echter steeds vaker aangepord hun fiscale transparantie te verbeteren. Structuren opzetten in meer exotische oorden, zoals de Maagdeneilanden, is dan weer veel complexer en duurder.

Fiscaal heeft een Belg er geen belang meer bij om zijn vermogens in een ander land van de Europese Unie te parkeren.

Didier Leclercq, BDO Legal Partner
Didier Leclercq, BDO Legal Partner

Panama Papers

De druk om de transparantie en de fiscale rechtvaardigheid te verbeteren is groot, vooral op OESO-niveau. De mogelijke fiscale winsten lijken dan ook klein in het licht van de risico’s. Het gebeurt meer dan eens dat de erfgenamen problemen krijgen door kapitaal in het buitenland, waarvan niemand nog weet hoe het daar gekomen is. Velen zijn ook bang om in de pers aan de schandpaal genageld te worden – denk maar aan de Panama Papers -, ook al valt hen juridisch niks te verwijten.

Onze leidraad is dan ook om het vermogen te repatriëren en de eigendomsstructuren te vereenvoudigen, vooral sinds de oprichting van het UBO-register. Dit alles impliceert uiteraard een grote mate van vertrouwelijkheid, zowel ten opzichte van de concurrentie als ten opzichte van de familie. De ‘uiteindelijk gerechtigde’ moet in alle gevallen op de hoogte worden gebracht. Dat kan betekenen dat aandeelhouders- of familie-overeenkomsten gedeeltelijk openbaar gemaakt moeten worden. Soms kan het ook onmogelijk zijn om een aandeelhouder aan te wijzen die meer dan 25 procent van het kapitaal aanhoudt. In dat geval moet de naam van de CEO worden doorgegeven.

De kwaliteit van buitenlandse investeringsadviseurs kan wel een argument zijn, maar ook dan is transparantie het ordewoord.

Toegang tot de informatie

Wat de overdracht van informatie betreft, is geen afwijking mogelijk. Er zijn wel waarborgen en uitzonderingen voor de toegang tot die informatie. Die uitzonderingen zijn vooral relevant voor minderjarige kinderen, maar niet uitsluitend.

Fabrice Grognard – BDO Tax Partner

Didier Leclercq – BDO Legal Partner