Trends Gazellen: GeoSea, CMOSIS en Tormans zijn de snelste groeiers van Antwerpen

© .

Trends bekroont aannemer van waterbouwprojecten GeoSea tot het snelst groeiend bedrijf van de provincie Antwerpen, in de categorie grote bedrijven. Bij de middelgrote bedrijven is beeldsensorenproducent CMOSIS de snelste groeier, bij de kleine bedrijven gaat de eer naar Tormans, rekruteerder en detacheerder van technici en ingenieurs. Starter van het jaar is Rombit, specialist in mobiele apps en hardware.

Elk jaar stelt Trends de hitparade samen van de snelst groeiende bedrijven. Voor de provincie Antwerpen staat dit jaar GeoSea aan de top, in de categorie grote bedrijven. De specialist in waterbouwkundige werken ging precies 10 jaar geleden van start, als dochter van de Belgische baggergroep DEME. GeoSea begon met een ploeg van 4 mensen, die ondertussen tot een team van 350 is uitgegroeid. “En dat is gerekend zonder de onderaannemers en zonder de lokale mensen die we inhuren voor buitenlandse projecten,” zegt directeur Luc Vandenbulcke, die er vanaf dag één bij was. “Op piekmomenten zijn er meer dan 1.000 mensen op onze werven actief.”

GeoSea bouwt wereldwijd complexe offshore waterbouwprojecten, zoals aanlegsteigers voor LNG-schepen. Dichterbij is het bedrijf vooral gekend voor hernieuwbare energieprojecten zoals de bouw van windmolenparken op zee. Het is ook in dat domein dat de grootste groei zit. “Wij ontwerpen, bouwen en installeren die parken volledig zelf, van a tot z, als sleutel-op-de-deur projecten.”

Met zijn eerste project, de Thornton-bank op de Noordzee, waarvan de bouw in 2008 begon, heeft GeoSea het vak kunnen leren. “Dat project was voor ons de hefboom om er een exportproduct van te maken,” aldus Vandenbulcke. Voorlopig blijft de bouw van windmolenparken op zee beperkt tot West-Europa. “Behalve in eigen land hebben we projecten in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden en binnenkort ook Frankrijk. Maar we zien nu dat er ook buiten Europa iets beweegt: er is een eerste park op komst in de V.S. en ook een aantal Aziatische landen zijn bezig met offshore windparken.”

Eigen koers

Bij de middelgrote bedrijven is CMOSIS de snelste groeier. Het bedrijf ontwikkelt en produceert beeldsensoren voor industriële, wetenschappelijke en medische toepassingen. Denk aan beeldchips voor de ruimtevaart en sensoren voor de fotocamera’s van Leica. Ook in de camera’s voor de trajectcontroles op de Belgische wegen zitten sensoren van CMOSIS. 99% van de omzet komt echter van de export, met Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, Korea, China, de V.S. en Canada als belangrijkste markten.

In 2009 bedroeg de omzet 1,9 miljoen euro. In 2013 was dat al 36 miljoen euro, en 2014 werd afgesloten met 53 miljoen euro. “We zitten in een groeimarkt – het aantal camera’s in onze beeldmaatschappij neemt alleen maar toe,” verklaart CEO Luc De Mey die sterke stijging. “Bovendien beschikken wij als nichespeler over zeer geavanceerde en goed gepatenteerde technologie: onze sensoren hebben een hoge beeldkwaliteit en maken een zeer groot aantal beelden per seconde.”

Sinds januari 2014 heeft de Amerikaanse investeringsmaatschappij TA Associates 80% van de aandelen in handen, de overige 20% zit bij de 6 oprichters, die allemaal actief zijn in het bedrijf. “Zolang het goed gaat, kunnen we onze eigen koers varen.” CMOSIS heeft 110 mensen op de payroll, waarvan 75 in Berchem, de rest in de vestigingen in Duitsland en Portugal. “De groei van ons bedrijf wordt beperkt door het aantal mensen dat we kunnen vinden met know-how in dit gespecialiseerde vakgebied.”

Wallonië

In de categorie kleine bedrijven ging de prijs naar Tormans. “Wij stellen ingenieurs en andere technische profielen ter beschikking van grote bedrijven, voor de coördinatie van langetermijnprojecten,” beschrijft oprichter Jan Tormans de core-business van zijn bedrijf. “Dat kan gaan om bouwprojecten, de opstart van nieuwe fabrieken of petrochemische installaties, enzovoort.”

Die bedrijven komen bij Tormans aankloppen omdat ze die specialisten slechts tijdelijk nodig hebben, en omdat Tormans ze sneller kan vinden. “Geen enkel bedrijf in Vlaanderen heeft een hr-afdeling waar 13 rekruteerders fulltime op zoek zijn naar technisch geschoolde mensen,” maakt Tormans zich sterk.

En dan nog heeft de firma op dit moment 150 openstaande betrekkingen. “Goede ingenieurs blijven moelijk te vinden. Zeker omdat wij mensen zoeken die ook sociaal vaardig zijn en medewerkers kunnen aansturen.”

Naast het hoofdkantoor in Geel heeft Tormans ook vestigingen in Melle en Vilvoorde, kwestie van dichter bij kandidaat-medewerkers en klanten te zitten. Maar de ambitie van Jan Tormans stopt niet aan de taalgrens. “Ons concept werkt, we zouden het perfect naar Wallonië kunnen ‘exporteren’, op voorwaarde dat we daar de juiste mensen vinden voor de coördinatie. We denken aan een eerste vestiging in Luik. We bekijken ook de opties in Duitsland.”

Baas in eigen huis

Starter van het Jaar is Rombit. “The internet of things” – oplossingen waarbij toestellen draadloos communiceren met andere toestellen – dat is waar de 3 jaar oude Antwerpse start-up van Jorik Rombouts mee bezig is. “We bouwen mobiele applicaties en hardware voor bedrijven in uiteenlopende sectoren,” zegt Rombouts. “Het gaat altijd om een combinatie van data, software en hardware.”

Voor Techelec, de leverancier van de laadkasten in de haven van Antwerpen, ontwikkelde Rombit een sturingssysteem voor de water- en elektriciteitspalen waarop aanmerende schepen aansluiten. “Een schip dat de haven binnenvaart, kan inloggen op het webplatform en meteen zien waar er vrije palen zijn. Schippers kunnen via het systeem ook hun verbruik opvolgen, de haven kan die informatie dan weer gebruiken voor de facturatie.”

Toen hij nog IT-student was, ontwikkelde Rombouts een softwarepakket voor een ERA-makelaar. Met die software kunnen makelaars prospectie, schattingen en plaatsbeschrijvingen doen vanop hun tablet, terwijl ze een pand bezoeken. Rombit verkocht de applicatie al aan 30 ERA-zelfstandigen. Via een aparte vennootschap zal ze binnenkort ook aan andere vastgoedkantoren, landmeters en notarissen worden verkocht.

Rombit ontwikkelde ook BadgeControl, een oplossing voor de toegangscontrole en de aanwezigheidsregistratie op bouwwerven. De ontwikkeling van al die producten kostte tot nu toe al 600.000 euro. Dat startkapitaal was in grote mate opgehoest door Jorik Rombouts en zijn vader, aangevuld met enkele bankleningen. Externe investeerders houdt Rombouts voorlopig liever op afstand. “Ik wil baas in eigen huis blijven.”

Karin Eeckhout, Jozef Vangelder

Partner Content