Leuvense start-up Prezly groeit zonder extern kapitaal

Prezly is een buitenbeentje in start-upland. Het wil groeien zonder extern kapitaal en het zet sterk in op de bedrijfscultuur, om van zijn medewerkers overal ter wereld een hecht team te smeden.

Jesse Wynants en Gijs Nelissen, de twee overblijvende vennoten van het trio dat Prezly opstartte, gaan twee keer per week anderhalf uur samen joggen. Tijdens het lopen praten ze nu over hoe ze de taken verdelen, hoe ze zorgen dat ze op dezelfde lijn zitten en hoe ze hun bedrijf zo kunnen structureren dat zij niet zelf alle beslissingen meer hoeven te nemen. “Vroeger gaven we soms andere cijfers als onze medewerkers ernaar vroegen”, vertelt Gijs Nelissen. Het is een typisch probleem voor een start-up die van een klein team evolueert naar een stevigere kmo.

Prezly, dat vlak bij het station van Leuven is gevestigd, haalde vorig jaar een recurrente omzet van 1,5 miljoen euro. Dat cijfer moet dit jaar nagenoeg verdrievoudigen. Het kan bogen op ruim 400 klanten in 32 landen – doorgaans grote multinationals zoals AB InBev, Cathay Pacific, Emirates Airlines, Toyota, Lidl, Ikea en Samsung. “We hebben een mininiche gevonden”, zegt Nelissen over de pr-software die Prezly maakt. Prezly ontwikkelde een platform dat een combinatie is van een onlinenewsroom en software om klantenrelaties te beheren, e-mailings te versturen en documenten te delen met verschillende mensen. Pr-medewerkers in grote bedrijven maken er gebruik van om hun persberichten met veel beelden en filmpjes via segmentering bij de juiste journalisten en onlinebeïnvloeders te krijgen.

De oprichters begonnen in 2008 aan hun software te bouwen, maar Prezly werd pas opgericht in 2010. De sprong naar het voltijdse ondernemerschap voor de oprichters kwam in 2014. “We hebben een jaar overbrugd met onze spaarcenten, voordat we ons een loon konden uitbetalen”, zegt Jesse Wynants. “We hebben alle drie 40.000 à 50.000 euro geïnvesteerd en we waren vanaf de eerste dag winstgevend.”

Zonder kapitaalrondes

Opvallend is dat Prezly geen kapitaal heeft opgehaald bij investeerders om zijn groei te versnellen. Dat kon onder meer doordat het geen hoge opstartkosten had. Een heel bewuste beslissing was het niet om het zonder kapitaalrondes te doen. De ondernemers benadrukken dat ze niet uitsluiten dat ze in de toekomst investeerders toelaten, maar ze storen zich aan de aanname dat het niet mogelijk zou zijn in België een internationale IT-groeier uit te bouwen zonder kapitaal te zoeken.

Volgens het duo heeft werken zonder extern kapitaal een groot voordeel. “Vaak zeggen je klanten dat je geweldig bent, maar na verloop van tijd blijkt dat ze vooral je lage prijzen geweldig vinden”, zegt Nelissen. “Wij zijn begonnen met abonnementjes van 20 euro per maand, terwijl een abonnement nu tussen 500 en 10.000 euro kost. Als je geen geld hebt, begin je sneller meer geld voor je diensten te vragen.”

De combinatie van die schaarse middelen en de noodzaak overal ter wereld de klanten te volgen, leidde voor de start-up tot een organisatiestructuur die Wynants en Nelissen nu als een competitief voordeel beschouwen in de strijd om getalenteerde werknemers. De schaarste aan middelen maakte dat Prezly aanvankelijk zonder kantoor werkte. Het noopte de oprichters ertoe vanop afstand samen te werken. Later vonden ze onderdak bij de incubator Start it@kbc, voordat ze naar hun stek in Leuven verhuisden.

De juiste mensen

Toen ze al snel overal ter wereld klanten kregen, deelden ze de wereld in drie tijdzones in: Europa, Azië en Amerika. Nadat ze softwareontwikkelaars in Oekraïne hadden aangeworven, namen ze iemand in dienst in Hongkong en Brazilië, zodat ze overal ter wereld op elk moment van de dag dezelfde dienstverlening konden aanbieden. Daardoor kunnen ze nu voor makkelijk wereldwijd rekruteren. “Doordat we het al meteen gewoon waren vanaf afstand samen te werken, vissen we in een grote vijver”, legt Nelissen uit. “We kunnen zoeken naar de juiste mensen, het maakt het niet uit waar ze zitten. Mensen focussen op de nadelen als je je medewerkers niet vaak ziet, maar ze vergeten het grootste voordeel: je vindt getalenteerde en ambitieuze mensen die tevreden zijn in hun eigen land.”

Prezly verwacht dit jaar te groeien van 20 naar 25 à 30 mensen. “We letten hard op de omzet per werknemer”, zegt Nelissen. “We willen met zo weinig mogelijk mensen werken. Als de machine draait en je niet superveel mensen nodig hebt om nieuwe klanten te bedienen, wil dat zeggen dat je het goed doet.”

Chief of Bla

Net omdat de medewerkers van Prezly overal verspreid zitten, investeren de oprichters veel in bedrijfscultuur en communicatie, om elkaar te leren kennen en de persoonlijke relaties te smeren. Een donuttelefoontje, waarbij medewerkers willekeurig aan elkaar worden gekoppeld om met elkaar te bellen over iets dat niets met het werk te maken heeft, vervangt het klassieke praatje aan de koffieautomaat. Een keer per jaar gaat het bedrijf een paar dagen op teambuilding, vorig jaar was dat in Oekraïne.

“We investeren veel in reizen en proberen iedereen om de drie maanden te zien”, zegt Wynants. “De afgelopen drie weken waren hier in Leuven collega’s uit Nieuw-Zeeland, Hongkong, San Francisco, Londen, Spanje, Oekraïne en Roemenie samen”, vult Nelissen aan. “Met hen doen we ook activiteiten buiten de werkuren. Als je elke dag met elkaar moet samenwerken, is het belangrijk dat je elkaar graag mag.”

De oprichters waken daarom over de bedrijfscultuur. “Ego’s bannen is het belangrijkste wat we doen”, zegt Gijs Nelissen. “Als iemand zich opstelt als de nieuwe chief of Bla, is voor ons een grens overschreden. Je mag nooit iets opleggen omdat je de baas bent. Als je een paar slechte medewerkers hebt, is het bijna onmogelijk het rotteappelgedoe nog om te draaien.”

Mensen worden beoordeeld op resultaten, krijgen veel autonomie en worden aangemoedigd snel nieuwigheden te lanceren, om ze dan te verbeteren. “Vanaf hun eerste werkdag kent iedereen onze cijfers, we zijn heel transparant”, zegt Jesse Wynants. “Wij verwachten veel van onze mensen, maar net daarom interesseert het ons ook niet hoeveel vakantiedagen ze opnemen. Dat bepalen ze zelf, binnen het legale kader dat we hebben.”