In de techsector woedt een overlevingsstrijd

APPLE Omvang wordt een doorslaggevende factor.
Guy Scriven redacteur technologie van The Economist in San Francisco

De grote techbedrijven die veel ondernemingen als klant hebben, worden de grote winnaars van de crisis.

2021 was een boerenjaar voor de technologiebedrijven. Door de nationale lockdowns moesten miljarden mensen een groot deel van hun werk en vrije tijd een hele tijd online beleven. Er was daardoor veel vraag naar cloudcomputing, halfgeleiders, laptops en alles daartussenin. In 2022 kwam een einde aan dat mooie liedje. De waarde van snelgroeiende bedrijven die niet winstgevend bleven, zakte pijlsnel. De techbedrijven zetten alle hens aan dek om zich aan die nieuwe werkelijkheid aan te passen. Vele hebben werknemers laten gaan of snoeiden in de kosten.

Welke bedrijven worden de winnaars van 2023? We moeten daarbij kijken naar drie factoren: de locatie, de sector en de omvang. De bedrijven die het meest afhankelijk zijn van de door de inflatie geplaagde westerse consumenten, zullen het het zwaarst krijgen. Dat zijn dus de meeste Amerikaanse en Europese bedrijven. Maar ook andere grote bedrijven lopen gevaar. Van de tien grootste niet-westerse techbedrijven halen er acht meer dan 40 procent van hun inkomsten uit Amerika of Europa. De twee die dat niet doen, zijn Chinees: het winkelplatform Meituan en de socialemediareus Tencent. Maar de Chinese toezichthouders leggen de techbedrijven aan banden, uit angst dat ze te veel macht verwerven.

Het soort sector waarin een bedrijf werkt, wordt belangrijker dan de regio. Consumentgerichte techbedrijven kregen in 2022 als eerste te kampen met teruglopende verkoopcijfers. Die trend zal voor een stuk doorzetten. Er wordt voorspeld dat de verkoop van pc’s in 2023 zal terugvallen, net zoals in 2022. Netflix meldde in 2022 voor het eerst in tien jaar een daling van het aantal abonnementen. Analisten verwachten dat de groei terugkeert in 2023, maar in een veel lager tempo dan de voorbije jaren.

Techbedrijven die geld verdienen door advertenties te verkopen, zoals Google en Meta, hebben het ook lastig gehad, aangezien er beknibbeld werd op marketingbudgetten. Maar ook als er weer meer geld vrijgemaakt wordt voor reclame, zullen de veranderingen die Apple heeft doorgevoerd in zijn privacyregels zich nog altijd laten voelen in die sector.

De producenten van bedrijfssoftware, zoals Adobe, Oracle en Salesforce, zal het wellicht meer voor de wind gaan. Hun klanten gaan vaak contracten voor een lange termijn aan. Het ziet er niet naar uit dat de groei bij de cloudcomputing-afdelingen van techreuzen zoals Amazon, Google en Microsoft zal vertragen, nu software, diensten en gegevens almaar meer online worden aangeboden. Daardoor kunnen nieuwe veiligheidsrisico’s ontstaan, en zo dus ook meer werk voor cyberbeveiligingsfirma’s.

Omvang wordt ook een doorslaggevende factor. Grote bedrijven zijn meestal veerkrachtiger bij een terugval, deels omdat ze op een grote berg geld zitten. De hoeveelheid cash van de grote vijf (Alphabet, Amazon, Apple, Meta en Microsoft) is gegroeid tot meer dan 486 miljard euro, dat is 27 procent van de reserves van alle niet-financiële bedrijven in de S&P 500. Contant geld kan in twee opzichten nuttig zijn: het zorgt ervoor dat bedrijven de grootste talenten kunnen aanwerven én behouden, en het stelt hen in staat kleine bedrijven voor een prikje op te kopen. Na de stevige schok in die sector zouden de techreuzen in 2023 wel eens nóg groter kunnen worden.

De auteur is redacteur technologie van The Economist in San Francisco

Partner Content